Annapurna Circuit trek en Base Camp trek | 300 kilometer door de Himalayas
Annapurna Circuit trek en Base Camp trek | 300 kilometer door de Himalayas
Een reisverhaal van Stefan van Gestel
Eind Augustus 2019 vlogen mijn compagnon Thijs en ik naar Nepal om de Annapurna Circuit trek te lopen, de geroemde bergroute welke je rond het imposante Annapurna massief in de Himalaya leidt. Een route die gemiddelde rond de twee à drie weken duurt, afhankelijk van waar je begint en eindigt. Een van de karakteristieken van de route zijn de uiteenlopende klimaatzones die je doorloopt binnen het relatief korte tijd- en ruimtebestek.
De trip startte voor ons in het subtropische regenwoud rond de 800 meter hoogte, en leidde via een met naaldbomen bezaaid gematigd klimaat naar een hooggebergte klimaat tot de Thorung La pas op 5416 meter hoogte. Van hieruit daalden we af op de grens met het Tibetaanse plateau wat richting het zuiden snel werd opgevolgd door bossen rijk gevuld met naaldbomen, waarna de route voor ons eindigde in het subtropische regenwoud.
We hadden als doel om de gehele route zo volledig mogelijk te doorlopen, en waar mogelijk nog wat side treks te doen. Uiteindelijk hebben we de volledige trek met als startpunt Bhulbhule en inclusief de sidetrek naar Thilicho basecamp en Annapurna Base Camp in 19 dagen afgerond. Hoe dat allemaal ging? Dat lees je hieronder!
Kathmandu
Iedere Westerling die het land van Never Ending Peace And Love bezoekt sluist zichzelf genoodzaakt door Kathmandu. Voor ieder die nog nooit een Aziatisch land is binnen getreden is een cultuurshock haast gegarandeerd. De stad barst uit zijn voegen door de enorme urbanisatie wat van het centrum tot aan de buitenwijken te merken is.
Het straatbeeld kenmerkt zich door een zee aan chaotisch verkeer, aangevuld met straathonden en incidentieel een herkauwende viervoeter. De koe is er immers heilig en zal zowel beheerd als onbeheerd haar stempel op het straatbeeld drukken. Veel gebouwen zijn sinds de aardbeving van 2015 gestut met houten balken of liggen nog deels in puin. Een stofmasker is een pre wanneer de zoveelste stoet motorrijders langs je af raast over de soms half geasfalteerde wegen, en wanneer tijdens een wandelingetje een penentrate geur je neus overweldigd zal het je opvallen dat de rioleringspraktijken niet altijd zijn afgeschermd van het daglicht.
Verkeersregels zijn eerder richtlijnen en onder de verkeerslichten die nooit aan staan vind je politie agenten die met hun handen wapperend het verkeer in goede banen proberen te leiden. Het is het bekende beeld van deze metropool waar geen enkel gebouw in de buurt komt van de meest coulante classificatie van een wolkenkrabber.
Dit is geen blog voor City Reporters, maar Kathmandu is onlosmakelijk verbonden met iedere trekking en mountaineering ervaring in Nepal. Het is het startpunt voor iedereen die in Nepal de hoogte in wilt gaan. Wie echter verwacht een blik op de Himalaya te kunnen werpen vanuit Kathmandu komt snel bedrogen uit. Door de luchtvervuiling zijn bezichtigingen vanuit de stad zeldzaam. Toen ik in 2017 eventjes in Kathmandu woonde heb ik op één hand kunnen tellen hoe vaak ik de bergen kon zien vanuit de stad, vaak voorberhouden aan dagen waar een flinke plensbui aan voorafgegaan is.
Aangekomen zijn we na een stormbezoek aan de tempels en wat andere populaire bezienswaardigheden in Kathmandu snel uit ‘little India’ gevlucht naar Sauraha, een dorpje tegen Chitwan National Park.
