Geïnspireerd door Mount Everest | De Top
Terwijl we na onze laatste rotatie de rust hadden om het weer in de gaten te houden, onze spullen op orde te maken en voor te bereiden voor de toppoging, gebeurde er in BC en omgeving een heleboel. Everest voelt als een surrealistische plek: je bent omringt door hoge bergen, je slaapt op het ijs op een hoogte van 5300m, maar toch zijn er luxe privé tenten met grote tv-schermen, grote tenten voor feestjes en zelfs een ping-pong tafel.
Lees hier deel 1 (De Droom) en deel 2 (Weerstand onderweg) van dit verhaal in drie delen.
Een van de dingen die ons erg raakte was de hoeveelheid afval die we zagen onderweg van BC naar C2: vooral plastic flesjes, papiertjes van snoepjes en chocolade. Niemand ruimt wat op, zelfs de grote expeditiebedrijven niet. Tijdens onze trip zagen we wel een groep Nepalese soldaten die naar Everest was gekomen om de berg op te ruimen, maar natuurlijk is dat het gevolg bestrijden….terwijl de oorzaak blijft.
Het voelde voor ons raar dat iedereen voorafgaand aan de klim meedoet aan de ‘Puja’, een religieus ritueel om een veilige klim te vragen aan de goden, maar op de berg nauwelijks aandacht besteed aan de berg zelf. Ik ken het gevoel vanuit de Alpen, waar ik als gids mensen mee neem naar hoge bergen.
Vroeger werd ik altijd chagrijnig als ik andermans afval zag, wat weer een negatieve uitwerking had op de klant. Tegenwoordig neem ik het afval mee (in zoverre mogelijk) wat als voorbeeld dient: mijn klanten gaan hetzelfde doen. Jammer dat de ‘bazen’ van de grote expeditie bedrijven op Everest dit niet lijken te doen.
Hetzelfde verhaal met uitwerpselen. Ons plan was om al onze uitwerpselen van de berg te halen, omdat wij streven naar een zo schoon mogelijke berg. Gelukkig kwamen wij erachter dat er in C2 wc’s waren en dat deze mee naar beneden werden genomen. Natuurlijk kan je jezelf afvragen wat er in het dal mee gebeurt…maar alles mee nemen naar Kathmandu kan natuurlijk ook niet. De vraag is dan ook wat er in KTM mee zou gebeuren…
Covid was een volgend interessant punt. Er was Covid in BC, alleen niemand wist precies hoeveel en precies waar. De regering leek de covid geheim te willen houden en nam geen verdere maatregelen. De verschillende kampen van organisaties werden afgeschermd en onderling contact was verboden/werd beperkt. Alleen kwamen er nog wel dagelijks dragers het kamp binnen om vers eten te brengen, die uit KTM of de Khumbu vallei kwamen. En er kwamen geregeld groepen met trekkers het BC in.
Gekken
Op de berg was de verhouding tussen ervaring en geen-ervaring een lastig punt. Verschillende keren werden wij verbaal uitgedaagd en als ‘gekken’ bestempeld door ons gedrag. Het gebruik van onze pickel, de grote rugzakken en het meermaals door de ijsval gaan waren punten die voor de niet-klimmers niet te begrijpen waren. Het absurd was dat wij, als relatief ervaren klimmers, ons moesten verantwoorden voor de keuzes die wij maakten.
Het voelde alsof we niet serieus werden genomen en dat de mensen die 50.000/80.000 euro betalen daarmee ook ‘ervaring’ kopen en daarmee het recht om zich beter te voelen naar de ander. Het gekke is, dat het gedrag van de niet-klimmers juist geaccepteerd werd: veel mensen werden met de heli van C2 (6400m) opgehaald omdat ze niet naar BC wilde lopen, veel ‘klimmers’ vlogen naar Namche (3400m) voor drie dagen om uit te rusten voor de toppoging en veel ‘klimmers’ vlogen naar Kathmandu na hun beklimming van de top (terwijl hun sherpa’s wel de eerste drie dagen moesten lopen). Een giga impact op het milieu, maar het lijkt erop dat wanneer de top binnen bereik komt alles veroorloofd is.
Toppoging
Uiteindelijk hadden wij 24 mei als topdag gepland: het weer was niet perfect, maar wel acceptabel en er was ook geen andere keuze. Dit was de beste dag dus daar moest het gebeuren. Maar vooraf aan onze toppoging was er nog een groot debat over het gebruik van zuurstof. Veel mensen op de berg snapte niet waarom wij zonder zuurstof zouden klimmen.
‘Probeer een Sherpa te regelen en neem een paar flessen mee, dan haal je de top zeker’ en ‘als jullie zuurstof gebruiken dan kom je op de top’ en ‘het is veel veiliger met zuurstof’. Het was een vervelende situatie, omdat het voelde alsof niemand ons gevoel en onze motivaties begreep en accepteerde. Wij bleven bij onze visie staan maar het koste wel veel negatieve energie om onszelf steeds weer te moeten verantwoorden.
21 mei vertrokken we naar C2, wat best wel ok aanvoelde. We hadden redelijk zware rugzakken, omdat we dit keer ook onze donspakken mee moesten nemen. We voelden ons niet heel sterk, maar ook niet slap… Onderweg zat er een kirebel in mijn buik, omdat ik wist dat dit de poging zou moeten zijn. Na alle tegenslagen van slecht weer en ziek zijn gingen we het nu wel proberen.
Na een nacht in C2 gingen we vroeg op pad naar C3, maar dit duurde maar heel even. Na een uur was de energie bij mij weg: mijn benen voelde als jelly en mijn hele lichaam was uitgeput. Met de Lhotse face op de achtergrond namen we even pauze, maar ik wist onbewust al hoe laat het was. Ik was niet goed genoeg hersteld van mijn ziekte en de afgelopen rotaties hadden mij alleen nog maar vermoeider gemaakt.
Everest beklimmen zonder extra zuurstof en zonder hulp van dragers is een extreme manier van klimmen waarbij de kans op de top halen erg klein is. Beklimmingen zoals deze doe je alleen als alles goed voelt en je lichaam 110% is: het is als een puzzel, waarbij alle stukjes op de plaats moeten vallen wil het geheel lukken. En dat was nu niet het geval: ik voelde me zeker geen 110% en doorgaan zou alleen maar meer energie kosten en nog belangrijker, zou gevaarlijk kunnen zijn in deze situatie.
De beslissing was eenvoudig maar wel emotioneel: doorgaan had teveel negatieve consequenties en dus moest ik accepteren dat ik om moest draaien. Mijn partner voelde vergelijkbaar moe en wilde ook niet alleen verder. En dus draaiden we onze rug naar de Lhotse Face en liepen geëmotioneerd terug naar C2 en BC.
We waren ‘verslagen’, maar ook weer niet. Het belangrijkste voor ons was dat we vast hadden gehouden aan onze eigen visie en ideeën. Ondanks wat anderen ook zeiden, ondanks wat we lazen in de boeken. We waren trots op onszelf en dus liepen we terug naar BC, maar wel met een opgeheven hoofd.
Alle foto’s zijn gemaakt door Roeland van Oss & Sanna Raistakka. De beklimmingen zijn mede mogelijk gemaakt door Rab Equipment.