Reisverslag Nepal | Een trektocht door de adembenemende landschappen rond Manaslu
Om half vier openen we de rits van ons tent en verruilen de behaaglijke warmte voor de ijzige kou van het hooggebergte. Buiten is het pikkedonker. Aan de hemel fonkelen ontelbare sterren rond de bergen waartussen we ons bevinden. In de verte zien we een lange sliert lampjes zich langzaam verplaatsen. Het zijn de wandelaars die nog eerder dan wij zijn begonnen aan de lange, zware klim naar de 5.160 meter hoge Larkya La. Na een schraal ontbijt van waterige havermout en een smaakloze pannenkoek zijn wij aan de beurt.
Onze hoofdlampen schijnen op het bevroren pad dat zich door de sneeuw naar boven kronkelt. Het krakende geluid van onze voetstappen in de sneeuw en onze gedempte ademhaling zijn de enige geluiden die klinken. De inktzwarte duisternis maakt plaats voor het eerste roze ochtendlicht dat rond de silhouetten van de bergen schijnt. Langzaam worden de details zichtbaar van de witte woeste wereld waar we ons in bevinden.
Al ruim een week zijn we aan het wandelen over smalle paden. We zijn dagen lopen verwijderd van de dichtstbijzijnde plek waar een auto kan komen. We zijn dichter bij Tibet dan bij Kathmandu. Hoe hoger we komen, hoe kleiner en armoediger de dorpen worden. De meeste huizen van op elkaar gestapelde stenen hebben sinds de zware aardbeving van 2015 blauwe golfplaten daken. Vanaf 3.000 meter laten we het nevelwoud met de langoeren (apen) achter ons. De mensen verbouwen bloemkolen en broccoli.
Overal liggen de wortels te drogen van wat lijkt op gember of aardpeer, maar wat door onze gids ‘medicine’ wordt genoemd. Tot 3.500 meter zijn er appels te krijgen en in een café ver van alles verwijderd eten we appeltaart. Het loofbos wordt verdrongen door naald. Het erosie gevoelige zandstenen gebergte ligt achter ons. We lopen tussen loodrechte, imponerende rotswanden, waar lammergieren en steenarenden nestelen. Met een stijve nek turen we naar de met sneeuw bedekte toppen, waartussen we deze imponerende vogels zien zweven.
Dal-bhaatistan
Toerisme is een belangrijk onderdeel van de Nepalese economie, maar met 4 % van het BNP niet de belangrijkste. In de bergen lijkt dit anders te zijn. Langs de route die we lopen in de Manaslu regio lijken de wandelaars de belangrijkste bron van inkomsten te zijn voor hele dorpen en hun gemeenschappen. De wandelaars hebben plaatsen nodig om te overnachten en te eten. Vanwege de verplichting met een Nepalese gids te reizen en de gewoonte om bagage te laten dragen, reizen de meeste wandelaars met een hele entourage. Langs de route is dan ook een hele infrastructuur ontstaan van zogenaamde ‘teahouses’, waar kan worden overnacht en gegeten.
Ook wij hebben een gids, die tevens de drager is van één van onze rugtassen. Dawa is onze zogenoemde ‘porterguide’, maar hij is veel meer dan dat. Wij kunnen onze boontjes prima zelf doppen, maar dat is in Nepal niet de bedoeling. Dawa regelt onze overnachtingen, praat met alles en iedereen om informatie in te winnen, lijkt met iedereen bevriend of wordt het al snel, is de contactpersoon tussen ons en het teahouse, neemt onze bestellingen op en zorgt er voor dat we op de afgesproken tijd ons eten hebben. Is het een extra koude nacht, dan regelt hij een extra deken. Na een paar weken weet Dawa hoe ik mijn koffie drink en deze staat elke ochtend dan ook in de juiste sterkte voor me klaar. Maar gelukkig is Dawa niet alleen onze PA, bovenal is Dawa een hele vriendelijke, goedlachse man met wie we een zeer fijn reisgezelschap vormen.
