Omarm de bergen en laat de woestijn achter op de Pacific Crest Trail

Ik wil de woestijn achter me laten. Het landschap veroverde een plek in mijn hart met de oneindige vergezichten op rossige kurkdroge prairies en bergen, de piepkleine dappere bloemen die schitteren in het gort droge zand en de betoverende volle maan. Maar de hitte, het zwarte stof die overal doordringt, de dorst, het eeuwige zoeken naar de volgende waterbron, de vlagerige gemene wind. Ik verlang naar koelte, naar bergmeren, naar besneeuwde toppen.
Peter Paul doet in 2022 de Pacific Crest Trail en deelt zijn verhalen met de lezers van Mountainreporters.
Ik passeerde het zevenhonderd mijlpunt bij Kennedy Meadows, het markeert het einde van de woestijn en het begin van de Sierra Nevada. Het landschap verandert al. De Joshua bomen maken plaats voor Bristlecone Pine, een oeroude soort met exemplaren van duizenden jaren oud. Als kunstwerken versieren ze het landschap.
De hagedissen en slangen maakten plaats voor eekhoorns, spechten en herten. Maar ik voel de woestijn na twee maanden overleven, nog diep verankerd vanbinnen. Moet ik de woestijn er misschien uitzwemmen in ijskoud bergwater?
Zwemmen in een glashelder mysterieus bergmeer
Opwinding maakt zich meester van me omdat ik bijna bij Chicken Spring Lake ben, het eerste Alpine bergmeer op deze maandenlange tocht. Ik fantaseer over emerald koel groen water, over erin duiken, over onderwater zwemmen in een glashelder mysterieus bergmeer. Opeens ben ik er. Ik gooi mijn rugzak af, loop naar de waterlijn. Onwezenlijk, opeens een echt bergmeer. De bijna verticale wand achter het meer imponeert me.
Ik trek mijn kleren uit en duik in het water. Het glijdt koel langs me, verfrissend, vernieuwend. De bodem is begroeid met zacht ‘onderwater gras’ dat vriendelijk naar me wuift. Ik zwem richting het strand dat onder de verticale wand ligt. Het voelt zo goed dat ik niet kan stoppen. Ik besluit naar de overkant te zwemmen, naar het strand.
Als winterzwemmer wende ik aan koud water maar het is alweer maanden geleden dat ik in een Amsterdamse gracht dook. Als ik halverwege het meer ben, voel ik opeens dat ik snel adem. Ik besef dat het de hoogte is, het meer ligt op 3400 meter. Het water is ook kouder nu. De bodem is onzichtbaar, het is zwart door de diepte.
Hoe ver is het nog? Het strand lijkt niet dichterbij te komen. De verticale bergwand creëert blijkbaar een visuele illusie, het is veel verder dan ik dacht. Misschien toch terugzwemmen? Of naar de zijkant? Het meer is rond en ik lijk in het midden te zijn. Even voel ik angst. Stel je voor. Dan draai ik op mijn rug, verlaag mijn tempo, kijk naar de witte wolken die uit het niets verschijnen en lang waaien. Wolken, wat mistte ik jullie!
Rustig zwem ik in schoolslag verder. Wat zie ik daar scharrelen op het strand? Het zijn een paar eenden! Ze ogen nog piepklein, het springlevende bewijs dat de wand de afstand vertekent. Maar het geeft me voldoende houvast om met een enigszins gerustgesteld hart het vaste land weer te bereiken. Ook de meerbodem is bijna verticaal dus ik moet bijna het strand opzwemmen.
In mijn nakie loop ik terug. Dat krijg je met een ongeplande oversteek. Maar een last valt van mijn schouders. Het voelt alsof het bergmeer mij volledig vernieuwt, mij klaarstoomt voor de honderden kilometers door de ruige Sierra Nevada die me te wachten staan.
Ik besluit die avond bij het meer te kamperen. Terwijl de zon ondergaat, veranderen het water en en bergwand continu van kleur. Geen Netflix nodig. Een tent ook niet. Dan komt de maan op en waan ik me in een sprookje. Opeens overmannen emoties me en vloeien de tranen. Ergens diep van binnen vandaan. ‘s Ochtends duik ik meteen weer in het ijskoude water. Met moeite ruk ik me uren later los en hervat de tocht.
Twee dagen later, beklim ik Mount Whitney, met 4421 meter de hoogste berg van de VS. Ik voel me krachtig, gesteund door mijn bergmeerervaring.
Als ik aan het begin van de avond de top bereik, kleurt de laagstaande zon de bergkammen in de verte. Er is een handvol bergwandelaars op de summit, maar iedereen vertrekt.
