Jordanië. Ik pakte mijn tas in en probeerde me voor te stellen wat de komende week me zou brengen. Ik zag zand voor me. Zand, hitte en woestijn. Bedoeïenen en kamelen. De Jordan Trail, rode rotsen en Dode Zee. En Petra, natuurlijk, de legendarische verloren stad, verscholen in een kloof. Alleen de gedachte al dat ik eindelijk een van de nieuwe zeven wereldwonderen met eigen ogen zou aanschouwen, maakte dat ik vol ongeduld naar de reis uitzag. Toeristisch? Ja, zeker.

Maar hoewel ik normaal gesproken geen fan ben van drukke toeristische plekken waar je op elke hoek wordt aangeklampt door souvenirverkopers, zijn er toch plekken die het trotseren van al die ongemakken waard zijn. Plekken die met goede reden drukbezocht zijn. Petra was voor mij een van die plekken, een bestemming die al jarenlang hoog op mijn verlanglijstje stond. Ook stond ik te popelen om kennis te maken met de Jordan Trail. De rest van Jordanië? Dat kon alleen maar een bonus zijn dan, zo redeneerde ik.

En? Hoe was het?

Na terugkeer was dat de meest gestelde vraag. Ik antwoordde telkens door mijn telefoon tevoorschijn te halen en de foto’s te laten zien. Meer antwoord heb je niet nodig, als je in Jordanië bent geweest. Want ja, er is Petra. Maar er is nog zoveel meer. Van de Rode Zee tot de Dode Zee, van Amman tot Wadi Rum en de vele minder bekende plekken die toch ook zo de moeite waard zijn. Een week is bij lange na niet genoeg, maar opende wel mijn ogen voor de veelzijdigheid van het land. In Wadi Rum ben ik nog steeds niet geweest, gelukkig. Want nu moet ik wel nog een keer terugkomen om mezelf in de woestijn te verliezen. En de Jordan Trail helemaal te gaan lopen.

Duizenden kleine steentjes

Op uitnodiging van de Jordan Tourist Board mocht ik een hele week lang het land verkennen, samen met een klein groepje andere journalisten. We beginnen onze reis gelijk al goed op Schiphol. Royal Jordanian vliegt ons snel en comfortabel naar Amman in minder dan vijf uur. Voor je het weet, bevind je je in een hele andere wereld, een van de grote geneugten van het reizen. Onze eerste nacht verblijven we in Madaba, op maar een half uurtje rijden van het vliegveld. Nu had ik voor deze reis nog nooit van Madaba gehoord, maar het blijkt wereldberoemd om zijn 5e– en 6e-eeuwse mozaïeken. 

In het Archeologische Park en in de kerk van St. George vind je de best bewaarde mozaïeken van dit tijdperk die ik ooit heb gezien. In de kerk vind je de ‘Madaba Map’, een landkaart van mozaïek uit de 6e eeuw dat pas in 1884 is herontdekt. Op de landkaart zie je Jeruzalem, de Dode Zee en nog veel meer Bijbelse plaatsen accuraat aangegeven. Sommige locaties op de kaart waren in 1884 nog onbekend en zijn met behulp van de Madaba Map door archeologen ontdekt. Telkens bleek hij accuraat.

Grensgebied

Na Madaba springen we in de auto om naar het noordwestelijke puntje van het land te rijden: Umm Qais, vanwaar je Syrië bijna kunt aanraken. Hier vind je de ruïnes van Gadara, waar je bijna struikelt over alle geschiedenis. De oudste overblijfselen hier gevonden dateren zelfs van de derde eeuw voor Christus. Onder je zie je vanaf deze heuvel de Zee van Galilea, de Golan hoogvlakte en Syrië liggen.

Zoveel geschiedenis dat het je haast zou gaan duizelen. Maar alle indrukwekkendheid ten spijt; ik ben hier niet gekomen voor de historie, maar voor de omgeving! Want een ander belangrijk feitje over Umm Qais is dat dit de startplaats is van de Jordan Trail. Met onze gids, die deze trail als zijn broekzak kent, verkennen we het eerste gedeelte van deze lange-afstandswandeling. Meer weten over de Jordan Trail en wandelen in Jordanië? Lees er hier meer over.

Moderne stad met oude roots

Als we na onze verkenning van de Jordan Trail in Amman terugkomen, krijgen we de moderne kant van deze eeuwenoude stad te zien. Ook hier kun je natuurlijk niet om de indrukwekkende geschiedenis heen, maar Amman is ook gewoon een hele moderne stad, waar het aangenaam vertoeven is. Natuurlijk bezoeken we de citadel, waar je op een en dezelfde locatie overblijfselen kunt vinden van bijna alle grote beschavingen die hier voorbij getrokken zijn sinds de Bronstijd.

Maar op dezelfde dag krijgen we ook een rondleiding langs de modernere cultuur van de stad. Met de Underground Tour krijg je een rondleiding langs een keur van muurschilderingen die je door de hele stad kan bewonderen. Een van de kunstenaars zelf verzorgt de tour, en kan je precies uitleggen wat alle kunstwerken betekenen.

