Grootse avonturen op het rafelrandje van Europa
Grootse avonturen op het rafelrandje van Europa
Door: Jeroen Kleiberg
Een scherpe lucht van brandend plastic dringt onze neusgaten binnen als we de eerste kilometers in Albanië fietsen. Over de snelweg maken we kilometers, maar liever hadden we deze op een rustiger weg gemaakt. Maar die weg was geblokkeerd door een ingestorte brug. Welkom in Albanië, het avontuur is begonnen!
Het plan is om door de Albanese Alpen in het grensgebied van Albanië met Kosovo en Montenegro te fietsen
Het plan is om door de Albanese Alpen in het grensgebied van Albanië met Kosovo en Montenegro te fietsen. Mooi gelegen in een rafelrandje van Europa, waar we maar weinig van weten. Kosovo en Montenegro waren vroeger onderdeel van Joegoslavië. Kosovo heeft haar onafhankelijk na veel ellende in 2008 verkregen. Bij Montenegro ging het wat eenvoudiger. Na een referendum zijn zij in 2006 zonder geweld afgescheiden van Servië. Albanië is al onafhankelijk sinds 1912 toen het een uithoek was van het Ottomaanse Rijk. Albanië heeft zich daarna goed kunnen isoleren van de rest van de wereld, waar pas van het communistische regime in 1991 langzaam verandering is gekomen.
In Kosovo bestaat de meerderheid van de inwoners uit Albanezen en Albanees is er de voertaal. De officiële munt is er echter de Euro. In Montenegro betalen ze ook met de Euro, maar ze spreken er Montenegrijns, wat weer verwant is aan het Servisch. Het schrift is er cyrillisch, terwijl in Kosovo en Albanië het ons bekende schrift wordt gebruikt. In Albanië en Kosovo is de meerderheid van de bevolking islamitisch. In Montenegro vormen de moslims de minderheid. Overal staan nieuwe moskeeën, gefinancierd met geld uit Turkije en het Midden-Oosten. In de praktijk loopt het echter allemaal door elkaar heen en zijn ze niet allemaal vriendjes van elkaar. Hoe lang zal de vrede hier bewaard blijven?
Fietsen in de Albanese Alpen is een hele uitdaging. Voorzieningen zijn er schaars en de relatief kleine afstanden kosten veel tijd om te overbruggen vanwege de grote hoogteverschillen en de vaak onverharde wegen. Kamperen kan bijna overal. Het is er leeg en verlaten. Oude bunkers en verlaten gebouwen zijn prima plekken om naast te kamperen. Water is overal en vaak zijn er bronnen met verfrissend water direct uit de berg. Een kampvuur is zo gemaakt met het vele droge hout dat er ligt. Dat dit niet zonder gevaar is blijkt als we een giftige adder meetrekken uit het kreupelhout die direct in de aanval gaat. Het loopt dan wel een sisser af, duidelijk is dat we moeten blijven opletten. Hier is geen ambulance dienst die je even kunt bellen om te zeggen dat we met spoed hulp nodig hebben bij bunker nummer zo veel.
Een kampvuur is zo gemaakt met het vele droge hout dat er ligt.
Kosovo is een verrassing. We worden er hartelijk binnen gelaten en restaurants en winkels blijken er in overvloed te zijn. Er heerst een bouwwoede die we in Albanië niet hebben gezien. Je vraagt je alleen wel af wie er in al die tientallen hotels gaat verblijven die er langs de hoofdweg worden neergezet. Is het überhaupt de bedoeling dat er mensen gaan verblijven? Het grootste deel van de economie schijnt zich in het minder legale circuit op te houden. Er is vast het nodige wit te wassen. Eten doen we in Kosovo als koningen. Als fietser kun je meerdere mixed grills per dag aan, dus waarom zouden we het niet doen?
Montenegro bereiken we via een omweg. We worden aangehouden door de Kosovaarse politie als we een onverharde bergweg in willen rijden. Voor deze grensovergang is een speciale vergunning vereist. Die hebben we natuurlijk niet. De politie snapt dat we niet dezelfde weg terug willen rijden dus er worden wat telefoontjes gepleegd met superieuren, waardoor we de toestemming dan wel krijgen, maar toch niet verder kunnen omdat een dik pak sneeuw de pas blokkeert. Daardoor worden we gedwongen een flink stuk om te rijden, waardoor we kennis maken met het Montenegrijnse leven. Iets waar we niet enthousiast van zijn geworden. In Albanië en Kosovo voelden we ons welkom en is iedereen vriendelijk. In Montenegro zou een landelijke communicatietraining geen overbodige luxe zijn. Zelfs de communicatie onderling is om te huilen. We zijn dus maar snel doorgefietst naar Albanië. Daar schijnt de zon en straalt het vriendelijke leven ons weer tegemoet.
Albanië is een erg mooi land. Over de rustige wegen is het heerlijk fietsen, hoewel de vele bergen het niet bepaald makkelijk maken. Het land staat vol met verlaten gebouwen en betonnen overblijfselen van bunkers en fabrieken. Opvallend is het gigantische aantal benzinestations dat er langs te weg te vinden is. De meeste daarvan zijn dan wel verlaten en vervallen, het resterende deel is indrukwekkend. Past ook wel bij een land waar alles tot puin vervalt behalve de auto. Autowassen is het nationale tijdverdrijf. Het aantal bedrijfjes dat iets met auto’s doet evenaart het aantal tankstations.
Het land staat vol met verlaten gebouwen en betonnen overblijfselen van bunkers en fabrieken
Roken is wat ze doen in alle drie de landen. Overal en altijd, maar vooral binnen in de restaurants. Restaurants en cafés zijn strikt gescheiden. Op de vele terrassen kan wel worden gedronken, maar meestal niet worden gegeten. Gegeten wordt er binnen, samen met de rokers. Opvallend genoeg zie je ze buiten op de terrassen weer minder roken.
In Albanië is iedereen vriendelijk en wordt er gezwaaid en gelachen als we passeren. In Kosovo zijn ze erg druk met bouwen van het ene naar het andere hotel. Er komt voldoende zwart geld binnen om goede zaken te kunnen doen. In de islamitische uithoek van Montenegro zijn de spanningen om te snijden. Maar misschien is het wel de cultuur om in je zwarte leren jas stoïcijns voor je uit staren. Ons lukt het niet om contact te maken de Montenegrijnen.
Vriendelijk voor de natuur zijn ze geen van allen. Op de meeste plekken is het een vreselijke bende. Afval gooi je in de natuur of op straat. Afvalcontainers staan in de fik. Heb niet het fatsoen om iets in de prullenbak te gooien, want dan krijg je een blik van ‘waarom gooi je het zelf niet in de natuur, nu moet ik het voor je doen’. Riviertjes in de bewoonde gebieden zijn open riolen, waarbij we niet willen weten hoe het hier in de zomer moet stinken. Dat ze het zelf ook wel een beetje zorgelijk beginnen te vinden, concluderen we na het zien van een item op de Albanese televisie, waar we natuurlijk niets van verstaan, maar waar de zorgelijke blikken van de geïnterviewden boekdelen spraken.
Al jaren ben ik met grote regelmaat op reis. Op zoek naar het avontuur, nieuwsgierig naar het onbekende, geïnteresseerd in het alledaagse. Ik wil ontdekken en verkennen. Ik ben al op veel plekken geweest, maar op de meeste nog niet. Fietsen doe ik graag, maar niet altijd en overal. Ik leg mijn reizen vast in beeldende verhalen en sprekende foto’s. Ik ben schrijver, fotograaf en avonturier en inspireer mensen met andere ogen te kijken.