Bergavontuur, dunebashing en waterpret in Oman
Een reisverhaal van Judith van Bilsen en Sabrina Gaudio
“Tablet?!” Het is meer uitroep dan een vraag. Ik sta bij de grensovergang tussen Dubai en Oman en een nors kijkende militair controleert mijn koffer dat open op de tafel tussen ons ligt. Ik knik en zeg “In my handluggage” terwijl ik naar mijn handtas wijs. De militair zet zijn zoektocht door mijn koffer verder in het beperkte licht van de buitenlampen op dit terrein. We staan buiten in het vrijwel donker en zojuist heeft een hond onze bagage al helemaal besnuffeld. Wanneer mijn koffer en inhoud goedgekeurd is, haal ik mijn iPad te voorschijn uit de handtas.
De blik waarmee de militair mij aankijkt, houdt midden tussen verbazing en complete verwarring. Ik steek mijn iPad vooruit en zeg: “tablet”. Hij kijkt me niet-begrijpend aan. Fotografe Sabrina staat aan de tafel naast mij en schiet in de lach. “Hij bedoelt medicijnen” roept ze me toe. Dan besef ik de spraakverwarring die zojuist plaats vond. Ik leg hem in het Engels uit dat ik geen tabletten in mijn bagage heb en gelukkig kan er bij de militair ook een glimlach vanaf wanneer hij snapt dat ik hem verkeerd begrepen heb.
De grootste hotelkamer ooit
Enkele uren later levert de bus ons af bij Coral Hotel & Apartments in Muscat, de hoofdstad van Oman. Wanneer we onze kamer binnen lopen, kijken Sabrina en ik elkaar verbaasd aan. We staan in de hal van ons appartement. Voor ons ligt een woonkamer en aan de linkerzijde een grote keuken die van alle gemakken is voorzien. We openen de deur links van ons, een toilet met wasbak om ons op te frissen. We openen de deur rechts van ons en we zien een enorme slaapkamer met twee enorme bedden. En nog een deur, die naar de badkamer leidt. “Dit is de grootste hotelkamer die ik ooit in mijn leven gezien heb!” stamel ik. “Met het grootste hoofdkussen waar ik ooit op geslapen heb” vult Sabrina aan, terwijl ze een enorm, vierkant kussen omhoog omhoog houdt.
Groene bergen in de woestijn
De volgende ochtend staat gids Munheer ons al op te wachten. We stappen in zijn 4×4 voor een dag naar Jebel Akhdar, een gedeelte van het Al Hajargebergte. Jebel Akhdar betekent zoveel als ‘de groene bergen’ en ik snap je verbazing. In mijn beleving bestond Oman ook alleen uit woestijn. Groene bergen had ik hier zeker niet verwacht. Munheer vertelt dat het gebied eigenlijk woestijn is, maar dat er door de hoogte genoeg neerslag valt om er bomen en struiken te laten groeien. De sultan van het land is overigens een groot fan van kamperen en deed dit regelmatig in dit gebied. Inmiddels is Sultan Qaboos bin Said al Said daar te oud, hij is 79 jaar en te ziek voor. Hij liet Jebel Akhdar wel in 2011 uitroepen tot een beschermd natuurgebied om zo zijn geliefde land te kunnen beschermen.
De bergen in…
Na een uurtje door vlak gebied is het tijd om een slangenweg te volgen naar het dorp hogerop in de bergen. Munheer vertelt: “In vroeger tijden mocht je hier alleen omhoog als je er woonde of deel uitmaakte van de koninklijke familie. Nu is het ook opengesteld voor toeristen.” De weg is volledig geasfalteerd en op sommige stukken flink steil. In verschillende bochten is een hoge muur gebouwd of zijn er een soort uitloopstukken van asfalt. Munheer: “Dit hebben ze onlangs aangelegd om te voorkomen dat er nog meer mensen in het ravijn zouden storten. Sommige toeristen komen namelijk deze weg naar beneden op de rem van de auto en die begeeft het dan halverwege, waardoor er grote ongelukken gebeurden.”