Op weg naar Petra stoppen we nog een nachtje in het Dana Biosphere Reserve. Als je over de Desert Highway rijdt, zie je niks dan zand, asfalt en hier en daar een bedoeïenentent en kamelen. Maar zodra je afslaat richting Dana, verandert het landschap zo abrupt, dat we gelijk allemaal recht overeind zitten. Onder ons zien we de route van de Jordan Trail richting Petra lopen, de vallei door, en ik hoor het pad naar me roepen.

Als we aankomen in Dana, zijn we net op tijd voor de spectaculaire zonsondergang over de vallei. Onze koffers worden de kamer in gegooid en we racen allemaal halsoverkop naar buiten om het spektakel te bewonderen. Stil kijken we toe als de zon de bergen langzaam achterlaat in een diepe duisternis.

De rozerode stad

Dana zelf blijkt een gemoedelijke plek die redelijk wat natuurtoeristen trekt, maar waar het allemaal nog niet massaal voelt. Petra zelf, daarentegen, is dé toeristentrekker van het land. Een reis naar Jordanië zonder een bezoek aan Petra is bijna niet voor te stellen. En eerlijk is eerlijk, het is een erg indrukwekkende plek. Niet voor niets is het er altijd zo druk. De toegangskaartjes zijn zeker niet goedkoop, dus plan je bezoek zorgvuldig. Ga gelijk na opening, voor de tourbussen arriveren, of plan je bezoek zo in dat je via de ‘back trail’ naar binnen kunt gelijk na opening. (zie ‘Meer tips voor Jordanië’ onderaan dit artikel)

Deze ingang ligt bij Little Petra, zo’n 10-15 minuten rijden vanaf Petra en is minder druk, maar je zult wel vervoer ernaartoe moeten regelen. Als je aan het begin van de dag hier naar binnen gaat, kun je de twaalf kilometer naar de hoofdingang afleggen en tegen de stroom bezoekers in werken. Omdat je makkelijk een hele dag (of meer) door Petra kunt dwalen, zul je allicht pas aan het eind van de dag bij de hoofdingang terecht komen, als de meeste bezoekers alweer weg zijn. Ad Deir (het Klooster) wordt minder vaak bezocht dan Al-Khazneh (de Schatkamer), juist omdat het zo ver van de ingang vandaan ligt. Bezoekers die de hele route naar het Klooster afleggen vanaf de hoofdingang, moeten dan namelijk ook weer helemaal teruglopen, of regelen dat ze bij de achteringang worden opgepikt.

Wat je natuurlijk wel mist als je die route neemt, is de legendarische eerste blik op Petra. Nadat je 1,2 kilometer door een nauwe kloof hebt gelopen, vang je plotseling een glimp op van een rozerode kolom die door de vernauwing naar je lijkt te roepen. Met elke stap onthult de Schatkamer zich verder voor je, tot je ervoor staat, en vol ontzag omhoog kijkt. De schaal van deze graftombes, door de Nabateeërs uit de rotsen gehouwen nog voor onze Westerse jaartelling goed en wel begonnen was, is ontzagwekkend. 

Canyoning

Hierna is het weer tijd voor wat meer adrenaline. We gaan een middagje canyoning! Wadi Mujib is een populaire dagtrip voor de actievere toeristen, makkelijk te bereiken vanaf Amman of de Dode Zee. In deze canyon kun je jezelf prima een paar uur vermaken. Er zijn meerdere routes, maar voor de route die wij namen, heb je geen gids nodig. Je betaalt entree aan de kassa, krijgt een zwemvest mee en dan kun je zelf op pad.

Na een steile trap naar beneden loop je door het water verder de kloof in. Onderweg wordt het uitzicht steeds spectaculairder. Op de heenweg klauter je over diverse rotspartijen heen, soms met handen en voeten, soms krijg je wat hulp van touwen of ladders, maar er zitten geen hele technische stukken tussen, dus de route is geschikt voor iedereen. Op strategische punten in de kloof zitten toezichthouders die kunnen ingrijpen als je moeite hebt met een stukje, of als er opstoppingen of gevaarlijke situaties dreigen te ontstaan.

Aan het eind van de kloof sta je dan ineens voor een waterval, waar je nog rustig even kunt zitten en van het uitzicht genieten. Of als je nog niet genoeg water over je heen hebt gekregen, kan je achter de waterval langs klimmen en je in de stortvloed laten glijden vanaf de rotsen. Het waterniveau in de canyon, en dus ook de kracht van het water, varieert gedurende het jaar, dus elke trip kan anders zijn, maar hoewel de waterval met flinke kracht naar beneden kwam denderen toen wij er waren, was het voor ons prima te doen.

Dan is het tijd voor de terugweg! De natuurlijke glijbanen die door het water in de rotspartijen uitgesleten zijn, bieden het meeste vertier. Als het water hoog genoeg staat, kun je in de vlakkere stukken gewoon langzaam de kloof uitdrijven en naar de hemel hoog boven je kijken, die nog net tussen de wanden van de kloof doorpiept.

