Wij gingen Into the Wild op de Rothaarsteig
Met een vriendin loop ik de Rothaarsteig alias R, een route van 154 kilometer die zich van Brilon uitstrekt door het Sauerland naar Dillenburg in het zuiden. Elke dag dertig kilometer wandelen en erop vertrouwen dat een fijne kampeerplek zich aandient waar we zonder tent gaan bivakkeren. Voor haar de eerste keer – zowel een langeafstandstocht wandelen als wildkamperen. Het hotelletje waar we aankomen is heerlijk, huis Hellhohl hetgeen wat onheilspellend klinkt. Lekker oubollig Duits uit de jaren zeventig of tachtig, zoals wij dat kennen en dus kunnen waarderen.
Veel essenhout en heerlijke zachte, opgeklopte donzen dekbedden. Via de openslaande deuren loop je zo het groen in en we horen de vogels fluiten terwijl we een aankomstbiertje in bed drinken. Zij heeft gereden en laat het zich verdiend smaken.
Een hapje eten. In Brilon voelen ze op donderdagavond weinig urgentie wat geld te verdienen, want we gaan zo ongeveer alle horecaetablissementen af en de helft is dicht, of heeft een aangepaste kaart of is Italiaan, maar als je in Duitsland bent, eet je een Schnitzel opperen wij eensgezind. Dat lukt, het worden drie kleine Champignon Ramschnitzels per persoon, met een romige saus erop. Goed voor een laatste avondmaal. Hier kunnen we een week op lopen, besluiten we, zeker als we ons morgen bij het ontbijt nogmaals rond eten.
Dag I
De dag begint brak na een nacht niet tot nauwelijks slapen. Dat wordt meteen gecompenseerd door de oerduitse ontbijtzaal die ruikt naar de vorige eeuw. De eigenaresse zegt vriendelijk gedag, zwarte koffie vloeit rijkelijk als nectar van de goden, jus gaat er achteraan en heerlijke gekookte eitjes doen het goed naast verse bolletjes met kaas en vleeswaren. Het hotelletje heeft een prachtig uitzicht over Brilon dat onder ons ligt.
De dame des huizes vermeldt dat de R direct voor de deur wegloopt en we mogen de auto gewoon laten staan voor de deur van het hotel. Vriendin oppert om vanaf hier te vertrekken, later terug te liften vanaf onze finish naar de officiële start en dan het laatste stukje terug naar het hotel te lopen. We slaan geen kilometer over. Na even lekker tutten met de bagage de eerste dag, gaan we goedgemutst op pad.
De kilometers vliegen onder ons door. Zij geniet zichtbaar, lacht en straalt en haar aura groeit met de meter. Net als ik kan zij dit de rest van haar leven volhouden, de wereld rond. We ronden topje na topje tot we al snel de Bruchhauser Steine voor ons zien opdoemen. Een korte pauze op een bankje met uitzicht voor een wit bolletje kaas en doorrr. Al snel zijn we de weg over van Olsberg naar Willingen en steken onder de Bruchhauser Steine door. We belanden op het terras van café Gutschein voor een grote pils en een stuk taart. Opladen voor de klim die volgt naar de Langenberg, een van de drie hoogste bergen van het Sauerland.
De klim is lang en steeds als je denkt dat je er bent, ben je er niet. Zo gaat dat vaker met bergen, in het leven. Bij het topkruis even een reepje. Enige research van mijn hand leert dat als we doorlopen we rond 17.45 bij de Hochheidehutte zijn waar we dan tot 19.30 op het terras kunnen doorbrengen. Een idee dat enthousiast ontvangen wordt en neigt naar briljantie. Het half uur er naartoe doen we in 20 minuten. Honger en dorst tekenen ons gemoed.
