Reizen is opnieuw verliezen wat je verloren bent.
WE STOPPEN OP HET KLEINSTE TEKEN
Een verhaal van Flip Filz
We zouden ons vast vaak vergissen in de route, maar het feest begon al bij het onvermijdelijke afscheid in de vroege morgen, waarbij we aarzelen over de lengte van de omhelzing, en we de fout maakten om met onze laars aan de bagage te blijven haken, een effect dat de twijfel over onze controle deed toenemen bij al diegenen die ons gadesloegen, waardoor het moment ging smeken om vergeten te worden, want het ideale plaatje van elk avontuur is verschoont van deze haperingen, terwijl we achteraf pas beseffen dat juist die haperingen het belangrijkste zijn, vandaar dat deze zin aarzelt om te stoppen, maar hij geeft uiteindelijk toch toe aan de wetten van de grammatica, door te eindigen met het kleinste teken dat er bestaat. Opnieuw.
REIZEN IS HET AFLEREN VAN GEWOONTEN
De vrouwen en de buren stonden op de kade, (wij wonen op schepen) en moedigden ons hoofdschuddend aan. Dat sterkte ons gemoed. Alle bagage was in de zadeltassen gepropt en vastgesjord. We hadden proviand mee, zelfgebakken koekjes van havermout die later nog goed van pas zouden komen. En zo reden we de regen in, richting Koblenz. In Maastricht liet ik de reisgenoot het stamcafé naast de Toneelschool zien en de Sint-Servaas waar ik op het altaar een Zeeuws meisje had gekust dat later mijn hart zou breken omdat symmetrie en liefde niet samengaan. Reizen is opnieuw verliezen wat je bent verloren.
In de dagen die volgden reden we de regen weer uit en de gebieden die we achterlieten spoelden weg. Natuurlijk was het eten langs de weg slecht, de schnitzels gaven licht in het donker, we moesten aan alles wennen. In Tsjechië niet in de laatste plaats wennen aan het rekenen, omdat Tsjechië de euro niet omarmd heeft en zelfs de meest eenvoudige rekensom veel concentratie van mij vergt.
Het duurde niet lang of ik gaf me over aan de rekencapaciteit van de reisgenoot, die meer dan genoeg geheugen had, ook in zijn telefoon. Ik moest de mijne (het mijne?) helemaal leegmaken, zelfs mijn geliefde Reuters en Guardian apps verdwenen in de prullenbak om de routes te kunnen downloaden. Mijn ochtendritueel rond het consumeren van het wereldnieuws verviel. Reizen is ook het afleren van gewoonten.
MARIËNBAD, VERGANE GLORIE
Toen we de Duits-Tsjechische grens over reden bij Cheb richting Mariënbad stond de teller van verdronkenen in Duitsland boven de honderd. De onze rond de achthonderdvijftig kilometer, de zon scheen en waar we ook aankwamen, de tijd stond er stil. Vergane glorie van statige kuuroorden in prachtige pasteltinten deden me verlangen naar een leven als in de Toverberg van Thomas Mann.
Maar het terugreizen in de tijd wilde me maar niet lukken, zelfs niet als ik te hard door de bochten scheerde en mijn achterwiel angstig begon te kwispelen. Het verleden laat zich alleen aanraken in taal.
Karpaten
Waar we ook aankwamen, de Tsjechische uitbaters op de campings deden sigaretten rokend en aangeschoten, met bloeddoorlopen ogen hun best om overal bier in te gieten. De prijzen waren voor ons, uit de randstad, vooroorlogs, pinnen was hoogst ongebruikelijk.
Het verkeer aangenaam, men stopte hier nog bij zebrapaden, geen bumperkleven of woeste inhaalacties, de B-wegen bijna leeg, een aaneenschakeling van kleine half ontvolkte dorpjes, een enkele oude vrouw met een plastic boodschappentas, de mannen met honden.
We troffen een serveerster die, geconfronteerd met ons Engels en Duits de antwoorden schuldig moest blijven, en volledig bevroor in een gracieuze pose van onhandigheid, ze begon een verlegen stilte te verspreiden die weldadig was en ons herinnerde aan een wellevendheid die in onze contreien al lang is verdwenen. De prijs van efficiëntie en commercie, althans zo wordt het ons verkocht.
In het wegoppervlak was de geschiedenis van de verschillende politieke stromingen terug te vinden, een lappendeken van reparatie op reparatie, en soms, als we echt de allerkronkeligste optie kozen, de afwezigheid van welk systeem dan ook: tegen elkaar opbiedende onverschilligheid tussen burger en overheid in de vorm van verpulverd asfalt, steenslag en kuilen vol blubber.
We leerden de tentjes razendsnel en geroutineerd opzetten, we kookten op mijn negenenveertig jaar oude benzinevergasser pasta in het opvouwbare (!) pannetje van de reisgenoot, in zijn hi-tech tassen liftten colonnes low-tech mieren mee. Kortom, we waren los. De Witte Karpaten waren aan de beurt.
Wordt vervolgd.
Flip Filz (1956) Reiziger. Ongedurig , wankelmoedig. En acteur, schrijver, manusje van alles of niks. Om bij het reizen stil te staan, op een ouwe BMW, op zoek naar de keerzijde van het spectaculaire, de verhalen, de wrede schoonheid van het toeval.