Munheer neemt ons mee naar verschillende uitzichtpunten. Waar we in lager gelegen gebied vooral rode steen en zandsteen zagen, zijn de rotsen hier zwart gekleurd. Onze gids waarschuwt: “Kijk uit waar je loopt, want dit is leisteen, dat ken je wel, waar ze tegels van maken.” Ik voel aan de rand van een van de rotsbrokken en die is inderdaad vlijmscherp. Met een klein stukje steen schrijf ik ‘I love Oman’ op het zwarte leisteen. Het werkt als een soort schoolbord. Maar mijn aandacht gaat toch direct weer naar het weidse zicht. Er hangt een dun laagje mist tussen de bergen verderop. Het geeft echt een magische sfeer aan het geheel.
Hiken in Oman
Oman en dan specifiek Jebel Akhdar is een perfecte plek om te hiken. We volgen de rood-geel-witte tekens op de rotsen en het pad dat voor ons uit kronkelt. Op sommige plekken maken we een kort klimmetje, maar we hoeven nergens te zoeken. Het pad is rotsig maar goed te doen op onze gympen. Dan komen we bij een paar huizen uit. Ze lijken verlaten, maar sommige huizen zijn dat niet. Bij een kanaaltje waar water door stroomt zitten twee gehoofddoekte dames de was te doen. Hun kinderen sjezen op loopauto’s van het steile pad naar onder. Wij volgen deze verlegen kinderen totdat het pad weer rotsig wordt en zij met hun loopauto’s niet meer verder kunnen.
Munheer had het ons verteld, maar nu zien we het ook. Veel huizen hier zijn een soort ‘modderwoningen’. En dat is precies wat het woord zegt: huizen gebouwd van modder. De meest vervallen woningen die we zien, zijn duidelijk van modder gemaakt. Aan de uiteinden is de muur dunner en overal brokkelen stukken af. Als de woning nog een deur heeft, is deze van hout en heeft deze vaak sierlijke details. In beter tijden moeten deze huizen echt prachtig hebben uitgezien. Opvallend is dat we totaal geen mensen zien. Het is dan wel midden op de dag en behoorlijk warm, maar toch.
Wadi Bani Khalid
Een wadi is een soort kloof, een (vaak drooggevallen) rivier die tussen de bergen of door de woestijn loopt. In Oman vullen wadi’s zich vaak met water in het regenseizoen. Munheer neemt ons, de volgende ochtend, mee naar Wadi Bani Khalid, waar altijd water in staat en wat een soort toeristische plek is. “In het weekend vind je veel Omani’s hier, daarom mag je in het eerste deel alleen zwemmen met lange kleding. Maar wij lopen een stuk door, over de rotsen, en dan kom je bij een stuk uit waar je als toerist ook in bikini kunt zwemmen.” Wanneer ik me het water in waag en nauwelijks beweeg, voel ik ineens gekriebel aan mijn voeten. Munheer barst in lachen uit: “In jullie land betaal je vast heel veel voor visjes die je eelt opeten en hier krijg je ze gratis erbij!”
Zand, zand en nog eens zand…
Dan is het tijd om echt de woestijn in te gaan. Maar eerst maakt Munheer een stop in het laatste dorpje waar de weg nog verhard is. Hier laat hij een deel van de lucht uit de banden van onze 4×4. Vanuit hier gaat de route direct verder over een stenig zandpad. Dit is een stuk drooggevallen rivier. Munheer: “Er zijn momenten dat je hier niet kunt rijden omdat het water dan hoog staat.” Al snel gaat het stenige zandpad over in zachte woestijnzand. Het voelt echt alsof je een andere wereld in rijdt. De Omani’s beweren dat de woestijn twee kleuren kent: honing en goud. Ik doe mijn best, maar kan nog steeds niet precies omschrijven wat het verschil is…
Dunebashing
Munheer staat klaar: “Het is tijd voor actie!” De middag loopt op zijn einde en de namiddagzon kleurt het landschap goud. Of honing… We kruipen in de 4X4 en ik mag zelf achter het stuur plaatsnemen. “Zorg dat je het stuur losjes vasthoudt en wat naar links en rechts beweegt.” instrueert hij mij. Ik heb het gevoel dat ik de auto niet helemaal onder controle heb, maar toch kan ik de route volgen die Munheer mij opdraagt. Dan trekt hij ineens aan het stuur en vliegen we een duin op! Ik mag wat minder voorzichtig zijn, verzekert hij me. Na een tijdje spelen, laat hij eens zien hoe het ook kan!