De schoentjes gaan uit en ik kom al snel terug met twee Apfelschorle en een grote pils voor ons twee. Zoals tijdens eerdere trips kan ik hier niet pinnen maar nu komt het door een blikseminslag. Ik heb nog 13,45 eur voor twee Currywursten met frites van 15,50. Na enig vriendelijk onderhandelen met de kok krijg ik de worsten en laat hij de salade weg. We zijn intens gelukkig en danken hem op onze blote voeten voor de halfgare zoute patatten.
Na het eten gaan onze lichtjes aanzienlijk snel uit en besluiten we op te doeken. Ik weet twee houten hutten waar we kunnen crashen en snel gaan we op zoek. Via de Clemensberg en een horde schapen gaan we op zoek naar hut 1 maar die is gevlogen. Hut 2 blijkt vernieuwd en daarmee aanzienlijk gekrompen, althans te klein om twee volwassenen in slaapzakken te herbergen als het een paar uur gaat regenen. Wat te doen? Ik weet een paar kilometer verderop, uit de route, een prachthut langs de Uplandsteig, een wandelpad dat langs het huis van mijn vader komt en dat ik zo vaak gebruikte als trainingsrondje.
Wat een adembenemende, afwisselende dag. Maar liefst 36 kilometers hebben we er doorheen geduwd. Morgen weer vier kilometer terug en dan door naar Kustelberg en Winterberg,
De route erheen is prachtig. Serene, magische bossen die op je gemoed gaan hangen. Fluisterend banen we ons een weg en zien twee hertjes aan de bosrand. In de schemering verstommen langzaam de vogels en we genieten van het heerlijk natuurschoon. Zoals altijd zijn de laatste kilometers langer dan gewenst, gedacht en gehoopt. Ik voel me een ietwat verantwoordelijk als kenner van de regio maar zij drukt me op het hart dat ze geniet van elke meter groen.
De hut is een verademing en al snel liggen we horizontaal op alumatten, luchtbedden, in dikke dekenslaapzakken. Zwijgend staren in stilte. Serene heuvels gehuld in pluizige wolken waar straks regen uit zal vallen. Het is werkelijk dood- en doodstil en net zo stil vergapen we ons aan dit panorama van nietigheid. De wijn smaakt kostelijk en woorden zijn niet nodig. Genieten is een vak, wij beheersen het.
Wat een adembenemende, afwisselende dag. Maar liefst 36 kilometers hebben we er doorheen geduwd. Morgen weer vier kilometer terug en dan door naar Kustelberg en Winterberg,
Dag II
Ik slaap als een marmot en snurk als een ork. Ik slaap zo goed dat ik niet hoor dat het regent en onweert. In theorie had ik natte voeten kunnen hebben, maar het valt mee, de wind stond goed. Om 8.03 gaan we op pad, eerst 4,4 kilometer terug tot we weer op de R zitten. Het is een prachtig stuk, geen hertjes. We lopen lekker langzaam, tempo is niet aan ons besteed vanochtend. Niet gek, geen koffie en geen ontbijt en gisterenavond een Currywurst met wat frites. Met 36 kilometer gisteren en een lange dag is dat weinig intake.
We dalen af naar Kustelberg in de hoop daar een bakkertje te vinden. Ik spreek een stel aan, geen bakkerijen en Uta en Ana gaan met hun etablissement pas om 11 uur open, over een uur. Ons kent ons hier. Zij gaat op oorlogspad voor water zodat ik koffie kan zetten. Ze blijft lang weg dus ik ga ook maar op strooptocht. Ik hoor ergens veel lawaai en ja hoor daar staat ze een hele familie te woord en haar bidon is reeds gevuld. Ik sluit aan en al snel hebben we ook een wijnfles vol water.
Aan een picknickbank zet ik een mooie, sterke bak koffie waar we samen intens van genieten in combinatie met met enkele handen noten. Het is zo makkelijk als je beide goed zonder eten kunt en er in ieder geval geen issue van maakt. Nog een energiereep erin en we gaan alweer op pad richting Ruhrquelle die 5,4 kilometer verder ligt.