Sauraha
In dit kleine dorpje gelegen aan de grens met India werden we voor het eerst getrakteerd op een uitzicht op de iconische Himalaya pieken. Sauraha ligt in de Terai, de naam voor het zuidelijke, relatief vlakke gedeelte van Nepal waar de rivieren uit de Himalayas vruchtbare gronden hebben afgezet. Door de vlakte wordt de schaal van de bergen goed duidelijk. De Himalaya reuzen lijken op het eerste gezicht achter de eerstvolgende heuvels te liggen, en niet 80 kilometer verderop waar ze de grens met China markeren. Duidelijk herkenbaar was de Manasalu met haar top 8156 meters boven zeeniveau. Enkele dagen later zouden we deze iconische berg aan onze rechterzijde passeren.
De vele accomodaties verraden dat Sauraha in het hoogseizoen een retepopulair toeristenoord is. Niet het minste door de mogelijkheid om op safari te gaan in het naburige Chitwan National Park. Waar de chaffeur van onze jeep met stenen naar een neushoorn begon te gooien om hem uit de bosjes te lokken en de jacht naar wilde dieren tijdens onze voetsafari werd verstoor door herrieschoppende foeragerende locals. Het is ook de plek waar olifanten een populairder vervoersmiddel lijken te zijn dan auto’s, waar een paar jaar eerder tijdens het avondeten opeens een wilde neushoorn langs onze tafel liep en waar we dit jaar nipt 2 wilde tijgers miste die aan het drinken waren bij de rivier.
Vanuit Sauraha vertrokken we naar Pokhara. Pokhara is de 2e stad van Nepal en de sluis naar het Annapurna massief. Tijdens de busreis vingen we al wat spannende blikken op van het dak van de wereld. Aangekomen in Pokhara was het zicht gesluierd in wolken. Pas toen we de volgende dag onze permit op gingen halen werden we getrakteerd op het imposante uitzicht op de Machapuchare, de meest herkenbare en iconische berg van het Annapurna massief, ook wel de ‘Nepalese Matterhorn’ genoemd.
Deze berg is met net geen 7000 meter een kilometer minder hoog dan de omliggende pieken, maar staat dichter bij Pokhara en lijkt daardoor boven de rest uit te torenen. Ze is beklommen maar de piek is nooit overwonnen, uit respect voor de god Shiva die er zou wonen. Het uizicht vanaf Pokhara op de bergen is fenomenaal en geen enkele foto kan die kolossale indruk van het aanblik van de Himalaya reuzen overbrengen, het is een aangezicht waarvan het licht direct je netvlies zal moeten bereiken om je mond van open te doen vallen.
De volgende dag, 29 Augustus, bracht de bus ons naar Besisahar wat min of meer wordt gezien als het officiële startpunt van de trek. Bij de eerste permit check vernamen we dat er rond deze tijd slechts ongeveer 20 mensen per dag aan de trek begonnen, een sterk contrast met de honderden in het hoogseizoen. Hierna bracht de de lokale bus ons naar Bhulbule vanwaar we de benenwagen namen, de trek was voor ons eindelijk begonnen!
Annapurna Circuit Trek
De eerste kilometers maakten we onder een ongezellige grauwgrijze lucht. We hadden de gok genomen om de route te lopen aan het einde van het regenseizoen en die grauwgrijze bewolking zou ons voor het grootste gedeelte van de reis helaas het zicht op de Himalaya pieken ontnemen. Het aangezicht van die eerste kilometers week niet veel af van het Nepal zoals je het overal in Nepal vindt. We volgden de onverharde weg waar al snel de Chinese inmenging in het land zichtbaar werd door de aanbouw van een flinke waterkracht centrale. Deze eerste dagen kenmerkte de route zich door het passeren van rijstvelden te midden van idylische dorpjes waar de tijd stil heeft lijken te staan. Incidenteel werden we van dorp tot dorp begeleid door een hond wat goed uitkwam gezien het gebrek aan wegmarkeringen.
