Mijn eerste maand op de PCT, vol avontuurlijke pieken en dalen
Het is 5 mei 2022. En iets meer dan een maand geleden dat ik startte aan de Mexicaanse grens. Een maand op de Pacific Crest Trail, vol avontuurlijke momenten, vol pieken en dalen, zowel letterlijk als figuurlijk. In die maand heb ik 370 mijl, oftewel bijna 600 kilometer gelopen met mijn rugzak, dat nog niet zo oude maar inmiddels al heel vertrouwde beestje waarin ik alles bij me draag dat ik onderweg nodig zou kunnen hebben.
Ik ben aanbeland in Wrightwood, een bergdorpje in de buurt van Los Angeles, voor een ‘zero’: een dag waarin je nul mijlen loopt op de PCT. Een rustdag dus. Al is die rust nogal betrekkelijk, want natuurlijk moet er in de beschaving worden gedoucht, de was moet gedaan, boodschappen voor het volgende stuk ingeslagen, en het thuisfront moet worden bijgepraat.
Kan het lichter?
Ook zijn dit soort dagen geschikt voor het herevalueren van je spullen. Kan er nog wat af? Kan het lichter? Moet er nog wat bij? Kan ik dingen vooruitsturen naar een volgend punt zodat ik ze niet hoef mee te slepen? Veel van dit soort keuzes blijven voor mij nog een soort sprong in het duister. Mijn regenjas van 300 gram heb ik nog niet echt nodig gehad, maar je zult zien, als ik hem nu vooruitstuur gaat het vast heel hard regenen.
Mijn hele warme (en dus zware) winterslaapzak is de meeste nachten te warm, maar dan ineens is er af en toe een nacht waarin je wakker wordt met sneeuw op de tent, en dan ben ik toch blij dat ik hem bij me heb. Het weer blijft onvoorspelbaar: vorige week werd ik ‘s ochtends wakker in de sneeuw terwijl ik de dag daarvoor een stoffige berg opzwoegde in de brandende hitte.
Mijn lichaam begint te wennen
Na het de eerste paar weken rustig aan te hebben gedaan, kruipt het aantal dagelijkse kilometers nu langzaam omhoog. Mijn lichaam begint te wennen aan de dagelijkse belasting, en het terrein is ook wat makkelijker geworden, waardoor je meer kunt lopen in een dag. De San Jacinto bergen, die al bij mijl 150 bedwongen moesten worden, liggen nog vers in het geheugen. Drie dagen klimmen (als je de omweg naar de top van San Jacinto meerekent, een omweg die officieel geen onderdeel is van de PCT, maar wel heel populair is) over het pad dat hier vaak geblokkeerd wordt door omgewaaide bomen.
Die dagen werden gevolgd door een hele dag afdalen; een 32 kilometer durende afstraffing voor de knieën. Die hele afdaling lang probeerde de razende wind me van de berg af te blazen, maar eenmaal aangekomen in het dal lijkt hij te gaan liggen. Helaas, schijn bedriegt. Die nacht geldt er een windwaarschuwing, en mijn haringen worden meerdere malen uit de grond gerukt.
Ik heb de grootste stenen die ik vinden kon gebruikt om ze te verstevigen, maar de wind speelt ermee alsof het donsveertjes zijn. Slapen is absoluut uitgesloten, het geluid van mijn tentdoek dat het luchtruim probeert te kiezen doet me voelen alsof ik in het klapperende grootzeil van een zeilschip probeer te slapen. De tentstokken moet ik bij tijd en wijle vasthouden om de tent overeind te houden. Als het ochtendlicht eindelijk zijn entree maakt is alles in de tent bedekt met een laag zand, inclusief ikzelf.
Zwaarste beproeving
Die dag en nacht waren tot nu toe mijn zwaarste beproeving, maar er is nog geen moment van spijt geweest dat ik hier ben. De ervaring en de prachtige omgeving maken alles meer dan goed. Ook voelt het voor mij alsof een zekere mate van ontbering nodig is om de mooie momenten extra glans te geven. Als je ergens voor hebt moeten werken is de beloning extra zoet, nietwaar? Daarna wordt het allemaal wat makkelijker.
Elke dag zijn er nog steeds beklimmingen en afdalingen, hitte, stof, ratelslangen, sneeuw en lange waterloze stukken, maar de gewenning treedt in en de dagen zijn simpel en vol. Je hoeft je alleen maar druk te maken over je eten, je water, je volgende slaapplaats, verder niets. Één voet voor de ander, meer is het niet.
Elke avond zet ik mijn tent op of kies ik ervoor om alleen mijn slaapzak uit te rollen onder de sterren, kook ik wat simpels en kruip ik in de slaapzak zodra de zon onder gaat. Als hij de volgende morgen weer opkomt bewonder ik de zonsopgang, rol ik mijn matje weer op en gaat het pad weer verder. Elke dag is hetzelfde, elke dag is helemaal anders. Nog maar 3670 kilometer tot Canada…
Lees hier alle verhalen over de Pacific Crest Trail
Ooit zou ik voor een jaartje naar Australië gaan, om avonturen te beleven en zelfstandig te worden. Maar na twee weken Down Under wist ik het al: ik ging nooit meer terug naar Nederland. Acht jaar lang heb ik het toch maar mooi volgehouden, en toen kwam die studie er toch nog van.
Acht jaar lang de wereld overgezworven, onderweg werkend in de leukste baantjes op de mooiste plekken om mijn geld te verdienen. Een van mijn persoonlijke hoogtepunten was de Pacific Crest Trail in 2022. Hier schreef ik het boek ‘Zes miljoen stappen‘ over. Op Mountainreporters en op mijn eigen blog sixmillionsteps kun je mijn verhalen lezen.
Wat en gave verhalen! (Keep Them coming!) Heel veel respect! Geniet! (En doe voorzichtig.)