Een prachtig pad dat door graslanden voert met vergezichten. De aandacht gaat uit naar vlinders zoals het Icarusblauwtje, werkelijk een prachtig exemplaar. De Ruhrquelle is een plek voor foto’s. Een aantal jaren terug reed ik met vriend Peter in een dag van Willingen Usseln naar Nijmegen via de Ruhr die we ergens na Winterberg oppikten. Een tocht van 350 kilometer, maar de bron van de Ruhr sloegen we over. Nu maken we foto’s al heeft de bron weinig om het lijf. Ik stuur ze meteen naar Peter.
Winterberg is nog 3,4 kilometer, het gas gaat erop want we ruiken een terras. De zon doet inmiddels aardig zijn werk en als we rond 14 uur aankomen in Winterberg is het energielevel aan de lage kant (understatement). We komen nauwelijks de laatste bult op en laten ons stram zakken in de stoeltjes. Schoenen uit en genieten. Zij gaat aan heerlijke huisgemaakte rösti met zalm en ik laaf me aan een Strammer Max hetgeen bij haar direct de trailnaam Strammer Jan doet opkomen. En bedankt.
We sluiten af met een hemelse ijscoupe waarna we vitaal weer op pad gaan. Eerder liep ik de Winterberger High Altitude trail en die voerde op zelfde wijze Winterberg uit. Geen hele mooie route met skiliften, pistes en attracties. We zijn blij als we de weg oversteken en de Kahle Aste op mogen lopen. De hele dag visualiseren we al dat we op deze hoogste berg van het Sauerland tegen het topkruis slapen. Daar staat echter een allerleukst Duits torengebeuren en heel snel lopen we door.
Onderweg naar beneden een kleine tipi maar die staat teveel in het zicht. Drie andere hutten die op de kaart staan, vinden we nergens. Uiteindelijk vinden we aan een zijweggetje dat een helling afloopt een helling met zacht wiegend gras waar we een soort van horizontaal plekje vinden. We liggen dan uit het zicht achter een boom die voorkomt dat we naar beneden rollen. Ik zal de boomkant pakken, dan kan zij tegen me aan rollen.
Even verder in het gras drinken we Rioja en eten stokbrood met Camembert terwijl we van de zonsondergang genieten. Kan je nog wilder kamperen?
Dag III
Ons bed is een semi-horizontale vlakte tegen een boom die voorkomt dat we naar beneden rollen. Aangezien ik wat steviger ben, pak ik de dalkant. Inderdaad moet ik halverwege de nacht haar vragen wat afstand te nemen als ik constateer dat ik om de boom gevouwen lig evenals mijn luchtbedje. Dit standje is me te technisch, zeker als je bedenkt dat ik ook nog over twee boomwortels gevouwen lig. Wildkamperen, het is geen sinecure.
Zeker niet. Halverwege de nacht wordt zij wakker van twee herten die gras grazen. Ze herkent het geluid uit haar jeugd en wordt er direct wakker van. De herten staan drie meter verderop te grazen. Als ze zich omdraait roetsjen ze weg. Niet veel later gaat ook een vos of wasbeer er vandoor met onze lege chipszak met daarin een lege fles wijn en mijn tandenborstel. We horen hem door het hoge gras racen. Alleen mijn tandenborstel vinden we de volgende ochtend na lang zoeken terug.
Nadat we de spullen ingepakt hebben lopen we even verder naar een bankje voor ontbijt. Een aantal stukken stokbrood met camembert en gerookte Schinken afgeblust met water. Koffie maak ik niet en vinden we vast elders op een terras. We lopen over een dijk met aan de ene zijde het stroomgebied van de Ruhr en aan de andere zijde een andere rivier. We passeren een dorpje en duiken dan een bos in. Na drie kwartier lopen staan we voor de heerlijke Hoheleyer Hutte, een oase in de woestijn.
Het terras is gemutlich en overal zitten locals aan een champagneontbijtbuffet. We bestellen bij een zeer ontspannen dame twee koffie en twee Tarten. Ze komt aanlopen en zet twee taarttorens neer met roze, paars en wit. Bosbessentaart uit eigen keuken en hij smaakt zalig.
