De tien beste tips voor outdoorfotografie op reis
Tien tips voor outdoorfotografie op reis
Door fotograaf en mountainreporter Manja Herrebrugh
Je kijkt om je heen. De wind waait door je haren en je hebt een koude neus. Het uitzicht is prachtig: een zonnige lucht en een prachtig dal. Je hebt net een heel eind geklommen om op deze top te staan. Je pakt je telefoon om een foto te maken. Een selfie, en een mooie landschapsopname. Daar slaat de twijfel toe. Want had je nou toch niet je Grote Camera mee moeten nemen voor echte outdoorfotografie? En.. waarom is dat prachtige dal zo mooi in het echt, maar helemaal donker op de foto?
Een heel veelvoorkomend en bekend dilemma, denk ik! Ik ben inmiddels fulltime fotograaf en nog steeds is elke situatie anders. Om je een beetje op weg te helpen, hier tien tips die je mee kan nemen voor betere outdoorfotografie op reis!
1) Ga na wat je eigenlijk wil fotograferen (focus!)
Een beetje een inkoppertje misschien, maar de keuze voor je apparatuur maak je uiteindelijk door te weten wat je op de foto wil zetten. Ben je iemand die vooral insecten-op-blaadjes wil fotograferen? Of juist de apen hoog in de boom? Of toch liever de focus op het landschap? Per reis, maar ook zeker per persoon, kan dit enorm verschillen. Stem dit dus een beetje met jezelf af!
2) Bedenk wat je wel én wat je niet meeneemt
Bedenk hoeveel ruimte je in je tas hebt en hoeveel je die tas mee moet slepen – en of je het ziet zitten om extra kilo’s mee te nemen. Fotoapparatuur is zwaar en kwetsbaar voor weersomstandigheden. Bovendien is het kostbaar. Daarom is goed om te bekijken hoe je reisprogramma eruit ziet.
Kan je je tas laten dragen of heb je hem zelf altijd op je rug? Ga je enorme afstanden hiken of is het af en toe een dagtocht? Neem je ook je tent en eten in je tas mee of is het alleen een thermosfles? Heb je de mogelijkheid om je batterijen op te laden ’s nachts of heb je geen beschikking over elektriciteit?
Echt, een goede voorbereiding en daardoor een juiste keuze in apparatuur is superduperbelangrijk!
Heb je tijd voor serieuze outdoorfotografie, om bijvoorbeeld een statief op te zetten en lenzen te wisselen of moet je eigenlijk vooral ‘snapshots’ nemen? Je hebt echt niks aan een zware ongebruikte camera in je tas – in dat geval kun je bijvoorbeeld beter met je telefoon fotograferen. Kan je trouwens zelf kiezen wanneer je fotografeert of moet je een programma volgen? Echt, een goede voorbereiding en daardoor een juiste keuze in apparatuur is superduperbelangrijk!
3) Denk aan voldoende accessoires
Zorg voor genoeg geheugenkaartjes batterijen en verpak ze op een handige plek. Ga je met het vliegtuig? Let dan op – batterijen mogen vanwege de druk niet in je grote koffer die wordt ingecheckt – ze moeten in je handbagage. Als je op pad bent, zorg er dan voor dat de batterijen niet te koud worden – dan zijn ze namelijk zo leeg. Echt een hele belangrijke voor de outdoorfotografie! Niets is zo frustrerend als lege batterijen op een moment dat je die prachtige foto had kunnen klikken. Of een vol geheugenkaartje.. Denk ook aan een handdoekje, een lensdoekje en eventuele filters om voor je lens te plaatsen (alleen als je die hebt, uiteraard, ze zijn niet noodzakelijk).
4) Hou rekening met het weer
Dit kan je deels voorbereiden door de weersvoorspelling op te zoeken van tevoren, maar het weer is nog steeds iets wat je kan overvallen (dat is nou precies de charme van buiten-zijn, toch?). Hou daar rekening mee. Normaal zonnig en bewolkt weer zorgen niet voor veel fotoapparatuur problemen. Extreme kou / hitte en regen echter wel.
Probeer je camera zo droog mogelijk te houden. Je kunt hem in een waterdicht tasje stoppen. Een heel gewoon plastic tasje volstaat soms al, die wikkel ik dan om de camera heen als ik hem om heb hangen. Toch nat? Zorg altijd voor een handdoekje en een lensdoekje grijpklaar in je (waterdichte) cameratas. Je weet nooit wanneer je die nodig hebt. Check bij thuiskomt even of je camera nog nat is – je kunt hem sowieso het beste even uit de tas halen en laten drogen. Let er wel op dat de overgang van koud naar warm, van buiten naar binnen, niet te heftig is in verband met condensvorming. In dat geval kun je hem beter nog even laten zitten, langzaam laten opwarmen, en dan wat later uit je tas halen.
5) Hou je lens schoon
Toch jammer: foto’s waar nog een stofje of druppel te zien is die op de lens zit. Check dat af en toe even en maak je lens schoon met een lensdoekje, ook die is handig om grijpklaar in je tas te hebben zitten. Doe dit in cirkels, bijvoorbeeld van binnen naar buiten. Enne: altijd eerst even de kleine zandkorreltjes of kruimeltjes van je lens blazen. Je wil niet dat die krassen veroorzaken als je je lens schoon wrijft.
