Tien tips om de top van Rinjani in Indonesië te halen

Rinjani in Indonesië legt jou het vuur aan de schenen
Een reisverhaal van Christianne Bongertman
Terwijl wij een paar dagen aan het genieten zijn van onze huwelijksreis in Indonesië, boeken wij op Gili Air de driedaagse klimtocht naar de top van Mount Rinjani. Deze vulkaan is gelegen in het noorden van het nabijgelegen Lombok. Dit zou een zware klimtocht zijn, maar na Gili Air zijn wij wel weer toe aan actie. De moeilijkheidsgraad van de beklimming nemen we beiden dan ook niet zo serieus. De volgende dag vertrekken we per boot naar Lombok, niet wetende wat voor barre tocht ons écht te wachten staat.
Dag één: een stijging van ruim 2.000 meter
Eenmaal aangekomen op Lombok gaan we met scootertaxi’s naar de geboekte accommodatie nabij Senaru. Diezelfde avond hebben we de briefing en de volgende ochtend start onze klimtocht op 600 meter hoogte. Onze groep bestaat uit twee andere Nederlanders, drie Spanjaarden, een gids en drie porters. De porters dragen het eten, drinken en de tenten naar het eerste kamp. Onze sneakers steken goed af tegen de bergschoenen van de rest van het gezelschap, maar als wij dan zien dat de porters op slippers of zelfs soms met blote voeten erg soepel naar boven lopen, doen onze sportschoenen luxe aan. Bij onze jonge gids ontbreekt het aan een vriendelijke uitstraling. Hij lijkt er niet veel zin in te hebben.
Op naar de kraterrand
Het eerste gedeelte vanaf Senaru gaat gelijk steil omhoog door dichtbegroeide bebossing die de warmte van de zon wat tegenhoudt. We zijn beiden redelijk fit, en de beklimming gaat ons goed af. Na drie uur klimmen hebben we onze eerste lunch. Op dat moment is het duidelijk dat je krijgt waar je voor betaalt. Wij zitten op de grond en moeten het doen met water en thee, terwijl anderen vanuit hun klapstoeltjes genieten van een cola en muesli bars als toetje. Desondanks doen we het niet slecht en komen we na ongeveer acht uur klimmen redelijk fit aan bij onze eerste slaapplaats in Plawangan Senaru, gelegen op de kraterrand en op een hoogte van 2.641 meter.
Met de harde stenen in onze rug proberen we een goede houding te vinden om te slapen.
Voor het eerst hebben we fantastisch uitzicht op het kratermeer Segara Anak en de top van de Rinjani. Het wolkenpak sluit onder ons terwijl de zon onder gaat. We brengen de nacht door in een tent op een flinterdun slaapmatje. Met de harde stenen in onze rug proberen we een goede houding te vinden om te slapen. Ondanks de kou en de harde ondergrond is er geen mooiere plek voor te stellen om te overnachten dan op deze kraterrand.
Dag twee: een afdaling en een stijging van 600 meter
Met veel pijn in mijn rug word ik wakker. Ik voel me – ook na de banenpannenkoek en warme thee – een stuk minder fit dan gisteren. Het andere Nederlandse stel vindt het wel genoeg geweest en gaat terug naar beneden. Vandaag lopen we een relatief korte hike van zes uur, waarvan de helft een steile afdaling naar het kratermeer Segara Anak naar 2.000 meter beslaat. Twee dagen terug heeft een grote brand gewoed waardoor dit deel afgesloten was voor klimmers. Hier en daar brandt het hout nog na. De porters snellen ons voorbij, maar het lijkt me hier niet prettig lopen op slippers of bloten voeten. Bij het kratermeer staat ons nog een hot spring ter ontspanning te wachten. Goed voor de spieren en tegelijkertijd een mogelijkheid om al het stof van je af te spoelen.