Er is echter iets mis. Wellicht hebben de bosbessen te lang gerijpt. De rest van de dag ben ik spaced out alsof ik spacecake heb gegeten. Ik voer samenhangende gesprekken maar kijk er van heel ver naar en kan niet goed verbinden.
Er is echter iets mis. Wellicht hebben de bosbessen te lang gerijpt. De rest van de dag ben ik spaced out alsof ik spacecake heb gegeten. Ik voer samenhangende gesprekken maar kijk er van heel ver naar en kan niet goed verbinden. Ik praat in het nu, weet nauwelijks wat ik daarvoor zei en voel me ontheemd als in een trance. De wandeling verloopt uiterst soepel en de kilometers vliegen onder ons door. Het is vandaag een lange groene tunnel. Ergens moeten we kiezen tussen een berg- en een dalvariant en gaan we natuurlijk voor de eerste.
Halverwege de dag passeren we het dorp Jagthutte en hopen daar een terrasje te treffen. We treffen echter een viersterrenhotel met viersterrenprijzen en wijken uit naar het bushokje 100 meter verderop. Weer stokbrood met camembert en handen vol noten. Nog 7,8 kometen naar Schmallenberg denken we, maar daar blijken we helemaal niet te komen. Hoezee voor onze professionele voorbereiding.
Na een rondje om het dorp volgt weer een heerlijke groene tunnel naar een bron die zo weinig voorstelt dat we de naam niet noemen. Al is het water wel fris bij 27 graden. Na weer ettelijke kometers dan eindelijk de Rhein-Ruhr toren met terras. We zijgen neer met 28 op de teller. Beiden bestellen we een groot biertje en een Apfelschorle. Snel daarna ook een Currywurst met Pommes voor de keuken sluit. Ik opteer voor nog een groot biertje waar zij gaat voor een ijsje. Wij hebben niks meer nodig en kunnen naar bed. Wel eerst een plekje vinden.
Het vinden van een veilige slaapplek is voor twee gevoelige mensen een precaire aangelegenheid. We zoeken hutjes die er niet meer zijn, vinden plekken die geen goede energie hebben en belanden in een oneindig bos met een beek, dat veel te vochtig is. De hele dag perfecte plekken en nu… niet. Aldus banjeren we er negen kometer doorheen. We eindigen op een bult waar een gigantische chaos heerst. Alles bossen zijn gekapt en overal liggen de gevelde bomen. Een ravage. In het midden staat echter één perfecte hut, de hemel. Zij herkent meteen de woonkamer, de keuken en de slaapkamer. Visualiseren is aan haar besteed.
Ik sleep direct water, worst en een mes naar het bankje nadat ik shirt en schoenen geloosd heb. Na 37 kilometer lekker op mijn luie kont en even niks. Samen genieten we van de ondergaande zon. Dit was een monsterdag en inmiddels hebben we besloten dat we in 6 dagen niet de variant van 154 doen maar die van 186. We zijn er nu toch. Morgen noodweer met orkaanwinden. Benieuwd hoe we het eraf gaan brengen zonder tent. Oops, dat was niet voorspeld..
Dag IV
Dreiherrenstein. Een heerlijke hut op de top van een berg op een vijfsprong. Zij heeft geslapen als een marmot. Ik heb ook redelijk geslapen nadat ik eerst nog lang lig te lezen. In de ochtend al vroeg boswerkzaamheden. Op dit deel van de Rothaarsteig worden alle dennenbomen simpelweg vernietigd omdat de boktor alle bomen aantast. Het is bedroevend hoe de hele omgeving wordt vernietigd en het besef dat het nog veertig jaar duurt voor hier weer fatsoenlijk groen staat.
Eenmaal uit bed zet ik een heerlijke bak koffie met de koffiefilter. Het smaakt als nectar van de goden en niks lekkerder dan de geur van vers gemalen bonen op de vroege ochtend na een nacht in het wild. We toppen het af met twee mueslirepen want meer hebben we eenvoudigweg niet aangezien het gisteren zondag was en hier gewoonweg niks te krijgen is.