Gelukkig is Dawa niet alleen onze PA, bovenal is Dawa een hele vriendelijke, goedlachse man met wie we een zeer fijn reisgezelschap vormen.
Elk teahouse heeft een bijna identiek geplastificeerd menu, waarvan de prijzen net zo gelijkmatig toenemen als de hoogte waarop we ons bevinden. Een overnachting voor twee personen heeft een vaste lage prijs van 700-1000 rupees (ongeveer 7 euro), waarbij het de bedoeling is dat je er ook eet. Aan het ontbijt, de lunch, het avondeten en de drankjes wordt verdiend. We eten gevarieerder en beter dan verwacht. Meestal kan er een keuze worden gemaakt uit diverse pasta’s, pizza’s en curry’s. Alles ‘organic’ uit eigen tuin.
Zonder vlees, want dat wordt hier niet of nauwelijks gegeten. Maar Dawa eet alleen ‘dal-bhaat’, een gerecht van rijst, curry en linzen wat de standaard maaltijd is voor de meeste Nepalezen. Zelfs de appeltaart die we eerder aten vindt hij minder lekker dan zijn dagelijkse portie dal-bhaat. Ook wij genieten regelmatig van ons portie in dal-bhaatistan.
De adembenemende wereld van sneeuw en ijs
Langzaam maar zeker komen we terecht tussen de echt hoge bergen. Volgens de beschrijving zou de wandeling rond Manaslu ‘een caleidoscoop van kleur, vegetatie, landschappen en klimaten zijn, waarvan de sensationele berggezichten en buitenaardse landschappen voor altijd in het geheugen gegrift zullen staan’. Het eerste deel van de route wandelden we nog door de kloof van de woeste Budhi Gandaki rivier, met af en toe wat uitzicht op de in de verte gelegen hoogste toppen. Vanaf Lho wordt het pas echt sensationeel. Hier beginnen we op gelijke hoogte met de met sneeuw en ijs bedekte toppen van het hooggebergte te lopen, waarvan de gletsjers links en rechts naar beneden komen.
Vanaf Lho wordt het pas echt sensationeel. Hier beginnen we op gelijke hoogte met de met sneeuw en ijs bedekte toppen van het hooggebergte te lopen, waarvan de gletsjers links en rechts naar beneden komen.
Om de 5.160 meter hoge Larkya La straks zonder problemen over te kunnen steken, moeten we serieus rekening houden met acclimatisatie. Dit betekent dat we langzaam naar toenemende hoogte gaan en dat we zo veel mogelijk zogenaamde acclimatisatiewandelingen maken naar steeds grotere hoogte, om vervolgens weer op lagere hoogte de nacht door te brengen. Gelukkig hebben we nog steeds zeeën van tijd en kunnen we meerdere wandelingen van de hoofdroute af maken naar afgelegen, op hoogte gelegen plekken.
De schaal van het landschap is eigenlijk niet te bevatten. De hoofdroute loopt door een dal van epische proporties met overal alleen maar hoge bergen, langs een rivier die maar niets van haar woestheid kwijt lijkt te raken. Maar gaan we van de hoofdroute af, wandelend door een dal dat is uitgesleten door één van de ontelbare gletsjers, dan komen we opnieuw in een landschap met een grootsheid die ons voorstellingsvermogen te boven gaat. We lopen langs een puingletsjer die piept en kraakt en af toe met een luide knal een millimeter of wat opschuift.
Gaan we van de hoofdroute af, wandelend door een dal dat is uitgesleten door één van de ontelbare gletsjers, dan komen we opnieuw in een landschap met een grootsheid die ons voorstellingsvermogen te boven gaat.
De gletsjer is geen witte gladde ijsbaan, maar eerder een verzameling reusachtige grijze blokken die op een grote hoop zijn geveegd en tegen wil en dank nu een geheel vormen. De achtergrond wordt gedomineerd door het verblindend witte bergmassief van de 7.893 meter hoge Himal Chuli, die nog bijna vijf kilometer boven ons uittorent. Om dit in perspectief te plaatsen: we zitten al hoger dan de hoogste pas in de Alpen hoog is, maar nog steeds torent de Mont Blanc in al haar 4.800 met sneeuw en ijs bedekte meters boven ons uit.