Klauteren van rots naar rots
Met rijst en kip als lunch bereiden we ons voor op de klim terug naar de kraterrand. Deze beklimming is zwaar en nog vele malen steiler dan op de eerste dag. Op sommige stukken gaat het recht omhoog en moeten we flink klauteren. Ik raak erg vermoeid. Na een klim van drie tot vier uur in de brandende zon komen we eindelijk aan op de 2.639 meter hoge kraterrand, vanuit waar we morgen naar de top gaan. Gelukkig weet ik mijn eerste colaatje te bemachtigen, het beste dat mij die dag overkomt.
Om 02:00 uur worden we al gewekt voor de beklimming naar de top.
Tijdens het avondeten voel ik me ook misselijk. Ik heb het idee dat we steeds de resten van de vorige maaltijden aangeboden krijgen. Voor de komende nacht ga ik mijn matje in de lengte dubbelvouwen. Het dilemma is dat ik zoveel mogelijk kleding zowel onder mijn rug wil stoppen, als wil aantrekken. We gaan maar snel proberen te slapen, want om 02:00 uur worden we al gewekt voor de beklimming naar de top.
Dag drie, deel I: nachtelijke topbeklimming naar 3.726 meter
Wanneer we worden gewekt, krijg ik met moeite nog een bananenpannenkoek naar binnen. Omdat we de top voor zonsopgang willen bereiken, vertrekken we rond 02:30 uur. Als een stel zombies gaan we samen met de overgebleven Spanjaarden beginnen aan het laatste gedeelte van de beklimming. Wij moeten nog 1.000 meter in hoogte stijgen, waar we volgens planning ongeveer drie uur over gaan doen.
Ik denk dat het de letterlijke steun in de rug van Sander’s hand maakt dat ik blijf doorgaan.
Omdat ik de thermobroek van Sander aan heb, trekt hij bij gebrek aan beter zijn pyjamabroek onder zijn korte broek aan. De kou in de nacht is snijdend, er staat een stevige wind en het is pikkedonker. We hebben wel een lampje, maar een hoofdlamp was handiger geweest. De grootste uitdaging van de beklimming van dit gedeelte is dat je bij twee stappen omhoog, één stap weer naar beneden zakt in het vulkanisch gruis. De misselijkheid, kou, harde wind, vermoeiende helling, slechte nacht – en ik kan nog wel even doorgaan – maken dat ik mij realiseer dat ik beter kan omkeren. Ik ben niet de enige die dat denkt, want de Spaanse dame in ons gezelschap houdt het ook voor gezien. Onze gids past ook zijn eigen strategie toe. Halverwege de klim gaat hij in de luwte achter een rots liggen om vervolgens een dutje te doen.
Ik denk dat het de letterlijke steun in de rug van Sander’s hand maakt dat ik blijf doorgaan. Ik vraag mij af of ik nog voortgang maak, want ik zie de zon al opkomen en die top maar niet dichterbij komen. Hoe verder we komen, hoe steiler het wordt. Na iets meer dan drie uur ploeteren komt het einde dan toch eindelijk in zicht. Samen halen we – weliswaar na zonsopkomst – de top van Mount Rinjani. Wat een waanzinnig uitzicht!
Dag drie, deel II: een afdaling van 2.500 meter
Het zwaarste gedeelte is achter de rug. Wat ik echter niet moet vergeten is dat ik vandaag nog flink moet afdalen naar de eindbestemming Sembalum, gelegen op 1.156 meter. Daar doen we volgens planning ruim tien uur over. Het schuivende gruis is tijdens de beklimming in je nadeel, maar tijdens de afdeling je grootste vriend.
We zijn relatief snel op het punt waar we die nacht begonnen zijn met de klim. Op dat moment is het loeiwarm en heb ik wederom grote behoefte aan cola om van mijn aanhoudende misselijkheid af te komen. Onze sneakers zijn geen succes en dit is vooral te merken tijdens de verdere afdaling met harde ondergrond. Op een gegeven moment ga ik verder op sokken, maar ook dat is geen goede oplossing in verband met de hitte en de brandhaarden. Deze tocht zit vol uitdagingen…
Omstreeks 16:00 zijn we dan eindelijk in Sembalum. Pas daar komen we onze verloren gids weer tegen en met z’n allen ploffen we neer in de achterbak van de truck. Terwijl we wegrijden van de Rinjani werpen we nog een laatste blik op de vulkaan. We zijn trots, maar bovenal opgelucht dat wij de komende dagen kunnen bijkomen op parelwitte stranden.
