Caroline reist door Azië | Naar Chiang Rai in Thailand
De rit naar Chiang Rai duurt langer dan verwacht, maar voert langs mooie vergezichten en geeft meteen een inkijkje. Van Thailand zag ik alleen Bangkok. Nu ga ik een stukje noorden ontdekken. De stad is redelijk druk, maar op een gezellige manier. Er zijn legio eettentjes en tot mijn vreugde ook plekken voor goede koffie. Van Spaanse medereizigers die precies in tegenovergestelde richting gingen, heb ik al wat tips gekregen.
Ook hadden ze gedeeld welke bezienswaardigheden hen hadden aangesproken (zoals de witte tempel en het huis van een kunstenaar) en welke niet (de blauwe tempel). Dat wil ik nu graag zelf gaan uitzoeken. Vandaag niet in mijn eentje want een leuke Franse vrouw, Sarah, met wie ik deze kant op kwam, heeft besloten een kamer bij mijn homestay te boeken zodat we samen nog wat kunnen ondernemen. Ze is biologe, gespecialiseerd in haaien en vertelt er op mijn verzoek van alles over. Na een paar maanden onderzoek in Indonesië is het nu tijd voor haar om andere delen van Azië te ontdekken.
We besluiten een tuk tuk te regelen om als eerste de witte tempel van ons lijstje te kunnen schrappen. We blijken niet bepaald de enige, desondanks voelt het nog steeds leeg en uitnodigend genoeg. Op het gemakje slenteren we door dit kunstwerk. Het gebouw is aan alle kanten versierd en de overdaad duizelt me. `Mooi`, is niet een woord dat de lading dekt. Het is een ludiek complex waar op iedere vierkante meter wel wat valt te zien. Ook er omheen is het onorthodox, met stripfiguren en sprookjespersonages.
Inmiddels wat later in de middag houd ik het voor gezien. De tuk tuk chauffeur had op ons gewacht en zet ons vlakbij de homestay weer af. Sarah heeft de smaak te pakken en zit bovendien krapper in haar tijd, dus gaat verder met sightseeing terwijl ik op bed even de ogen dicht doe. Ik heb al een tijd pijn in mijn schouder dusdanig dat ik mijn linkerarm steeds moeilijker kan optillen. Dat vreet energie. Wat rust voordat we de nachtmarkt gaan bezoeken is geen overbodige luxe.
De wandeling naar onze bestemming voor die avond, brengt ons langs knusse straatjes waar naast toeristen ook locals te vinden zijn. Natuurlijk zie ik menig witte mannelijke leeftijdgenoot met een jonge Thaise vrouw aan zijn zijde. Gelukkig geen tieners. Daarnaast is het aantal massagesalons niet op twee handen te tellen. Geen enkele spreekt me aan om te vragen iets aan mijn schouder te doen. Iedere aanraking voelt te veel.
Bij de nachtmarkt vinden we een tafel vanwaar we goed zicht hebben op het podium. Er blijken iedere avond voorstellingen aangeboden te worden. Muziek en dans. Onder het genot van een Thaise hap en dito biertje laten we ons vermaken.
Sinds dit jaar is de verkoop van hasj en wiet legaal. Voordat we richting nachtmarkt gingen ben ik een winkel binnengegaan. Nieuwsgierig naar wat ik zou aantreffen met bovendien de vraag of er wellicht iets is dat ik voor pijnstilling kan gebruiken. De toonbank ziet eruit alsof ik bij een juwelier ben, of een bonbon zaak. Alle soorten worden in bakjes keurig tentoongesteld, met erbij de naam en een omschrijving.
Verschillende categorieën, zoals slaperig makend of juist vrolijk, worden duidelijk aangegeven. Het zijn vooral kleine kant en klaar gedraaide jointjes. Maar mijn oog valt op een soort Fruitella. Kleine vierkantjes, in allerlei kleuren, worden aangeboden alsof ik in Veere in grootmoeders snoepwinkel sta. Omdat ik niet rook, vraag ik of daar wat tussen zit dat me kan helpen de pijn te minderen. Dat is er. De vriendelijke verkoopster legt me uit dat het wat tijd nodig heeft alvorens het zijn werk doet en daar ik nooit zoiets gebruik raadt ze aan een halfje te nemen.