6) Statief alternatief
Heb je geen statief meegenomen maar wil je toch een foto maken met een wat langere sluitertijd? Overweeg een zandzakje. Vul een zakje met zand of aarde of kleine steentjes en plaats je fototoestel daarop.
Let op! Zand is funest voor je apparatuur dus goed dicht doen!
Wat dan ook wel handig is: zet je camera op de zelfontspanner. Zo krijg je geen beweging in je foto doordat jij op de afdrukknop klikt!
7) Bekijk waar het licht vandaan komt
Het licht is zo belangrijk in de fotografie. De letterlijke vertaling van ‘fotografie’ is namelijk ‘schrijven met licht’. Het is je grote vriend, zeker tijdens het bekende ‘gouden uurtje’ of ‘blauwe kwartiertje’. Maar soms ook je grootste vijand.. Probeer met het licht ‘mee’ te fotograferen, met het licht in de rug dus. Zo krijg je de best belichte foto. Een foto tegen het licht in kan ook heel erg mooi zijn, lekker dromerig, of met mooie silhouetten, maar dat moet je dan wel expres doen.
8) Check het contrast in de foto
Als je iets wil fotograferen met zowel hele lichte stukken als hele donkere stukken, vindt je camera dat lastig. Met je oog kun je dit wel waarnemen, maar de camera kan dit niet. Daarom moet je hem een beetje helpen. Je kunt bijvoorbeeld overwegen twee, of meerdere, opnames te maken. Dan moet je wel weten hoe je je camera handmatig een lichtere of donkerdere foto kunt laten maken dan hij ‘automatisch’ zou doen.
Maak er eentje waarbij de donkere gedeelten in het frame goed belicht zijn, en maak eenzelfde foto maar dan met de lichtere delen goed belicht. In de nabewerking kun je die dan samenvoegen. En ja! Hiervoor moet je camera dus precies hetzelfde blijven staan. Op een randje / zandzakje zetten dus, of op een statief.
Een andere oplossing is om een zogenaamd ‘grijsverloopfilter’ te gebruiken: dat is een stukje (plexi)glas dat je voor je lens kunt zetten dat donker is aan de ene kant, daar houdt hij zeg maar wat licht tegen, en lichter aan de andere kant. Je kunt hem er zó op zetten dat de lichte delen, bijvoorbeeld de lucht, dan in het donkere deel van het filter vallen, zodat het contrast in de camera iets minder is. Snap je het nog?
9) Check wat je scherp en niet scherp wil hebben
Bij een landschap wil je alles scherp hebben, bij een foto van een druppeltje op een blad wil je liever alleen het druppeltje scherp hebben. Ook bij portretten van mensen wil je soms wel alles scherp hebben, maar soms ook niet. Dit heet scherptediepte (hoe scherp wil je het in de diepte hebben..) en kun je regelen door je diafragma aan te passen en het juiste focuspunt op te zoeken.
Als dat echter een brug te ver is, kun je ook al veel bewerkstelligen door in te zoomen. Als je namelijk wat verder weg gaat staan en je zoomt dus wat verder in om iets te fotograferen, zul je zien dat de achtergrond wat onscherper wordt (in vergelijking met dichtbij en helemaal uitgezoomd). Kan handig zijn om te weten!
Let wel op dat veel lenzen ingezoomd minder licht ‘opvangen’ dan uitgezoomd – in donkere situaties niet zo handig. En kijk ook even goed of een lens niet teveel vertekent. Dat kan weleens zo zijn als je dichtbij je onderwerp staat en dan helemaal uitgezoomd hebt.
10) Het belangrijkste: kijk goed, probeer en geniet!
Tsja. Goed kijken blijft het belangrijkste onderdeel van fotograferen. Kijk hoe het licht verandert op de dag. Kijk hoe mensen – of dieren – reageren als jij je camera pakt. Kijk wat er mooi in je frame past en wat je erbuiten kadert. Probeer de horizon eens op een andere plek (hoger of lager) in je frame te plaatsen.
Experimenteer met hoge standpunten en lage standpunten. Probeer een doorkijkje te fotograferen, of bijvoorbeeld alleen maar een onderdeel van een rots. Origineel zijn, en dus fotograferen wat je normaal niet, of anders, ziet, is gaaf! Goed kijken is essentieel voor goede outdoorfotografie op reis. En als je dat moment dan ziet, niet twijfelen: KLIK.
Outdoorfotografie op reis – daar kan ik nog wel even over doorgaan. Want we hebben het nog niet eens over nabewerking, millimeters of brandpuntsafstanden gehad. Maar fotograferen is eigenlijk ook gewoon heel veel doen. Je komt met vallen en opstaan vanzelf wel achter de do’s en dont’s. Dus hou je vooral niet in en probeer nieuwe dingen uit. En geniet ervan – dat worden de mooiste foto’s.
Bekijk hier de fotoreportages en reisverhalen van Manja
Manja laat zich graag overweldigen door de grootsheid en tegelijk de kleine eenvoud van de natuur. In het weekend verkent ze Nederland en in haar vakanties vind je haar meestal in de bergen. Op het moment traint ze met haar vriend voor een mooie trailrun. Ze hoopt via haar blog outdoorbymanja.nl meer mensen naar buiten te krijgen.