Reizen door Laos | De Thakhek Loop, deel 2
Lees hier deel 1 van dit verhaal over Caroline’s reis door Laos
Het houten hoofdgebouw biedt plek voor een boel gasten. Lange houten tafels staan uitnodigend op bezoekers te wachten, maar ik ben de enige. De echtgenote maakt me een heerlijk ontbijt met toast en roerei Laos stijl. Er zijn tomaten en uien meegebakken. Het smaakt me prima en met een goed gevulde maag stap ik op de scooter voor een rit naar de Kong Lor grot. Een plek die vooral met superlatieven wordt omschreven.
Wat mij al eerder was opgevallen is de hoeveelheid mannen die langs de weg hun blaas legen. Het is meer regel dan uitzondering dat ik er minstens vijf per dag zie staan. Vandaag is geen uitzondering. De meneer die me een tijdje geleden inhaalde, heeft zijn scooter midden op de weg gezet en staat langs de kant als ik er voorbij wil. Met genoeg ruimte tussen hem en de scooter hoef ik niet uit te wijken. Met een rustig gangetje wil ik voorbijrijden er totaal niet op bedacht dat hij zich zou omdraaien en proberen de weg te sperren.
Verbouwereerd en ontzettend boos
Stoppen doe ik niet, maar hij krijgt het wel voor elkaar me hard bij een borst te pakken. Het doet pijn en ik ben naast verbouwereerd ontzettend boos. Even overweeg ik om terug te rijden en hem een knietje te geven. Niet bang voor een confrontatie. Als ik achteromkijk en ‘fuck you’ roep, blijkt hij me met een sardonische grijns na te kijken die me kippenvel bezorgd. Nog een tijdje achtervolgt deze blik me, maar de omgeving is te mooi om me erdoor te laten leiden.
Al gauw heb ik mijn goede humeur terug en wacht er een andere uitdaging. Niets indrukwekkends, maar vind het toch even spannend als ik voor een brug kom te staan die van houten planken is gemaakt. Het ziet er allemaal stevig uit, daar niet van, maar ik vraag me af hoe het met de tussenruimte zit. Met een voorwiel vast lopen is geen pretje. Net als in Indonesië heb ik kinderen op scooters gezien. Ze groeien ermee op zoals wij de jeugd leren fietsen en draaien er derhalve hun hand niet voor om routes te rijden waar ik liever nee tegen zeg. Maar het gaat heel makkelijk. Als ik na een tijdje weer zo’n brug over moet gaat het met dezelfde gang verder.
Grijs, groen en rood
De rit voert door een vallei waar ik omringd ben door grijze heuvels, groene velden, bomen in blad en rode aarde. De glimlach op mijn gezicht en twinkeling in de ogen, zijn weliswaar verborgen voor de buitenwereld, maar ik ben me er heel goed van bewust. Wat een rijkdom hier met mezelf op pad te zijn! Bij de ingang van het park dat naar de grot leidt, sluiten twee Australische jongens zich bij me aan. De boten die de bezoekers door de tunnels varen, hebben plek voor maximaal drie personen.
We delen de kosten en lopen even later met de bestuurder richting ‘long-tails’, de lange smalle houten bootjes, zo typerend voor zuidoost Azië. Ze worden aangedreven door een, gelukkig, behoorlijk stille motor. De omschrijvingen over deze grot zijn niet gelogen. Het is werkelijk heel indrukwekkend. We varen 7,5 kilometer door ruimten die tot wel honderd meter hoog zijn. Een en ander alleen verlicht door onze zaklampen die we bij de kaartjes verkoop meekregen.
We stappen onderweg een keer af om goed verlichte formaties van dichtbij te bekijken. Iets buiten de grot meert de boot aan bij een haast ongerept oud dorpje, Ban Natan, waar voldoende tijd gegeven wordt om op onderzoek te gaan. De jongens blijven langs de rivier zitten en eten een hapje bij een van de eetstalletjes die altijd wel bij een attractie te vinden zijn.
Kruiwagens die dienst doen als kinderwagens
Ik heb zin om de boel te verkennen en loop over een zanderig pad waar links en rechts een huisje staat. Onderweg kom ik een moeder tegen met een kruiwagen die dienstdoet als kinderwagen. Als een jonge vrouw met haar scooter voorbijrijdt vraag ik of ze zin heeft mij een stukje mee te nemen. Omdat ik geen idee heb waar ik precies beland ben hoop ik dat ze me wat kan laten zien. Het hele dorp rond heeft ze geen zin in, maar wil me wel ergens afzetten.
Dat blijkt een gouden greep. Een groep dorpelingen zitten met elkaar aan tafel. Mannen hebben muziekinstrumenten en het bier vloeit rijkelijk. Sommige vrouwen zijn in traditionele dracht gekleed. Een paar kauwen op gevulde betel bladeren. Deze gewoonte is inmiddels geen alledaags beeld meer. Een vrouw van naar schatting ergens in de zeventig, lacht haar roodbruine tanden bloot, aangetast door het vele gebruik. Dieprood gekleurde spuug verlaat in straaltjes met regelmaat haar mond. Goed gemikt in een bakje dat haar bedrevenheid verraadt.
Ik word met enthousiasme onthaald en krijg een plek aan tafel. Een vrolijke vrouw met even zo vrolijk gekleurde jurk, voert mij, letterlijk, vanaf haar bord. Behoedzaam, met een hand eronder, brengt ze een lepel naar mijn mond. Het smaakt prima en ik kan zonder gêne de dis met haar delen. Bovendien wordt er van me verwacht dat ik meedrink. Mijn beker raakt niet leeg. De mannen hebben zin om een en ander muzikaal te omkleden. Eten en dansen wisselen elkaar af. Zo heb ik het graag en geniet volop. Met ietwat spijt moet ik afscheid nemen. Het wordt langzaamaan tijd weer richting boot te gaan. Er zal op me gewacht worden.
Onderweg terug naar het beginpunt, krijgen we nogmaals de gelegenheid een ruimte met fraai gevormde druipsteen formaties en stalagmieten te bezoeken. Dit is een plek waar we ons wel heel nietig kunnen voelen. Buiten de grot is een heerlijk meertje waar aan de ene kant van een grote rots vissen zwemmen en het verboden is voor ons. Maar aan de andere zijde, waar het wel is toegestaan, besluiten zowel de jongens als ik verkoeling te zoeken alvorens we afscheid nemen.
Dankbaar voor de ervaring rijd ik op het gemakje terug naar `het resort` waar de koeien me welkom heten en de gastvrouw me een lekker avondmaal voorschotelt. Het zijn gebakken loempia’s. Een bord vol. Eigenlijk te veel, maar het smaakt zo goed dat ik alles opeet. De groente die ik gevraagd had, kwam in de vorm van een bak rauw groenvoer. Nog wat genieten van de ondergaande zon, een telefoontje met een vriendin en ook deze dag zit erop. Morgen vertrek ik. De reis zet zich voort richting andere bezienswaardigheden. Daar heb ik nu al zin in!
Voor mij kan reizen alle kanten op. Als coach en therapeut ben ik geïnteresseerd in de binnenwereld en loop graag een stukje mee op het pad van mijn cliënten. De aardbol verkennen doe ik het liefst alleen. Waar ik ook ben, mijn cliënten blijf ik begeleiden. Zo hoef ik mijn reislust niet op te geven. Ik heb twee kinderen en ben oma. Mijn motto `schaamteloos vrijuit` gaat over trouw zijn aan jezelf, ongeacht wat een ander ervan vindt. Schrijvend hoop ik je een stukje mee te kunnen nemen op avontuur!