Reisverslag | Zoeken naar turkoois op de Sinaï Trail

In mijn jeugd werd mijn verbeelding al vroeg gevangen door de mysteries en dynamiek van verschillende culturen. Deze fascinatie werd versterkt door de verhalen van mijn vader, die deels opgroeide in Egypte. Mijn grootouders woonden en werkten in Cairo, maar de opkomst van Gamal Abdel Nasser als president in 1954 bracht een golf van nationalisatie met zich mee, waardoor zij genoodzaakt waren terug te keren naar Nederland. Eenmaal in Nederland besloot mijn grootmoeder om weer te gaan studeren en schreef uiteindelijk haar proefschrift over de Zesdaagse Oorlog in de Sinaï.
Dit prikkelde mijn interesse, en zo ontstond het plan om samen met een vriendin een tocht te ondernemen door de zuidelijke Sinaï. Te voet doorkruisten we drie verschillende territoria die toebehoren aan drie verschillende Bedoeïenen stammen. Ik organiseerde dit met hulp van de Sinai Trail. Deze organisatie werd in 2015 opgericht met als doel de daar aanwezige acht stammen met elkaar te verbinden om zo extra inkomen te genereren.
De volledige trail bestrijkt een route van 550 km, die 54 dagen in beslag neemt om in zijn geheel te voltooien. Hierbij doorkruis je de gebieden van de Jebeliya, Tarabin, Muzeina, Awlad Said, Gararsha, Sowalha, Hamada en Alegat, en word je bij het betreden van een ander gebied toevertrouwd aan een nieuwe gids van de plaatselijke stam.

De Tien Geboden
Een populair beginpunt is het Sint-Catharinaklooster, gelegen in het gebied van de Jebeliya, wat grofweg vertaald kan worden naar ‘bergmensen’, aan de voet van de berg Sinaï, ook wel bekend als de plek waar God volgens de overlevering Mozes de Tien Geboden gaf. Het Sint-Catharinaklooster werd in 527, toen Egypte nog onderdeel was van het Romeinse Rijk, gesticht door monniken die zich vestigden aan de voet van de Sinaïberg.
Dit verliep echter niet zonder problemen; de monniken werden voortdurend belaagd door de vijandige Jebeliya. Ze besloten een dringend verzoek te richten aan keizer Justinius voor hulp en bescherming, wat resulteerde in de inzet van 200 soldaten uit het Zwarte Zeegebied. Naast bescherming brachten deze soldaten ook nieuwe landbouwtechnieken met zich mee. Met verloop van tijd begonnen de Jebeliya zich te vermengen met de soldaten, en ontstonden de Karm, oftewel bedoeïentuinen.
Khudaree, honing en opium
Vandaag de dag zijn er slechts nog dertig van de oorspronkelijke 400 Karm overgebleven. In het verleden werden voedseloverschotten uit deze tuinen gebruikt als handelsproducten voor ruil met andere stammen of kusthandelaren. Tegenwoordig worden alle producten die uit de tuinen komen echter sterk beconcurreerd door goedkopere import uit de Nijlvallei, wat de prijzen ondermijnt.
Het onderhoud van een tuin is duur en is doorgaans eigendom van één familie. Sommige families proberen daarom te diversifiëren naar andere producten, zoals khudaree (tabak), berghoning, en ook opium wordt niet geschuwd. ’s Avonds is het mogelijk om in de tuinen onder de vijg, granaatappel en palmbomen te slapen, mits je toestemming hebt gekregen.
Onze karavaan is klein en bestaat uit vijf reizigers en twee dromedarissen om alles te dragen. Salim, de kamelenman, en Ramadan, de kok, volgen overdag de kamelenpaden die vaak langer maar makkelijker begaanbaar zijn. Wij lopen ver weg van deze routes door de roodoranje bergen, die met hun door de wind afgevlakte gladde ronde vormen soms buitenaards aandoen.
Legendes en tradities
Ahmed el Sinaweyy, onze zorgzame en onvermoeibare gids, blijkt niet alleen een meesterverteller te zijn met verhalen over oude legendes en tradities, maar is ook wijs en inzichtelijk als het gaat om de uitdagingen waar de Jebeliya tegenwoordig voor staan. De welvaart die door het toerisme in Zuid-Sinaï is gecreëerd, heeft de meeste Bedoeïenen niet bereikt.