Uiteindelijk ben ik zielsalleen, maar voel me de koning te rijk. Als ik naast het zilveren embleem sta dat het hoogste punt markeert, zwijgt opeens de wind. Totale stilte. Alsof de tijd is bevroren. Weer vloeien de tranen. Ik denk aan de woorden van bergbeklimster Myra de Rooy over de spirituele kracht van bergen. Nooit eerder voelde ik die kracht zo sterk.
Ik denk aan de woorden van bergbeklimster Myra de Rooy over de spirituele kracht van bergen. Nooit eerder voelde ik die kracht zo sterk.
Als ik weer afdaal kleurt het licht langzaam oranje en diep donkerblauw. Maar dan verschijnt de volle maan. Die werpt een zilveren gloed over de bergwand en mijn pad. Rond middernacht tol ik eindelijk in mijn tentje en stort in een diepe slaap.
De Sierra Nevada blijven me verrassen en confronteren in de dagen die volgen. Het bergmeer en Mount Whitney gaven me een onoverwinnelijk gevoel. Maar de oversteek van de Mather Pass twee dagen later bezorgt me doodsangsten.
Het is laat in de middag als ik de Mather pas bereik. Met een onbestemd gevoel begin ik aan de afdaling van de beruchte zeer steile zuidhelling. Ik moet over een aantal flinke stukken sneeuw met mijn trailrunners. Had ik mijn microspikes toch maar niet naar huis gestuurd…
Adrenaline raast door mijn aders
Mij hart klopt in mijn keel, adrenaline raast door mijn aders. Ik wist dat ‘rock scrambling’ bij deze pas hoorde, maar dat het zo stijl zou zijn en de rotsen zo puntig, scherp en wankel. Langzaam maar zeker vorder ik. Maar dan kom ik bij een nieuw sneeuwstuk en beginnen mijn knieën te knikken. Voor het eerst in mijn leven. Wat is daar de overlevingswaarde van? Ik bevries, ik kan niet meer voor- of achteruit. Misschien is dat dus juist de bedoeling?
Ik probeer met nieuwsgierigheid mijn slappe knieën en angst te bedwingen. Observeren zonder oordeel. Een meditatietechniek die rust kan brengen. Het werkt. Alles staat op scherp nu. Ik merk dat mijn intuïtie het overneemt. Zo brengt het pad me uiteindelijk weer bij een minder stijl stuk. Er valt een last van mijn schouders. Dit was met kop en schouders mijn angstigste moment op mijn tocht.
Maar dan kom ik bij een nieuw sneeuwstuk en beginnen mijn knieën te knikken. Voor het eerst in mijn leven. Wat is daar de overlevingswaarde van? Ik bevries, ik kan niet meer voor- of achteruit.
Het struikgewas komt terug en ik steek een meanderende kreek over. De boomstam waar ik opstap, draait opeens rond. In slow motion val ik en kom tot stilstand met mijn hoofd vlak voor een rots. Als ik mezelf weer overeind werk, zie ik dat mijn wandelstok volledig is omgebogen. Dat verklaart het slow motion gevoel, de stok brak mijn val. Maar de val brak ook mijn stok.
Ik zoek en vind meteen een potentiële houten vervanger. Mijn trailnaam is Caveman, een houten stok past daar toch ook beter bij? Dat houd ik mezelf voor, om de moed erin te houden. De moeilijkste pas moet ik namelijk nog over. Op de John Muir pas ligt nog anderhalve mijl sneeuw op het pad. En een ranger waarschuwde voor een mogelijke sneeuwstorm…
Het vergt enig breek- en schaafwerk maar dan heb ik weer een stok die ik kan omarmen. Hoopvol loop ik verder. Ik denk met verwondering over de emotionele roller coaster van de Sierra Nevada. De oversteek van het mysterieuze bergmeer, de spirituele beklimming van de hoogste berg, het gevoel om ‘On top of the world’ te zijn om kort daarna doodsangsten uit te staan.
De bergen dwingen respect af, ik voel me nietig. Maar ze maken ook de overlever in mij wakker. En (onverwerkte?) emoties. Maar ik voel me er thuis als ik die avond mijn tentje weer inrol en in slaap tuimel met het geruststellende ruisende geluid van een stromende rivier. Een ding is zeker, de woestijn is nu echt verdwenen. Ik omarm de bergen. En hoop dat ze mij ook omarmen.
Lees hier meer verhalen over de Pacific Crest Trail
Ik ben gedragspsycholoog gespecialiseerd in duurzaamheid en natuurbescherming. Gedragsverandering is lastig. Daarom zocht ik naar de beste methode. Ik experimenteerde daarbij op mezelf. Beïnvloeding van mijn eigen gedrag leidde ertoe dat ik weer fit werd en de bergen in ging. Vanuit het besef dat het leven voorbij raast, liep ik de Pacific Crest Trail, voor velen een pad van transformatie. Hier deel ik met jullie graag mijn avonturen en misstappen.
Een geweldige beleving en mooi beschreven. Veel succes in de Sierra’s!