Mount Everest | Ervaringen van een klimmer
Het klimseizoen op Mount Everest is afgelopen, en weer zagen we de foto’s van rijen klimmers die naar de top probeerden te gaan. En zoals ook elk jaar de klimmers terug komen voor deze hoogste berg ter wereld, lijken de aannames en gedeeltelijke waarheden ook weer naar boven te komen. Maar elke keer als ik de werkelijkheid vanuit mijn perspectief vertel, worden mensen boos. Misschien wordt het tijd voor wat tegengeluid van de mensen die wel op Everest zijn geweest?
Ik heb de Everest niet beklommen, maar ik heb wel op de Everest geklommen (als ook Manaslu en K2), en dat maakt mij iemand met ervaring. In 2021 probeerde ik Everest te beklimmen samen met mijn toenmalige partner, zonder sherpa support en extra zuurstof. We kwamen tot kamp 3 op 7000 meter. In 2023 ging ik terug, solo en weer zonder sherpa support en zuurstof.
Toen moest ik rond de 6800 meter omdraaien. Maar het gevoel wat ik daar had zal ik nooit vergeten: ik stond met mijn rugzak, gevuld met tent, brander, slaapzak en matje, onder de hoogste berg ter wereld en deed stapjes richting de top. Het voelde magisch dat ik alleen deze berg durfde te beklimmen, dat mijn fysieke en mentale kracht zo groot was dat ik een avontuur dat groter dan mij was aandurfde.
Over Mount Everest
Eerst even wat achtergrond info. Mount Everest is met 8848 meter de hoogste berg ter wereld en ligt op de grens van Nepal en Tibet. De meeste mensen (ongeveer 98 %) beklimt de berg met extra zuurstof en sherpa begeleiding, wat in mijn visie prima is: zonder hulp van de sherpa’s zou deze 98% niet boven komen. De andere 2% beklimt de berg over het algemeen zonder gebruik te maken van extra zuurstof en zonder begeleiding van sherpa’s.
Echter gebruiken ze meestal wel de vaste touwen om zich voort te bewegen op de berg. Deze touwen zijn ook aangelegd door sherpa’s. Je hoort vaak geluiden dat het zo exceptioneel is om Everest zonder extra zuurstof te beklimmen, wat ook klopt. Ondanks dat deed Reinhold Messner dit al voor de eerste keer in 1978. Op Mount Everest betaal je duizenden euro’s voor de permit die je nodig hebt om op de berg te mogen klimmen, maar ook om gebruik te mogen maken van de vaste touwen en nog wat andere algemene zaken.
Daarnaast is Everest zo duur omdat mensen tijdens het klimmen begeleiding willen. Op de verschillende kampen koken sherpa’s voor deze klimmers, hebben ze de materialen (slaapzakken, matjes, kooktoestellen, etc) de berg opgedragen en staan de tenten klaar. En hoe meer ‘luxe’ op de berg, hoe vaker de sherpa’s omhoog en omlaag moeten, wat weer geld kost.
Vanuit de media, wat we zien op tv, social media en lezen in de bladen, komen drie grote speerpunten steeds weer naar voren. De files die we zien op de foto’s en video’s (twee weken geleden nog op Telegraaf.nl), de rotzooi die op de berg ligt en de hoeveelheid onervaren mensen die zich op de berg bevinden.
De Files
Er zijn zeker files op Mount Everest: meerdere dagen per jaar is het zo druk naar de top dat alle klimmers die niet anders kunnen achter elkaar omhoog schuifelen. Maar twee punten zijn daarbij van belang en worden nauwelijks benoemt.
Het is heel vaak bekend op welke dagen de files staan. De groepen in het basiskamp hebben onderling contact en weten dus van elkaar wanneer iedereen omhoog gaat. Het is daarmee net als de files vrijdag middag in Nederland, met vrij grote zekerheid te voorspellen wanneer er een grote kans is op file vorming.
En ja, er zijn maar weinig dagen per jaar dat het weer goed genoeg is om de top van Everest te bereiken, maar toch is het een keuze van mensen om op die drukke dag te gaan. Daarnaast zijn files niet iets van de afgelopen paar jaar (files op Everest werden beroemd door een foto van 2019): in gesprek met Tendi Sherpa (een kennis van mij die al vele malen Everest heeft beklommen) zei hij ‘files staan er al veel langer dan 2019, en ze komen vooral voor omdat er heel veel Nepalese ‘gidsen’ zijn die geen ervaring hebben met het begeleiden van hun klanten’.