Bij de nachtmarkt begint het te werken. Mijn ogen voelen wat zwaarder en de pijn neemt af. Verder is er niet zoveel anders. Mijn reisgenoot voor 1 dag had ik ingelicht, zodat ze niet verbaasd hoefde te zijn mocht ik me anders gaan gedragen. Dat viel dus allemaal wel mee. De avond vliegt voorbij met het delen van reiservaringen en andere anekdotes. Laat in de avond wandelen we op het gemak terug. Met een klein ommetje langs de befaamde gouden klok. Morgenochtend neemt ze de bus naar Chiang Mai. Ik ga een scooter huren en meer van de omgeving verkennen. Dat kan na een nacht met heerlijk diepe slaap.
De meeste reizigers nemen de stad waar de Française naartoe gaat, als uitvalsbasis. Mij leek waar ik nu ben wel voldoende. Er is genoeg in deze provincie te ontdekken. De blauwe tempel, waar ik in alle vroegte voor het grote Boeddhabeeld plaatsneem, bijvoorbeeld. Dat het Spaanse koppel er niet zo enthousiast over was geweest, begrijp ik ten dele. Maar mooi blauw is niet lelijk. De sfeer, die ondanks dat het meer een toeristische attractie is dan een gebedshuis, spreekt me aan. Het heeft iets rustgevends.
De overdaad aan schilderingen geven input waar je dagen naar zou kunnen staren. Ik ben er na een half uurtje wel klaar mee. Mijn volgende bestemming is een restaurant annex jazzcafé. In het leven geroepen door een Thaise die met een Zweed getrouwd is. De Scandinavische invloed een grappige combinatie met de Aziatische omgeving, voel ik me er meteen thuis. De kaart heeft een bijzondere keuze en bij binnenkomst hadden de taartjes in de vitrine me al verleidelijk aangekeken. Brunchen in stijl. Een hele ervaring na maanden streetfood en eten met de handen (wat ik overigens graag doe)
Met een gevuld buikje ga ik noordwaarts. Het zwarte huis museum van de kunstenaar wil ik zien. Maar de afslag naar Baan si Dum, zoals het officieel heet, rijd ik per ongeluk voorbij. Een stuk verderop staat een klein bordje met pijl naar links. Erop geschreven staat `Karen people`. Mijn hart maakt een sprongetje. Deze stam zien staat al jaren op mijn lijstje. Gaat het dan vandaag gebeuren?
De parkeerplaats verraad de aanwezigheid van andere bezoekers. Geen grote bussen, gelukkig. Mijn enthousiasme neemt wat af als ik aan de rand van het dorp entreegeld moet betalen. Niet om het geld, maar om mijn aanname dat ik nu dan zeker in een dorp kom dat alleen voor meneer en mevrouw toerist in ere wordt gehouden. Zoals in Volendam je op de foto kunt met mensen in klederdracht. Met een boel kraampjes en een opdringerige verkoopster (overigens in prachtige dracht), zakt mijn enthousiasme nog iets. Ze heeft geen ringen om haar nek.
Op het gemakje loop ik door de zanderige markt, waar geen enkel teken van het echte leven zichtbaar is. Wel ben ik onder de indruk van een paar vrouwen die het schoonheidsideaal van hun stam tonen: de vele ringen hebben hun schouders weggedrukt waardoor hun nek enorm lang lijkt. De folklore kleding is prachtig. Voortgestuwd door mijn nieuwsgierigheid, loop ik tussen twee kramen door om een kijkje te nemen daar waar hun echte leven plaatsvindt. Er wordt gekookt, karaoke gedaan en bier gedronken.
Het aanzicht heeft iets treurigs al word ik vriendelijk onthaalt. Niemand lijkt mijn aanwezigheid te willen voorkomen. Ik vraag of ik wat foto’s mag maken en vertrek op eigen initiatief, me toch een beetje een voyeur voelend. Later lees ik over de erbarmelijke omstandigheden waarin de Thaise regering deze mensen, vaak vluchtelingen uit Myanmar, aan hun lot overlaat. Onderwijs is voor hen uitgesloten, evenals financiële steun. Ik ben blij dat ik er wat gekocht heb en op deze manier dan toch een beetje heb geholpen…
LEES OOK
Voor mij kan reizen alle kanten op. Als coach en therapeut ben ik geïnteresseerd in de binnenwereld en loop graag een stukje mee op het pad van mijn cliënten. De aardbol verkennen doe ik het liefst alleen. Waar ik ook ben, mijn cliënten blijf ik begeleiden. Zo hoef ik mijn reislust niet op te geven. Ik heb twee kinderen en ben oma. Mijn motto `schaamteloos vrijuit` gaat over trouw zijn aan jezelf, ongeacht wat een ander ervan vindt. Schrijvend hoop ik je een stukje mee te kunnen nemen op avontuur!