Hij rijdt steil een duin omhoog, de motor brult. Dan weer schuin over een helling, ik gil het uit als ik meen dat we omkiepen, maar dit niet zo blijkt te zijn. Het zand vliegt over de zijkant van de auto heen en we hangen helemaal scheef. Ook bergaf bezorgt ons kriebels in de buik. Volle vaart raast de 4×4 recht naar onderen. Ondertussen genieten we niet alleen van de actie maar ook van de prachtige uitzichten als we even halt houden bovenop een duin. Voor ons strekt een gebold landschap in goud uit. Als we uitstappen roept Munheer dat we onze schoenen maar in de auto moeten laten, die raken we anders toch kwijt! Het zand is precies zo zacht als het uitziet. Het streelt werkelijk onze voeten.
Wadi Shab
De volgende ochtend is Munheer een beetje onrustig. Hij kan niet wachten om ons Wadi Shab te laten zien. We laten de woestijn weer achter ons want het thema van vandaag is water. Na een uurtje rijden, parkeren we de auto onder een hoge brug en stappen daar in een bootje dat ons naar de overkant van het water brengt. Daar begint onze wandeltocht. Door het droge deel van een kloof, de bergen toreren steeds hoger boven ons uit en het wordt steeds smaller. Nadat we door de resten van nooit afgebouwd huis zijn geklommen, loopt het pad door de zijkant van de rotsen en zien we steeds meer water in de kloof. Het is duidelijk waar we heen moeten en we zien verschillende mensen in kletsnatte kleding ons tegemoet komen.
Het pad kronkelt steeds verder de rotsen in en op sommige stukken is het moeilijk om de tegenliggers door te laten. Met mijn rug tegen de berg aan, schuifelt een Aziaat voor me langs. Na een dik half uur wandelen, soms klimmen en klauteren tussen de rotsen, komen we bij een breder stuk water. We kunnen niet wachten en springen snel het water in. Wat een heerlijke verkoeling na die klauterpartij. Munheer geeft ons even de tijd om af te koelen en gebaart dan druk dat we met Khalfan mee moeten gaan: “Hij is een vriend, ga maar met hem mee, dat is leuk!”
Canyoning
Khalfan gaat ons voor en wij volgen hem door het water. We zwemmen door een dieper stuk. Hier is de rivier heel smal en we kijken omhoog naar de rotswanden boven ons. Het is duidelijk dat het water hier dieper is, want het is hier ook een stukje koeler. We klauteren over wat rotsen met mini-watervalletjes en dan ligt er een soort bamboebos voor ons. Hier wandelen we door enkelhoog water om vervolgens op een weidser stuk uit te komen. Na wat geklauter en gezwem horen we het geluid van vallend water. Achter Khalfan zwemmen we een grot in en dan ligt de waterval voor ons.
Hij gebaart druk dat we hem moeten volgen, weer naar de uitgang van de grot. Daar verdwijnt hij ineens! Om het hoekje zie ik een spleet in de rotsen en even verderop het hoofd van Khalfan. Hij roept dat we hem moeten volgen, het hoofd schuin houden, anders past het niet. Dit is niet voor mensen met claustrofobie! Ergens in het midden trekken we onszelf met de handen aan een richel omhoog, omdat we anders er niet tussendoor passen. En dan zwemmen we ineens achter de waterval. Khalfan kijkt ons met een grote glimlach aan: “Dat was het toch wel waard!”