In 2018, toen ik Manaslu (8163) beklom, wisten wij vanuit het Basiskamp wanneer iedereen naar de top zou gaan: wij gingen bewust een dag later en hadden nergens een probleem. Terwijl de dag eerder er een file van 45 minuten voor de top stond. Een kwestie van keuzes maken gebaseerd op informatie en ervaring.
Ten tweede kan je op heel veel plekken ‘gewoon’ om de file heen klimmen, als je genoeg ervaring hebt. Een beroemde foto van bergbeklimmer David Göttler, laat zien dat hij tussen kamp 3 en 4 zonder vast touw klimt om de file in te halen. Iets wat ik zelf ook regelmatig deed tussen basiskamp en kamp 3 op Mount Everest. Het heeft dus ook met iets anders te maken: de slechte ervaring van veel klimmers. Maar dat aspect lijkt nooit genoemd te worden.
De rotzooi
Ja, er ligt rotzooi op deze berg, helaas. Papiertjes van chocolade, flesjes cola, sigarettenpeuken, plastic, gasblikjes, oude tenten, uitwerpselen. Maar hoewel veel media beschrijven dat dit door de ‘klimmers’ komt, is mijn ervaring dat dit juist door de sherpa’s/begeleiding komt.
Klimmers die onder begeleiding van sherpa’s omhoog gaan roken zelf niet op deze hoogte, en veel materiaal dat op grote hoogte achterblijft (tenten, gasblikjes, plastic) wordt sowieso al niet mee genomen door de klimmers zelf: die hebben daar de energie niet voor en rekenen op hun begeleiding om dit mee te nemen. Zelf heb ik de ervaring dat begeleiding op grote hoogte lege gasblikjes de tent uit gooien en bij de afdaling hun tentplekken vies achterlieten.
Uitwerpselen is een ander thema: al in 2021 namen wij onze uitwerpselen mee van kamp 2 en kamp 3, en vanaf 2024 is het ‘verplicht’. In 2023 zag ik nog een ‘wc’ op 6400 meter hoogte die boven een grote gletsjerspleet was gepositioneerd: alle uitwerpselen vielen de diepe spleet in en zullen zo jaren later in het drinkwater komen. Of het nu veranderd is weet ik niet…
Maar is het dan de schuld van de lokale mensen? Nee, dat vind ik niet. Hun de ‘schuld’ geven is wel erg gemakkelijk. Nepal in zijn geheel stoeit met afval, wat ook in de hoofdstad Kathmandu goed te zien is: daar ligt geregeld afval langs de weg, op straat of op een berg ergens in het gras. De westerse bedrijven, die wel naar Everest komen om geld te verdienen, kunnen bij het opruimen ook een voorbeeld zijn. Maar dat lijkt vaak niet te gebeuren: veel westerse ‘leiders’ op de berg geven niet het goede voorbeeld en laten rommel ook gewoon liggen.
Daarnaast is het bijzonder dat de nadruk ligt op de rotzooi, maar het toenemende gebruik van de helikopter niet in beschouwing wordt genomen. Veel klimmers en trekkers die naar Everest Base Camp gaan gebruiken tegenwoordig de heli terug naar Lukla Airport in plaats van de wandeling die ze op de heenweg wel hebben gemaakt. Terwijl de lokale bevolking/sherpa’s, die de klimmers geholpen hebben de top te bereiken, wel gewoon terug moeten lopen.
En ook de rustdagen die klimmers nemen voor de toppoging op Mount Everest worden vaak in lager gelegen dorpen gehouden, waar de klimmers met de heli heen en weer naar toe vliegen. Ook hier is het een business model voor de Nepalese bevolking, en gemakkelijker voor de klimmers/wandelaars die deze dienst maar al te graag gebruiken.
Klimmers zonder ervaring… en hun podia
Enkele jaren geleden schreef een collega berggids van mij tien bedrijven aan onder een vals emailadres. Hij vroeg de bedrijven of hij, met alleen wandelervaring en zonder gletsjerervaring, mee kon naar de Everest. Vijf bedrijven zeiden ‘nee, je moet eerst ervaring op doen op andere bergen’. Maar vijf andere bedrijven zeiden ‘Ja, geen probleem’. En dat kan dus betekenen dat grofweg de helft van de mensen die onderweg is op Everest, weinig tot geen ervaring heeft.