Het leven op grote hoogte: In het land van de yak
Rond de 3.800 meter passeren we de boomgrens. Door de extreem droge en schone lucht, zonder water en zonder stof, is de hemel diep donkerblauw. Het contrast met de witheid van de bergen is adembenemend mooi. Het lage struikgewas heeft al prachtige herfstkleuren, waar vooral de donkerrode besjes zorgen voor een spektakel van kleur tussen de dominerende groene en bruine tinten. In de afgelegen dalen zien we iedere dag opnieuw grote kuddes steenbokken (blauwe schapen) en berggeiten (thar) die rustig grazen langs de bergriviertjes met kristalhelder gletsjerwater. Op de paden zien we de pootafdrukken en uitwerpselen van wolven, die net als wij genieten van de bokken en geiten.
Op de steeds grotere hoogte is het de yak die zich het meeste thuis voelt. Met haar dikke, lange vacht en grote horens maakt de yak een imponerende indruk, maar meer dan grazen en staren doen ze meestal niet. Deze gedomesticeerde runderen worden door de Tibetaanse bevolking gehouden voor hun vacht, hun melk, maar ook voor de enorme hopen die ze produceren. Worden de uitwerpselen van de ezels vooral verzameld om het land te bemesten, yak mest wordt gebruikt om op te stoken en te koken. Rond de Spartaanse huizen van gestapelde stenen en leistenen daken, hangt de prikkelende rook die dit veroorzaakt. Grote plakkaten yak poep liggen rondom te drogen. In deze uithoek van de wereld lopen wij naar de Tibetaanse grens die op bijna 5.000 meter hoogte in een volledig witte wereld ligt.
Manaslu Himal: Majestueuze schoonheid
De Manaslu is met haar hoogte van 8.163 meter de op zeven na hoogste berg op aarde, maar toch kost het ons bijna twee weken voor we worden beloond met de fenomenale uitzichten op de kenmerkende top van deze schitterende berg. Er zijn zo veel bergen en het gebied is zo woest en uitgestrekt, dat er meerdere bergketens gepasseerd moeten worden en naar grotere hoogte geklommen moet worden, voordat de vrije uitzichten op de ‘berg van de ziel’ zich ontvouwen.
De vertraagde moesson die ons weken eerder nog dwars had gezeten, heeft er voor gezorgd dat we een berglandschap voorgeschoteld krijgen die spectaculairder is dan ooit. Wat in de lagere delen van Nepal met bakken tegelijk als regen naar beneden is gekomen, is in de bergen als enorme pakketten sneeuw neergekomen. Alles boven de 4.200 meter is wit. Al drie weken lang is het schitterend weer, maar de sneeuw is nog lang niet gesmolten.
We wandelen over door yaks uitgesleten bergpaadjes naar bergmeertjes waar we Manaslu en haar gletsjers in gespiegeld zien worden. We lopen naar het op 4.600 meter hoogte gelegen basecamp, dat voor de beklimming van de Manaslu wordt gebruikt, maar dat door de vele lawines nu is verlaten. De enige kleuren die we zien zijn het donkere blauw van de hemel en de witheid van de rest van de wereld.
On top of the world: Het bereiken van de Larkya La
De laatste stop voor de oversteek van de pas is het op 4.460 meter hoogte gelegen Larkya Phedi, een verzameling deprimerende barakken en legertenten naast een gletsjer, waar wij gelukkig een tweepersoons tent met vrij uitzicht weten te scoren. Verstopt tussen een dikke laag dekens en slaapzakken, genieten we van het oogverblindend witte schouwspel buiten de tent, waardoor we over een paar uur in de nachtelijke vrieskou naar boven mogen.