Na een week bij de Jebeliya, gaan we over naar een nieuw territorium, dat van de Alegat. Onze “overhandiging” vindt plaats in een kleine schuur, waar we lunchen op een kleedje samen met wat tanige, oudere mannen, die niet eten en slechts roken. We nemen afscheid van onze nieuwe vrienden en vervolgen onze weg met Youssef Barakat, de oudste zoon van de lokale Sheikh. Het gebied lijkt binnen een paar uur lopen al compleet anders: vlakker, meer woestijnachtig, met hier en daar wat zandhopen afgewisseld door ruige bergen, gevormd door losse, op elkaar gestapelde platen, die je het idee geven dat ze elk moment kunnen verschuiven.
Turkoois
Een van de grootste attracties in dit gebied is de tempel van de godin Hathor. Hathor was naast vruchtbaarheid ook de godin van turkoois. In de eerste Egyptische dynastie, 3150 v.Chr. tot 2853 v.Chr., werd deze steen hier uit zes verschillende mijnen rond Serabit al Khadem gewonnen. De tempel zelf stelt niet zoveel meer voor, maar rondom vind je nog ingangen bedekt met zegels van wat vroeger de oude mijnen waren.
Youssef vraagt ons of we geïnteresseerd zijn om wat turkoois te kopen. Hij kent een oudere vrouw bij de Hamada, die af en toe nog wat vindt in de bergen. En zo bevinden we ons een paar dagen later bij Umm Yasser thuis, een kleine, oudere vrouw; maar haar manier van bewegen verraadt dat ze nog altijd in goede conditie is. Ze ontvangt ons met wat thee in de tuin, haar drie dochters gluren giechelend door een kier van de deur, en haar talrijke kleinzonen rennen opgewonden om ons heen, terwijl ze op een kleedje wat zelfgepolijste stukjes turkoois uitstalt.
Moeder van Yasser
Als ik haar vraag hoe ze weet waar ze moet zoeken, vertelt ze dat ze de bergen beter kent dan menig man. Als klein kind was het haar taak om de geiten en schapen te hoedden, en als ze zich verveelde, zocht ze naar turkoois. Youssef heeft ons eerder verteld dat Umm Yasser, vernoemd naar haar oudste zoon, het betekent ‘moeder van Yasser’, een lokale beroemdheid is, namelijk de eerste vrouwelijke gids in de Zuidelijke Sinaï. Als ik haar vraag hoe dit zo gekomen is, vertelt ze dat zij en haar man, samen met hun vijf kinderen, jaren geleden in financieel zwaar weer terecht waren gekomen.
Het was haar man die uiteindelijk met een unieke oplossing kwam: kon ze niet als gids wandelingen gaan maken met toeristen, nu de Sinai Trail steeds populairder begon te worden? Ze besloten dit voor te leggen aan de leiders van de Hamada. Uiteindelijk, na vier maanden beraad, kregen ze de langverwachte toestemming, onder voorwaarde dat het alleen dagwandelingen en uitsluitend met andere vrouwen zou zijn.
KLIK OP DE AFBEELDINGEN VOOR EEN GROTERE WEERGAVE
Na een paar uur theedrinken en met wat turkoois op zak, vraag ik Umm of ik een foto van haar mag maken. Ze knikt en loopt naar binnen, om even later te verschijnen in haar mooiste abaya. Ze poseert zonder enige terughoudendheid, iemand die niet bang is om de normale conventies te doorbreken en haar eigen pad te volgen. Bij het afscheid vertelt ze me tussen neus en lippen door dat ze haar zus ook heeft weten te overtuigen om gids te worden.
Dit is de kracht van de Sinai Trail, het is meer is dan alleen een wandeling door een verrassend afwisselend landschap; een reis door de geschiedenis, langs steeds sneller vervagende tradities, waarbij je af en toe een glimp opvangt van de hedendaagse realiteit van de bewoners. Lees meer reisverhalen.
ARTIKELEN VAN PARTNERS VAN MOUNTAINREPORTERS
Ik ben fotograaf, schrijver en reiziger, met een sterke focus op het uitlichten van diverse culturen die, geconfronteerd met klimaatverandering, sociale discriminatie en economische onzekerheid, steeds kwetsbaarder worden. Bekijk mijn foto’s ook op isabellekettner.eu