Om 7.18 vertrekken we traag en roepen nog eens hoe mooi deze plek is ondanks de troosteloze aanblik van de kale vlakten en gevelde bomen. We steken de vlakte over en duiken het bos in. Het gaat niet snel vanochtend, we zijn nog moe van de 38 kilometer van gisteren. Noem het maar gewoon een offday. Na ongeveer zeven kilometer het gehucht Bad Ginsburg. We moeten al voor het dorp rechtdoor een zandpad op maar ik zie links in mijn ooghoek een hotel restaurant. Daar wordt vast ontbeten op dit tijdstip en dat gaan wij dus ook doen.
Met mijn allerliefste colgatesmile vraag ik de waardin of ze twee Kaffee und Kuchen heeft voor twee zwervers. Ze kijkt zeer bedenkelijk maar smelt uiteindelijk toch voor de charmes van deze verlopen wandelaar en gaat ons met haar kleindochter voor naar de ontbijtkamer. We mogen de restjes van het buffet opeten. Of dat oké is? We zijn in de Himmel!
Met mijn allerliefste colgatesmile vraag ik de waardin of ze twee Kaffee und Kuchen heeft voor twee zwervers. Ze kijkt zeer bedenkelijk maar smelt uiteindelijk toch voor de charmes van deze verlopen wandelaar en gaat ons met haar kleindochter voor naar de ontbijtkamer.
Al snel staat een kan koffie op tafel en slepen we grote glazen jus, bolletjes met heerlijk beleg, een kom Griekse yoghurt met muesli en vruchten, gekookte eieren, stukken cake en meer van het buffet naar onze tafel. Smikkelen voor gevorderden. We raken in gesprek met het oudere stel dat het etablissement beheert. Ze keek bedenkelijk omdat de laatste gasten zo vertrekken en ze dan 14 dagen vakantie hebben. Daarmee zijn wij nu de laatste ontbijten gasten.
Waar we geslapen hebben? Voorzichtig melden we dat we na 38 kilometer zo moe waren dat we maar langs de weg zijn gaan liggen. Het oogst bewondering. Om nu te zeggen dat we bewust in schuilhutjes ons heil zoeken zet wellicht kwaad bloed bij de lokale horeca en hotellerie. Hij legt uiteindelijk de hele historie van het pand uit en de sfeer is gezet.
Voor twee euro kopen we een klein lunchpakketje van een appel en een broodje en het flesje appelsap van 2 euro krijgen we cadeau. We moeten wel het ontbijtbuffet van 12,50 per persoon afrekenen, maar dat doen we met plezier. Toiletpapier aangevuld, gewassen in toilet, buikje vol en een lunchpakket mee, wij kunnen er weer tegenaan.
We lopen echter als slakken. Het is moordend heet en onwaarschijnlijk benauwd. We trekken onszelf aan eigen nekharen over de paden. Na het gehucht Lutzel willen we siësta houden want daar liggen wat watertjes langs de Eder. Als die echter te lang uit lijven, crashen we gewoon langs een zandpad in de berm.
Al met al blijft het beloofde noodweer uit. Zij vindt het jammer en keek wel uit naar wat avontuur. Als we eenmaal op de loop zijn toch wat regendruppels en dreigende luchten dus we nemen onze intrek in een hoogzit. Het is een klein open ding van 1 m2 met een bankje. Lachend klimmen we de ladder op en nemen plaats. Het voelt als een kermisattractie. Ruim vijf minuten zien we de druppels vallen, maar ons gebrek aan geduld maakt dat we de ladder weer af moeten. Liever nat dan wachten tot een bui overwaait. Vooralsnog is het gewoon een prachtige, hete dag.