De eerste twee dagen waren ontzettend warm en vochtig waardoor we liters vocht zweetten ondanks dat dat ons met deze luchtvochtigheid geen verkoeling bracht. Het vocht vulden we aan met water uit stroompjes welke we met purificatie tabletten op smaak brachten. Het waren de laatste dagen van Augustus en het regenseizoen had zijn sporen achtergelaten, de paden waren vaak modderig, grote stukken helling waren weggespoeld inclusief paden en vaak werd het pad gekruist door een waterval aan regenwater uit de bergen.
Alle paden in de vallei volgen de Marsyangdi rivier naar het Noordwesten. Aan de westerse zijde van de vallei, de wandelroute loopt oostelijk, is enkele jaren geleden een jeep route uit de bergwand gehakt waardoor een flink stuk van de route over te slaan is. Natuurlijk is dit niet onbekritiseerd gebleven. Het tast volgens velen de integriteit van de route aan. Maar hier in Nepal is de natuur nog vaak ongetemd, en een enorme landverschuiving had honderden meters van deze weg weggespoeld. Aan beide kanten werd ijverig met graafmachines de weg weer vrij gemaakt. Het zou volgens locals nog weken duren voordat de weg weer vrij zou zijn. Als zelfbenoemde ‘puristen’ lachten we erom. Het was hier, pas na een dag of 3, dat we de eerste andere toeristen tegen kwamen. Toeristen welke de Jeep route namen waren namelijk genoodzaakt om de vallei over te steken en de route een stukje te voet af te leggen om de landverschuiving te omzeilen.
Ondertussen maakte we kennis met de welbekende wormachtige parasitaire metgezellen op onze voeten. Het is in de regio gelukkig het minst ergerlijke organisme welke uit is op je bloed, de muggensteken zijn een tikkeltje intenser en veelvuldiger dan in Nederland. De kundigheid van de bloedzuigers is werkelijk wonderbaarlijk; hoe goed je je schoenen ook afdicht en je broek in je extra dikke sokken stopt, alsnog vind je ze aan het einde van de dag tussen je tenen zich tegoed doen aan je bloed.
Het eerste gedeelte van de trek is vrijwel ieders doel Manang. Manang is het laatste bastion met een beetje faciliteiten en winkeltjes van waaruit de treks beginnen welke het echte hooggebergte doorkruizen. Spannend was de dag dat het intens regende en we een hangbrug over de rivier troffen welke gedeeltelijk in elkaar was gestort. Hierdoor hebben we de kolkende rivier over moeten steken door over een boomstam te kruipen. Net als in de film!
We zaten inmiddels al over de 3 kilometer hoogte en terwijl we Manang naderde begon ik steeds meer de hoogte te voelen. Symptomen als hoofdpijn en een licht vertekend gezichtsveld deden hun intrede. Gelukkig verdwenen de symptomen doorgaans na een nachtje onder de wol. Ondertussen had het grauwgijze wolkendek ons al die dagen van een uitzicht op de bergen beroofd, maar ter hoogte van Ghyaru konden we dan eindelijk de pieken zien. Annapurna II presenteerde zich voor onze neus van top tot teen. Geweldig!
Eenmaal in Manang aangekomen heb ik een rustdag genomen. Terwijl ik de was deed en mijn beenspieren de nodige rust gaf deed Thijs deze dag een korte side trek naar Ice Lake met de Zwitserse Matthias die we de dag ervoor hadden leren kennen. Matthias liep de route om te acclimatiseren om met een Chinese expeditie de Manaslu te beklimmen en werd vervolgens voor een paar dagen onze metgezel. Matthias is een fanatieke sportieveling en is geen onbekende in het gebied. Hij heeft de zware sneeuwstorm van 2014 meegemaakt waarbij destijds 43 mensen zijn omgekomen – de grootste Nepalese trekking ramp tot nu toe. Lees hier deel II van mijn reisverhaal!
Ik heb een passie voor de natuur en de dynamieken van onze leefomgevingen en volg een opleiding binnen de contouren van systeem aarde en klimaatwetenschappen met focus op de interacties tussen menselijke en natuurlijke componenten aan Wageningen University.