Vandaag is de laatste etappe in Laos, richting Huay Xai, het plaatsje bij de Thaise grens waar ik voor drie avonden een bed in een hostel heb gereserveerd. Ook nu wil ik de tijd nemen na een lange dag op het water. Nadat we onder een van de vriendschapsbruggen doorgegaan zijn, komt na bijna acht uur uitzicht op de oevers, het stadje in beeld. Ook deze dag was gevuld met natuurschoon en inkijkjes in het leven van langs de rivier wonende families.

Blij dat ik de benen kan strekken besluit ik de anderhalve kilometer naar `Little hostel` lopend te doen. Het ligt aan de hoofdstraat en blijkt omringd door knusse eettentjes en drinkgelegenheden. Mijn eerste avond is in deze gezellige drukte meteen een succes. Uitgerust kan ik op dag twee lopend de omgeving verkennen. Er zijn een ruïne van een Frans fort, tempels en het oude rode kruis gebouw met sauna. Genoeg te verkennen. Bovendien ontbreekt natuurlijk ook hier de markt niet.

Zowel in de vroege ochtend als de late avond zijn, op verschillende locaties, handelaren druk met het aanbieden van hun waar. Verse vis, groente en heerlijk ruikende kruiden. Voor de toerist is er een enkele kraam met sjaals, tasjes en kinderkleding. Ik kan de verleiding niet weerstaan en schaf voor mijn kleindochter een schattig jurkje aan. Kleurrijke folklore. Dat maakt me enthousiast.

kleurrijke jurkjes voor mijn kleindochter

Een babbeltje met een monnik

Bij een van mijn omzwervingen beland ik aan tafel bij een monnik. Op het terrein met de bonte tempel ben ik de enige gast en de donkerpaars in plaats van oranje geklede man heeft zin in een babbeltje. Hij wil zijn Engels oefenen en eindelijk kunnen mijn vragen beantwoord worden. De jongemannen zijn net bezig de vuile borden te verzamelen. Het is tijd voor de afwas. Een van hen brengt ons, op verzoek van zijn meerdere, een glas water en een flesje Fanta. Mijn gastheer, die naar schatting ergens in de dertig is, wil weten waar ik vandaan kom en wat ik zoal doe.

Op mijn beurt wil ik meer weten over het leven van een monnik. Dat er veel jongemannen zich aansluiten is omdat ze op deze manier hun scholing kunnen krijgen. Niet per se om monnik te worden, want, zo leert hij me, deze jongemannen zijn novicen en na de schooltijd niets verplicht. Dat hij er wel voor gekozen heeft is omdat hij voelt dat het hem past. Hij leert en bidt graag. Geen huwelijk is geen punt. Een vrouw mist hij niet.

Wat hij soms wel mist is zijn familie. Die kan hij maar af en toe bezoeken want ze wonen in dorp een eind hier vandaan. Na nog wat gekeuvel moeten we afscheid nemen. Hij heeft dingen te doen. Na nog wat rondlopen verlaat ik het terrein waar ik onderweg, bovenaan de trap, tot mijn verbazing een vrouw de afwas van de jongens zie doen.

de afwas…

Mijn laatste middag wil ik doorbrengen in de sauna bij het Rode Kruis gebouw. De ervaring in Luang Prabang is me prima bevallen. Het gebouw is wat minder charmant, maar ook van hout en heeft een fantastische ligging. Aan de achterzijde is een grote veranda met een lange tafel vanwaar een rustgevend uitzicht op het water geboden wordt. Met een flauwer wordend zonnetje is het daar heerlijk bijkomen na het stoombad dat geurde naar de daarin geweekte kruiden.

Om nog wat na te genieten en verder af te koelen, loop ik op het gemakje langs de kade. Aan de overkant van het water ligt Thailand. Een gigantische gouden Boeddha kijkt vanaf de heuvel in de verte. Aan mijn kant zijn onder een overkapping een paar novicen in gesprek. Op mijn vraag of ik een foto mag maken wordt positief geantwoord.

De geur uit mijn rugzak

Terug in het hostel word ik aangesproken door de eigenaresse. Mijn kamer deel ik met vier jonge vrouwen waarvan een geklaagd heeft over de geur uit mijn rugzak. Mij wordt aangeboden een was te draaien maar ik schiet in de lach. Allereerst omdat ik het oprecht grappig vind dat een twintig jarig meisje denkt dat mijn kleding vies is en de rollen zijn omgedraaid. Wie had gedacht dat ik op 58-jarige leeftijd, moeder van twee kinderen en oma zijnde, er nog op aangesproken zou worden?

Bovendien weet ik dat mijn kleren schoon zijn. De geur is afkomstig van een mottenbal die tegenwoordig vast onderdeel van mijn uitrustig is. Waarom? Omdat ik tot twee keer toe onaangenaam verrast werd door beestjes die heerlijk tussen mijn bepakking een nestje hadden gemaakt. Honderden grote mieren krioelden er lustig op los, zich niet bewust dat ze van Bali naar Lombok waren verhuisd. Waar ze overigens vervolgens allemaal de dood vonden.

Gif mijd ik zoveel mogelijk, maar nu moest er grof geschut aan te pas komen. Daarnaast kon de zon haar werk doen. Deze tip krijg je erbij: warmte doet ze de plek verlaten. Een andere keer waren er kakkerlakken meegelift. Om dit te voorkomen reis ik dus steevast met een mottenbal in een plastic zakje. Dusdanig dat mijn komst niet via mijn kleding al van verre aangekondigd werd. Gisteravond heb ik blijkbaar het zakje niet voldoende gesloten…

Afscheid van Laos

Vanochtend neem ik, na een lange wandeling waarbij ik opnieuw bedelende monniken tegenkom, afscheid van Laos. Achterin een pick-up kruip ik naast een groep reizigers. Ik hoor Engels, Frans en Duits. Geen andere Hollanders aan boord. Onze taal hoorde ik sowieso nauwelijks hier. Een korte rit brengt ons naar de vriendschapsbrug waar ik een paar dagen geleden onderdoor voer.

Er zijn er een paar die Thailand en Laos met elkaar verbinden. Sommigen hebben een officiële grenspost waar ook de visa geregeld kunnen worden. Het land uit en in is een fluitje van een cent voor de meesten. Ik heb in mijn volgende plaats al een overnachting geboekt en krijg zonder verdere vragen mijn stempel. Wie nog niets heeft, moet praten als Brugman om doorgelaten te worden. Maar uiteindelijk kan onze reis voortgezet worden. Next stop: Chiang Rai.

!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.