Praktische tips voor Wadi Mujib

  • Trek waterschoenen aan, of schoenen die nat mogen worden. Slippers zijn geen goed idee, omdat het water hier en daar best hard stroomt. Je klimt over rotsen en stenen die hier en daar puntig of scherp kunnen zijn.
  • Neem geen waardevolle spullen mee! Alles wat je bij je hebt, gaat nat worden. Als je iets laat vallen, neemt de stroom het mee en ben je het kwijt. 
  • Laat dus ook zonnebrillen, petjes, e.d in de auto. Je loopt meestal in de schaduw, dus je hebt ze niet nodig.
  • Neem droge spullen mee in de auto voor na afloop. In de toiletten zijn omkleedhokjes.
  • Bij de kassa kun je een drybag huren voor dingen die je absoluut mee wilt nemen. Als je foto’s wilt nemen, gebruik dan een waterdichte telefoon of GoPro.

(Toegang vanaf 18 jaar, in de winter is alleen de droge wandelroute geopend).

Drijven in de Dode Zee

Als afsluiter van onze reis brachten we nog een nachtje door in de laagste plek op aarde: de Dode Zee, maar een half uurtje rijden vanaf Wadi Mujib. De meeste hotels hier zijn gericht op luxe en wellness, maar er zijn ook een paar openbare stranden waar je terecht kunt. Dobber in de Dode Zee, smeer je in met de befaamde modder en spoel het geheel weer af in het extreem zoute water (9x zouter dan de oceaan). Even douchen met zoet water, en daarna voelt je huidje zacht als boter. Zorg er wel voor dat je hoofd niet onder water komt (ik kreeg wat druppels op mijn lip en hoef de rest van het jaar geen zout meer te doen op mijn eten).

Het water in de Dode Zee voelt bijna olieachtig aan, en het is een buitengewone ervaring om te voelen hoe het water je bijna boven het oppervlak uittilt. Je benen onder water houden is een constant gevecht dat je snel genoeg opgeeft, waarna je rustig op je rug kan dobberen. Als je timing goed is, ben je er misschien rond zonsondergang en zie je de zon ondergaan boven de bergen aan de overkant van de zee, boven Israël. Want de grens tussen Jordanië en Israël loopt hier dwars door het water heen. 

Wat de toeristen niet meekrijgen hier, is hoe snel de Dode Zee aan het verdwijnen is. In de afgelopen vijftig jaar is de Dode Zee naar verluidt al een derde kleiner geworden. Verdamping is natuurlijk al sinds jaar en dag een van de grootste boosdoeners, maar ook de industriële winning van potas, natriumchloride en broom uit het water draagt een flink steentje bij tegenwoordig.

Onderweg naar de Dode Zee kom je dan ook eerst langs een flink eind opgedroogde kust, uitgestrekte zoutvlaktes waar ooit de Zee was en nu alleen nog maar een dor en wit uitgeslagen aarde vol kraters en zinkgaten. De vraag is dan ook hoe lang de Dode Zee nog een zee zal blijven? Hij wordt steeds zouter en steeds kleiner. Toch was mijn bezoek een aangename afsluiter van mijn veel te korte reis naar Jordanië, en hoop ik snel weer eens terug te keren voor meer.

Meer tips voor Jordanië

  • Als je van plan bent om zoveel mogelijk te bekijken als je toch in Jordanië bent, koop dan voor je reis een Jordan Pass. Hiermee hoef je geen visumkosten te betalen en zijn de entreekosten voor alle grote bezienswaardigheden in het land inbegrepen. De goedkoopste Jordan Pass kost op het moment van schrijven 70 JOD (zo’n 93 euro). Met deze pas mag je één dag naar Petra.
  • Voor maar 10 JOD of 13 euro extra, koop je de ‘Jordan Expert’ pas, waarmee je drie dagen achter elkaar Petra binnen mag. Als je bedenkt dat een los entreekaartje voor Petra per dag al 50 JOD is, dan is de duurdere pas dus een goed idee als je nog niet zeker weet hoe lang je in Petra wilt rondkijken. Het is een erg groot complex!
  • Ook zo dol op het Jordaanse eten? Leer het zelf te maken met kookles van Jordaanse oma’s! Bij Beit Sitti (‘oma’s keuken’) in Amman leer je de fijne kneepjes van het koken van al die heerlijke gerechten die je al je hele vakantie naar binnen zit te werken. Voorlopig niet in Jordanië, maar wil je al wel vast een voorproefje? Op hun website vind je ook alle recepten.

Wadi Hasa Jordanië

Jordanië is misschien niet het eerste land waar je aan denkt als je op zoek bent naar een wandelvakantie, maar dat zou weleens kunnen veranderen in de nabije toekomst.

De Jordan Trail is een lange-afstandswandeling die de laatste jaren steeds meer aan populariteit wint. Of ga voor een van de vele andere prachtige kortere wandelingen die Jordanië rijk is.

Lees hier meer over de Jordan Trail


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.