Reisverslag USA | Afzien in de Santa Theresa Wildernis
Een verhaal van Lian de Jel
Voor de zoveelste keer vraag ik mezelf af wat we aan het doen zijn. Ik kijk naar André en Iris hun benen. Bloed sijpelt aan alle kanten naar beneden. Wat aan het begin van de trail nog krassen waren, zijn nu diepe sneden in kuiten en bovenbenen. Pfff… ‘Catclaw’, wat heb ik een hekel aan die plant gekregen. Vlijmscherpe gekromde doornen die als scheermessen je huid binnendringen. Vreselijk. Ik draag een broek, André en Iris niet. Ik heb ook wonden maar maak me ook zorgen over hoelang mijn broek en kleding nog heel blijft. Mijn dons jack is al aan flarden gescheurd en ik ben bang dat mijn hiking blouse er straks ook aan gaat.
Hoe anders was dat een paar dagen geleden, toen we aan het einde van de middag vol goede moed aankwamen in het mini winkeltje van het oude mijndorpje Klondyke.
Klondyke
“He, Lian moet je kijken!” André staat half gebogen voor een van de vitrines en wijst naar beneden. Ik loop er heen. Hij grijnst als een blij kind. “Kijk, oude helmen en olielampen van de mijnwerkers. ”Ik knik en buig. Ernaast liggen nog meer attributen uit de oude goudzoekerstijd. Beitels, hamers en mooie grote brokken steen met kristallen. Allemaal gevonden door de eigenaar van de winkel.
Nu ik wat meer om me heen kijk valt er nog veel meer te zien. Bevervellen en vossenhuiden hangen aan palen. Je kan ze kopen, net als de poema-, coyote-, beren- en hertenvellen. Het is niet eens duur. Geschoten door een aantal ‘locals’, want jagen blijkt wel een belangrijk ding hier. De hele winkel ademt het wilde en harde leven van weleer uit; Overal waar je kijkt zie je restanten van de geschiedenis uit deze buurt.
Na een heerlijk vierkant ijsje, dat toevallig ook Klondike heet, en een lekkere koude cola, is het tijd om te doen waar we voor kwamen: bevoorraden. Ik loop naar de man bij de kassa. “Hoi, ik ben Lian de Jel. Als het goed is heeft u voor mij een pakje.” Met een gladgestreken gezicht dat niets verraadt kijkt hij me aan. “De Jel, de Jel, even kijken… Ja, hier is het.” Met een plof zet hij het neer. “Asjeblieft. Anders nog iets?” Ik bestel nog wat kleine dingen en een koffie voor André.
“Het is nauwelijks te tillen.”
Daar staat hij dan, de enorme doos met voedsel. Het is nauwelijks te tillen. Zes dagen voedsel zit erin, voor twee personen, en dan te bedenken dat onze huidige voedselzak nog niet helemaal leeg is. Ik kijk ernaar en vraag me echt af hoe we dit voor elkaar gaan krijgen. Dit ding weegt echt een ton.
André komt naast me staan en pakt de koffie. Hij fronst zijn wenkbrauwen en kijkt me aan. “Misschien waren we wat TE enthousiast met de voorbereiding”, zegt hij. We kijken elkaar aan en halen allebei tegelijkertijd onze schouders op. Dit moet anders. De doos is al snel open en hij pakt er wat uit. “Eeeh, wat wil je met die salami doen? Die weegt wel heel veel? Moet je kijken, ruim een halve kilo?” Hij kijkt me vragend aan en zwaait met de mega worst boven zijn hoofd.
“Wie heeft er zin in een stuk worst!!” Flap ik eruit. De andere hikers die hier nu ook aan het bevoorraden zijn moeten lachen. “Ja hoor, doe mij maar een stuk!” Roept Don. Hup, gelijk gaat het mes er in en al snel wordt het verdeeld. Zo, weer een halve kilo minder om te sjouwen. Nu de rest nog bekijken.
Uiteindelijk blijkt er niet veel uit te kunnen. We geven nog wat soepjes weg maar het is een feit, onze rugzakken wegen zeven kilo, maar deze voedselzak is vele malen zwaarder. Ik ben benieuwd of André dit wel kan dragen met zijn minder goede knieën. Stiekem haal ik er voedsel uit en prop het bij mij erin.
“Iedereen klaar?” Roept de eigenaar van de winkel. “Het is tijd om te gaan.” Hij rijdt zijn pick-up truck voor en uiteindelijk lukt het ons om alle hikers erin te proppen. Ik kruip bij de andere twee in de laadbak, half bovenop alle rugzakken. De weg is slecht en na een paar kilometer stuiteren op de rugzakken dropt hij ons bij het vervolg van de trail.
En toen begon het…
Al snel komen we erachter waarom er bijna niemand de Santa Teresa wildernis in gaat: Het staat helemaal vol met catclaw. Voorzichtig zetten we de tentjes op tussen de struiken. Het is erg opletten, niet alleen voor je tent en kleding, maar ook dat het niet door de onderkant van je tent heen komt en zo je slaapmatje lek maakt.
