De tijd vliegt. Inmiddels alweer een tijdje op pad door Laos, ben ik jullie een verslag schuldig van de trip hiervoor: Bangkok, waar ik een paar dagen doorbracht met mijn kinderen. Ik was al gewaarschuwd: het is een drukke stad. Vanaf het vliegveld deed de rit me denken aan Baltimore. De havenstad waar mijn oudste zus woont. Onze taxi meanderde over brede snelwegen die wijken met moderne hoge wolkenkrabbers doorkruisten.

Voor mij was het de eerste keer, maar omdat ik dit vooral zag als een familiereünie in plaats van een stedentrip, had ik me niet voorbereid. Bovendien was ik omringd door kenners. Zij hadden wel wat tips.

Het begon met een bezoek aan de beste ijstent, Swensens. Hoewel er een filiaal in onze wijk is werd besloten die een eind verderop te nemen. Deze is namelijk gevestigd midden tussen de winkels en marktkraampjes. Hoe zoveel mensen bij elkaar, die deels dezelfde waar aanbieden, toch rond kunnen komen is me een raadsel. Stands met kleurrijke kleding, originele sieraden en ander spul die vooral voor de toerist zijn, worden afgewisseld met heel praktische zaken waar juist de lokale bevolking wat aan heeft. Zo is de sfeer toch nog redelijk authentiek en hoor ik niet alleen maar Duits, Frans en Engels. In tegendeel eigenlijk, constateer ik opgelucht.

Massage

De jongelui hebben zin om te struinen. Ikzelf ben na een paar rijen wel uitgekeken. Bovendien koop ik niets, want mijn rugzak wil ik niet zwaarder maken. Wat ik wel wil is een massage uitproberen. Zou er misschien iets aangeboden worden hier? Lang hoef ik niet te zoeken. Een half uur lang werden mijn vermoeide voeten en kuiten onder handen genomen. Zittend naast een Spanjaard terwijl aan de andere zijde op een verhoging, een Thaise dame in allerlei posities werd gelegd. In tegenstelling tot mijn voeten, werd er geen olie gebruikt.

De dame had gewoon haar kleren aan. Ik zag hoe er flink wat druk werd uitgeoefend, maar ze gaf geen krimp. Ondertussen waren de masseuses geanimeerd met elkaar in gesprek. Dat zou in Nederland niet gewaardeerd worden. Hier is het de normaalste zaak van de wereld. Ik sloot mijn ogen en luisterde naar de zangerige taal die mij totaal vreemd is, benieuwd waar ze het zoal over hadden.

Wat Pho

Het enige wat op loopafstand van ons appartement is, zijn massagesalons en een paar eettentjes. Voor het bezoeken van bezienswaardigheden, zijn we afhankelijk van gemotoriseerd vervoer. Natuurlijk nemen we ook de tuk tuk. Niet zomaar instappen, want er moet over de prijs onderhandeld worden. Dat laat ik graag aan een ander over. Pingelen is niet zo mijn ding.

Eerste stop: De tempel van de liggende Buddha. We hadden qua kleding al rekening gehouden dat schouders bedekt moesten zijn. Met gedrapeerde sjaals sloten we achteraan aan. Want ja, het is dan wel een tempel, maar op de eerste plaats toch vooral een toeristische attractie. Het is precies dat, waardoor we niet zo gecharmeerd waren. Het terrein heeft een paar gebouwen die door de meesten worden overgeslagen. Daar kunnen we derhalve op ons gemakje doorheen gaan.

Op loopafstand is het paleis. Tja, nu we hier toch zijn… Onderweg worden we meermaals aangesproken met de vraag of we misschien een Engelstalige gids willen. T-shirt inbegrepen. Dat laatste begrepen we niet, maar werd bij de ingang duidelijk. Nee, een sjaal is niet afdoende. Dat zou op zich geen belemmering hoeven zijn, maar de hele sfeer was ons net iets te opgeklopt. We bedankten en besloten op het gemakje in de schaduw van de bomen een wandeling te maken. Kleindochter Lieke van anderhalf kon zo zelf haar buggy duwen totdat we opnieuw in een tuk tuk stapten.

Aan de Mekong wordt bij schemering een watershow gegeven. Vol verwachting namen we plaats aan de oever van het bassin. Lieke vond dit erg interessant en stapte er pardoes in. Haar blonde koppie heeft in die contreien natuurlijk veel bekijks maar blootsvoets in het water spetterend deed menig moeder vertederd oh en ah roepen. Dit spektakel was leuker dan de paar fonteinen.

Een volgend spektakel lag aan de andere oever. Het King Power Mahanakhon gebouw met een bijzondere architectuur en een bijzonder aanbod: het hoogste observatieplatform van Thailand. In een paar seconden (twintig om precies te zijn) belanden we op de 75ste verdieping. Vanaf daar nog een paar trappen op. Het sneller kloppen van mijn hart heeft niet met inspanning te maken. Ik vind het ineens doodeng en vraag me af waarom ik hier in godsnaam `ja` op heb gezegd.

Met diepteangst op de Skywalk

Na jaren geleden een val van aanzienlijke hoogte overleefd te hebben, is er nog een restje diepteangst. Hoewel ik me er niet door wil laten leiden, krijg ik het aanvankelijk niet voor elkaar de skywalk op te gaan.

Dit glazen terras op 314 meter hoogte geeft zicht op de straat eronder en mag steeds door een beperkt aantal mensen, met ter plaatse uitgedeelde overschoenen, betreden worden. Mijn dochter en haar gezin hebben totaal geen reserve. De fotoshoot die ik vanaf de kant verzorg nodigt uit tot allerlei poses.

Mijn hart bonkt en ik heb een droge mond tegen de tijd dat zij klaar zijn. Mezelf toesprekend loop ik een rondje langs de tafels waar gasten zich, geanimeerd in gesprek, te goeddoen aan een hapje en een drankje.

Ook daar wordt voor gezorgd. Het uitzicht is spectaculair, daar kan ik oprecht van genieten. Dan stap ik naar de entree en doe de overschoenen aan. Het zal me toch potverdorie niet gebeuren dat ik hier zonder de wandeling weer vertrek!

Chinatown

Next stop Chinatown. Dat stond wel op mijn lijstje. De met typerende oranje lampionnen versierde wijk, is druk. Bijna te druk. Terrassen zijn vol en nodigen niet uit om er op het gemakje te gaan zitten. Na een wandeling maken we rechtsomkeert. Mijn schoondochter heeft een idee. We stappen met zijn allen in de metro en gaan naar een avondmarkt die nog niet zo lang geleden in het leven geroepen is.

Ze kunnen een gezellige drukte hebben, met muziek, lampjes en hele families die het er overduidelijk naar hun zin hebben. Zo ook hier. Een lange houten tafel geeft plaats aan ons groepje van 7. Bij de voedselstalletjes is er voor elk wat wils. Zelfs cocktails en hamburgers met een boodschap. Ieder broodje krijgt een symbool gebrand dat ontworpen is door een Boeddhistische monnik. Met elk hapje krijg je een doses `wealth and happiness` binnen. Mooi toch?

LEES OOK:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.