Vulkaanuitbarsting
Wat timing betreft, hadden we het zowel beter als slechter kunnen treffen. Beter, omdat Sander net een duikcursus achter de rug had op Gili Air. In verband met het risico op decompressie ziekte kan hiken op hoogte gevaarlijk zijn.
de vulkaan barst drie dagen na onze beklimming uit
Ook lopen we tijdens de tocht regelmatig tussen de verbrande zwarte velden en brandhaarden. We hadden het ook veel slechter kunnen treffen, want de vulkaan barst drie dagen na onze beklimming uit, waardoor het vliegverkeer op zowel Lombok als Bali zeker een week lang heeft stilgelegen. We kunnen het eiland voorlopig niet af, omdat ook onze vlucht is geannuleerd.
Barre tocht
Onderschat deze beklimming niet. Dit is zonder twijfel de meest barre tocht die ik ooit gemaakt heb. De beklimming vergt een goede conditie en doorzettingsvermogen. Een combinatie van factoren maakt het een grote uitdaging: de steilheid, harde wind, kou, hitte, hoogte en het vulkanisch gruis als ondergrond. Wij hadden niet de optimale voorbereiding, maar met wat meer informatie kom je al een heel eind.
Tien tips om de top van Rinjani te halen
Maak het jezelf zo makkelijk mogelijk door rekening te houden met de volgende tien tips:
- Ik beschrijf een driedaagse tour. Je kunt ook een twee-daagse tour boeken. Dan sla je het steile pad naar beneden naar het kratermeer over. En je kunt de tocht ook in omgekeerde volgorde wandelen.
- Vraag naar de exacte voorwaarden bij het boeken van de tour: wat voor maaltijden krijg je? Krijg je ook frisdranken en/of snacks of alleen thee en water? Zijn er fatsoenlijke slaapmatjes en tentjes inbegrepen?
- Neem zelf ook snacks en genoeg warme kleding mee, maar pak wel zo licht mogelijk. Dit houdt in: veel zoutjes, snickers, thermo’s, handschoenen en een winddicht jack.
- Neem medicijnen mee, zoals paracetamol en tabletten tegen hoogteziekte.
- Draag lichte bedekkende kleding tegen de zon en goede (bij voorkeur hoge) bergschoenen. Neem ook slippers mee.
- Neem een goede zaklamp mee, evt. een hoofdlamp voor ’s nachts als je in het donker naar de top loopt.
- Realiseer je dat je op de laatste dag tot wel veertien uur loopt. Zorg voor een goede conditie.
- Zorg ervoor dat je de laatste dag op tijd aan de klim begint (zo rond 2:00 ’s nachts), zodat je niet teveel achter elkaar aan loopt en je voor zonsopgang de top bereikt.
- In Indonesië kun je op veel plekken fantastisch duiken. Neem wel genoeg tijd (minimaal 24 uur) tussen het duiken en de klim. Dit heeft te maken met het verschil in hoogte waardoor decompressie ziekte zich kan voordoen als je na een duik in een omgeving met een lagere druk komt.
- Zorg voor een goed reismaatje en voor de nodige steun. Het is erg zwaar, maar het uitzicht is adembenemend mooi en je zult hier met elkaar nog vaak aan terugdenken.
Lees hier alle bijzondere reisverhalen van onze reporters
Christianne heeft al twee keer haar baan in Nederland opgezegd om voor langere tijd de wereld over te gaan. Het is volgens haar een gezonde verslaving, want het zet alles weer even in perspectief. Zij kan jou alles vertellen over wintersportgebieden buiten Europa, self drive safari’s in Afrika en waarom een reis naar Antarctica echt de moeite waard is.