We zwemmen weer naar de voorzijde van de waterval. Er hangen touwen over de rotsen waar het water omlaag klettert. Weer gebaart Khalfan dat we hem moeten volgen. Behendig klimt hij met het touw tegen de waterval omhoog. Dat zag er makkelijker uit dan het in werkelijkheid is! De rotsen zitten vol mos van het water en zijn spiegelglad. Het kost behoorlijk wat armkracht om jezelf naar boven te hijsen. Net voordat ik boven ben, glijdt mijn voet van een glibberige rots. Ik verlies mijn evenwicht en dreig achterover van de waterval te vallen. Maar Khalfan staat vlakbij en met een behendige manoeuvre plakt hij me terug op de rots, in de waterval. Even later spring ik, nog met trillende handjes van mijn eerdere glijpartij, van de rotsen in het water een paar meter lager. Wanneer ik in het rustige water lig, kom ik weer langzaam tot rust en geniet ik van de enorme rotspartijen om mij heen.
Begeleiding in Oman
Het toerisme in Oman groeit de laatste jaren behoorlijk en het land is veilig. Dat maakt dat je prima op eigen houtje op pad kunt gaan.
Anderzijds staat er nog weinig aangegeven en is het erg prettig om met een gids op pad te gaan die wat achtergrond informatie kan geven. Wij gingen op pad met Munheer van Khimji’s House of Travel. Hij is al tientallen jaren gids en bulkt van de kennis over het land en hij kent ook veel mensen. Loop met hem over een markt en mensen spreken hem aan, met als gevolg dat je overal uitgenodigd wordt voor koffie en dadels. Erg gezellig!
Khimji’s doet zowel individuele reisbegeleiding als begeleiding van grote groepen.
Overnachten in Oman
De standaard hotelkamer in Oman is een waar appartement. De kamers zijn groot, schoon en goed uitgerust.
Coral Hotel & Apartments
Dit hotel ligt op een strategische plek in de uitgestrekte stad Muscat. Goed bereikbaar en de kamers zijn ware paleisjes. Het ontbijt was enorm uitgebreid en biedt lekkers voor zowel mensen die een Europees ontbijt gewend zijn als mensen die de voorkeur geven aan een Aziatisch ontbijt met warme gerechten. Een dikke plus is dat dit hotel elke donderdagavond bbq-avond heeft op het dakterras, bij het zwembad. Jij kiest uit wat je wilt eten van de grill en het wordt ter plekke door de koks bereid.
Nizwa Hotel Apartments
Ook dit hotel is alleen al een aanrader vanwege de ligging. Aan de rand van de stad Nizwa, vanwaar je zo de bergen in rijdt. Ook betekent een hotelkamer een waar appartement met aparte keuken en woonkamer.
Arabian Orxy Camp
Dit camp ligt midden in de woestijn. Overigens staat de route vanuit het laatste dorp duidelijk aangegeven. Het is echt een bijzondere ervaring om in dit camp te overnachten. De huisjes zijn gezellig ingericht en groot. Dineren gaat in de vorm van een buffet met Arabische gerechten en dit is echt om te smullen! Vanuit het camp worden verschillende activiteiten georganiseerd, zoals quadrijden, tochtjes op de kameel en natuurlijk dunebashing in een 4×4.
Meer weten over reizen naar Oman? Ga dan naar de site van Visit Oman.
Eerder verscheen er op Mountainreporters al een kort overzicht van de mogelijkheden in dit land: Oman: van Grand Canyon tot wadi
Lees alle verhalen en artikelen over Oman op Mountainreporters
Ik ben altijd op zoek naar die kriebel in je buik als je aankomt op een nieuwe bestemming. En dat dan in tekst en foto’s omzetten en hopen dat het diezelfde kriebel opwekt bij de lezer. Mijn artikelen vind je onder andere op mijn website jlovestotravel.com.
Erg leuk stuk!