Maar waarom willen al die mensen Mount Everest dan op? Dat is dan de volgende vraag die veel ‘klimmers’ beantwoorden met ‘ik doe het voor mijzelf’. Mount Everest heeft als hoogste berg ter wereld een status: enkele weken geleden stond er op NU.nl een interview met de eerste NL man en eerste NL vrouw die Everest hebben beklommen.
En hoewel dit al jaren geleden is dat zij deze berg beklommen hebben, is het nog steeds iets waar op terug gegrepen wordt. Dat is ook de reden waarom er zoveel ‘eerst’ beklimmingen zijn: men is bijzonder als men de ‘eerste’ of ‘snelste’ is en het is binnen deze sociale wereld een ‘verkoop’ argument om de hoogste berg te beklimmen (Egan-Wyer, 2019). ‘Kijk eens wat ik gedaan heb!’ De eerste blinde man, de eerste man zonder onderbenen (2023), de eerste vrouw uit india, etc etc.
En hoewel iedereen hier iets van vind, is er wel elk jaar weer media aandacht, zowel positief als negatief, waardoor mensen gestimuleerd worden om dit te blijven doen. In 2023, het jaar dat ik solo naar Everest ging en Nupste (een berg naast Everest, 7861m) voor het eerst door een Nederland werd beklommen (Christian de Jong!), was er alleen maar aandacht in de media voor ‘het dodelijkste jaar ooit op Everest’.
Nagenoeg alle items in de Nederlandse media (kranten en TV) werden gemaakt door klimmers die nooit of heel lang geleden op Mount Everest zijn geweest. Klimmers die nooit een voet op een 8000m berg hebben gezet, klimmers die nooit op Everest zijn geweest, klimmers die de situatie alleen van jaren geleden kennen. De klimmers die de berg de afgelopen jaren echt hebben zien veranderen (Arnold Coster) of die in 2023 echt op de berg aanwezig waren (ikzelf en Christian De Jong) hebben we nergens gehoord.
Everest koorts
Het trieste hierbij is dat een van de oorzaken van de ‘Everest koorts’ nauwelijks genoemd wordt: de armoede in Nepal. Veel mensen hebben weinig inkomen in Nepal en zien de industrie op de bergen als een van de mogelijkheden om geld te verdienen. Bedrijven worden opgezet, klimmers zonder veel ervaring worden omgedoopt tot ‘gids’ en iedereen die mee wil wordt mee naar boven genomen. Want iedere klant betaald, of hij of zij nou wel of geen ervaring heeft en of hij of zij nou wel of geen top haalt.
De media die transparant moet berichten over wat er gebeurt, zoekt zelf ook de sensatie op door juist de aandacht te geven aan deze berg, aan de ‘1e ‘man of vrouw en aan elke ‘bijzondere’ beklimming, of aan de sensatie van drukte en slachtoffers, waardoor de cirkel van belang alleen maar door blijft draaien. Klim je Everest dan ben je ‘belangrijk’, en dus komt er weer een nieuwe ‘1e…’ en weer aandacht in de media etc etc.
En zo is het jammer, dat de sensatie die we allemaal zeggen te ‘verafschuwen’, juist hetgeen is wat verkoopt en wat de hele vicieuze cirkel in gang houdt. Maar waardoor we de echte bergsport uit het oog verliezen, en ook de bevolking van Nepal totaal lijken te negeren, terwijl die juist onze hulp zo goed zou kunnen gebruiken.
Egan-Wyer, C. (2019). The Sellable Self : Exploring endurance running as an extraordinary consumption experience (Nummer 146). https://lup.lub.lu.se/search/ws/files/68957028/Egan_Wyer_2019_The_Sellable_Self.pdf
‘Persoonlijke pieken van een ondernemende berggids’
Mountain guide en ondernemer Roeland van Oss deelt in Het Expeditie Café zijn verhalen en inzichten uit zijn expedities, zijn werk als gids en het ondernemen via Personal Peaks.
Waar komt jouw passie voor expedities vandaan?
Hoe ga je om met angst?
Hoe ga je om met het onbekende?
Wat is jouw blinde vlek?
…En nog meer vragen.