Rondom zijn alleen maar bergen met ontelbare gletsjers. Ik kan geen genoeg krijgen van het uitzicht op deze witte woest wereld en vind het dan ook helemaal niet erg dat we op deze hoogte stapje voor stapje voortbewegen.
Als de eerste zonnestralen boven de bergen uitkomen zijn we anderhalf uur op weg. Al snel moeten we onze kleding afpellen. Van dubbele handschoenen gaan we naar enkel, de dikke donsjas gaat uit evenals de thermokleding. De zonnebrand komt tevoorschijn net als de zonnebril en de pet die de muts vervangen. Op deze hoogte, tussen deze witheid, verbranden we levend. We bevinden ons op een hoogvlakte die normaal gesproken een verzameling stenen en keien is. Nu ligt er een dik pakket sneeuw en ijs, waardoor we ons geleidelijk hoger bewegen. Rondom zijn alleen maar bergen met ontelbare gletsjers. Ik kan geen genoeg krijgen van het uitzicht op deze witte woest wereld en vind het dan ook helemaal niet erg dat we op deze hoogte stapje voor stapje voortbewegen.
Piepend en krakend bereiken we om kwart over negen de met Boeddhistische vlaggen getooide top van de Larkya La. Met 5.160 meter is dit het hoogste punt waar ik ooit ben geweest. Ik ben in hogere sferen en niet alleen door het gebrek aan zuurstof. We bevinden ons in een landschap dat ik alleen uit BBC documentaires ken. In een indrukwekkend en onwerkelijk mooi panorama van de hoogste bergen ter wereld, met een ontelbaar aantal gletsjers die ver beneden in drie enorme rivieren van ijs samenkomen. We staan ‘on top of the world’ in een witte woeste wereld.
Lees hier alle verhalen en artikelen over Nepal
Al jaren ben ik met grote regelmaat op reis. Op zoek naar het avontuur, nieuwsgierig naar het onbekende, geïnteresseerd in het alledaagse. Ik wil ontdekken en verkennen. Ik ben al op veel plekken geweest, maar op de meeste nog niet. Fietsen doe ik graag, maar niet altijd en overal. Ik leg mijn reizen vast in beeldende verhalen en sprekende foto’s. Ik ben schrijver, fotograaf en avonturier en inspireer mensen met andere ogen te kijken.
Supermooi verslag! Ik ben momenteel met m’n eigen Manaslu-verslag bezig; ik liep deze tocht de afgelopen weken, maar had helaas niet jouw ervaring met donkerblauwe luchten en witte pieken. In mijn geval was er ook heel veel sneeuw gevallen, maar sneeuwde het ook op het moment dat we de pas overstaken nog stevig. ‘Mijn wereld’ bestond dus vooral uit grijs en wit, wat eveneens zorgde voor een gevoel van hemelse sferen en buiten jezelf treden ;-). Ik zeulde al dagen m’n zware spiegelreflexcamera mee en kijk dus een beetje jaloers naar jouw foto’s van al die witte bergen, knallende kleuren van gebedsvlaggetjes en blauwe luchten. Maar….. een goede reden om nog eens terug te keren! Jij was er denk ik in de periode okt/nov? Dat ziet er ook wel spectaculair uit! Ik ging voor de bloeiende rhodo’s juist in het voorjaar, maar we hadden nogal slecht weer op het moment dat we de rhododendron-bossen passeerden.
Hoedanook, ik vond het een prachtige trektocht!
Pech met het weer wilden wij voorkomen, daarom kozen wij voor periode oktober-november voor de beste kans op heldere luchten. Hoewel ik heel goed snap dat je de rododendrons in volle bloei wilt zien. Misschien moet je dan de Kanchenjunga regio op je lijstje zetten voor een ander voorjaar 🙂
Fijn in elk geval dat je nog kunt genieten van mijn foto’s, hoewel zelf zien altijd beter is. Mocht je meer foto’s van Manaslu (en Kanchenjunga willen zien:
https://www.jeroenkleiberg.com/Destinations/Nepal