Dat was een paar dagen geleden. Vol goede moed begonnen we aan de tocht maar al snel bleek het terrein beestachtig moeilijk. De bosbranden van de afgelopen jaren hadden het landschap verandert in een enorme woestenij. Zwarte koolstrepen en as zit overal. Onze broek, shirts, oksels zitten helemaal onder…
Constant beklimmen we steile hellingen waar nergens een pad te vinden is. Alles is weggevaagd en niet meer onderhouden. Verbrande bomen liggen als mikado stokjes over elkaar heen, het is net een survival hindernisbaan. Er overheen en weer onderdoor. Constant opletten dat je door al die prikkelplanten niet opengehaald wordt, want buiten catclaw zijn er nog veel meer stekelige planten.
“Vaak doen we maar één kilometer per uur.”
De sfeer binnen de groep verandert. Toen we bij Klondyke aankwamen waren we in een vrolijke “we gaan er voor” stemming. Nu is het een gelaten kreunen en steunen. Niet alleen de stekels en het onbegaanbare terrein zorgt daarvoor; de geplande afstand van 25 km per dag wordt bij lange na niet gehaald. Vaak doen we maar één kilometer per uur. Sam en Don hebben een strak schema gemaakt dat geen rekening houdt met dit soort vertragingen. Konden ze ook niet weten, echter, ze hebben een deadline om de trail uit te lopen. Meer dagen hebben ze niet, en ze willen toch echt geen meter overslaan. Hun frustratie is merkbaar en het helpt niet echt.
Ik kijk omhoog en zucht. We moeten weer loodrecht omhoog, er is geen pad, alleen maar scherpe bosjes waar we kriskras ons een weg doorheen moeten banen. Hoelang duurt dit nog??? André kijkt met haviksogen strak voor zich uit. Ik hoor hem niet klagen, maar die blik vertelt alles.
Black Rocks Canyon
Het begint te schemeren wanneer we bij Black Rocks Canyon aankomen. Prachtige zwarte, ronde rotsformaties steken af in het oranjebruine landschap. Het is een beetje onwerkelijk. Alsof ze hier gewoon uit de lucht zijn komen vallen. Het is hier stil. Sereen kabbelt een beekje heerlijk op deze brede spoelvlakte. We besluiten om vanavond te ‘cowboy campen’, dus alleen met een matje en slaapzak op de zandbank onder de sterren slapen.
De zon gaat vlot onder en al snel komt de volle maan op. Het schijnt volop en geeft een mystiek schijnsel op de Black Rocks. Snel leg ik alles neer. Mijn schoenen en sokken zijn drijfnat van de vele doorwadingen, ze zijn klef en vol met gruis. Langzaam trek ik ze uit en met steenkoude voeten kruip ik in mijn slaapzak.
Ik kijk nog eens om me heen. Het is hier echt werkelijk prachtig. Grote schaduwen hangen over de enorme rotswanden en de rivier schittert in het maanlicht. Mijn ogen zien de eerste sterren en mogelijk de heldere planeet Venus. Maar ik zie het niet echt. Het dringt niet door. Mijn oogleden zijn zwaar en ik kruip dieper in mijn donzen slaapzak. Nog geen halve minuut later ben vertrokken en val in een diepe slaap.
Bevroren
Midden in de nacht word ik wakker om te plassen. Ik wurm me eruit en… Shit, natte slaapzak. Ook dat nog. Stom, dat was te verwachten zo direct naast de rivier. Maar ik was ook zo moe, totaal niet aan gedacht. “André”, roep ik zacht, “We worden nat. Zullen we de tent opzetten?” Hij beweegt wat. “Huhh, oh, ja, goed idee.” Maar hij draait zich om, geeft een luide snurk en valt in slaap. Nee dus. Geen tent denk ik. Lees verder in deel twee van dit reisverhaal.
Review Julbo zonnebrillen
Lian en ik zijn vaak te vinden op flinke tochten en expedities. We zijn zojuist terug van de Grand Enchantment Trail, een bijzondere en extreme hike door Arizona en New Mexico.
Tijdens deze prachtige wildernistocht hebben we twee van Julbo’s beste brillen flink in de praktijk getest. We schreven een uitgebreide review over onze ervaringen.
Lees hier meer reisverhalen over Noord-Amerika.
Lian en André zijn echte avonturiers. Attenborough, Cousteau en Amundsen waren hun helden, maar ondertussen nemen ze nu zelf als gids al 30 jaar mensen mee naar verafgelegen wildernissen. Het avontuur van verplaatsen door de natuur in een kajak, op de fiets of in een raft, is waar hun passie ligt. Maar het is vooral de ultralange afstand wandeling waar hun hart het meest naar uit gaat.