We trekken door langs een aantal bronnen waar riviertjes beginnen, de een nog kleiner dan de ander, het heeft weinig om het lijf. Halverwege de middag zitten we echt op een absoluut dieptepunt. Booking.com komt naar boven en beurtelings zoeken we hotelletjes, pensions, supermarkten en überhaupt civilisatie. Het tekent ons gemoed. Voornaamste reden dat dit faalt is dat er ook geen enkele internetverbinding tot stand komt. Wij zitten met recht in the middel of nowhere. Ik stel voor om naar het volgende dorpje te lopen en het eerste levende mens om informatie te smeken. Zo gezegd zo gedaan.
In het dorpje Benfe een dame die de auto uitlaadt. Of er een restaurant of café is? Ze schudt lachend van niet. Hier is niks. Of we wat willen drinken en binnen willen komen? Dat laten we ons maar een keer zeggen en met volle bepakking stommelen we de keuken in. Blijkbaar is de dame op bezoek bij haar ouders en papa kijkt verwonderd naar de optocht die zijn keuken binnenschreidt.
Hij rukt flessen gebotteld water aan en oma gaat koffie zetten. Er komt tevens cake en appelsap op tafel en binnen de kortste keren zitten we vocht te tanken en Duits te kletsen alsof we hier al jaren wonen. We informeren naar een supermarkt waarop papa dochter maant even met ons op en neer te rijden, maar dat gaat ons te ver.
We zitten weer tot de nok toe vol met vocht en bij vertrek mag ik de halve cake in een plastic zak meenemen en in mijn rugzak duwen. Ze schrijven mijn websites op en wij vragen om een adres zodat we een kaartje uit Nederland kunnen sturen. Buiten volgt een fotomomentje met ons vieren; de meeste mensen deugen. Met hernieuwde energie gaan we weer op pad, vrolijk door de goedheid van lieve mensen. We hebben eten en drinken zat, nu alleen nog een hutje zoeken want het weer is wispelturig. Bij de eerste kaart van de route maken we foto’s van alle schuilhutten die erop staan in de hoop dat ze er ook daadwerkelijk staan.
De pas er weer in naar de Siegquelle. Dit blijkt een bron waar daadwerkelijk wat water uitkomt. We wassen onszelf en vullen een bidon. Heerlijk om weer fris op pad te gaan en nog geen 200 meter verder vinden vinden we een heerlijk hutje. We hebben echter hernieuwde energie en nu is 17.30 opeens wel wat vroeg om te stoppen.
Ik ontdek op 35 minuten lopen een hotel restaurant Lahnhof en we besluiten dat een kans te geven. Als het niks is zijn we in 35 minuten terug bij het hutje en misschien komen we onderweg nog een hutje tegen. Via een smalle single track banen we ons een weg in de richting. Weer die desolate velden waar de bomen gekapt zijn. Een droevig gezicht. In het dorp blijkt inderdaad het eerste restaurant open zoals twee dames op de fiets ons reeds gezegd hadden. We nemen afgepeigerd plaats op het terras.
Het hutje voelt als een oase in een woestijn van gekapte bomen. Even lekker zitten terwijl we ons tegoed doen aan zoute stokjes en een huisgemaakte soep van instant noodles en worst, water en noten. Zij tikt haar reisverslag. Als zij water gaat halen bij de bron voor het eten maak ik de bedden op. We vallen in slaap met een nepkaars in ons veilige, droge hutje.
We bestellen twee grote biertjes en bestuderen de kaart. Tot onze spijt het bericht dat je ook hier alleen met cash kan betalen. Het is hier zo wild dat pinnen niet kan want er is geen verbinding en dus kan een bankoverschrijving digitaal ook niet. En dat willen ze ook niet echt ondanks het feit dat ze na corona geld kunnen verdienen. Ik meld me af bij de bar en de biertjes die net getapt zijn worden vast direct vernietigd. Geen genade hier in dit Duitse etablissement. We lopen nog even verder op de R maar besluiten dan toch 2,7 kilometer terug te lopen over de weg naar het hutje dat we passeerden.
Het hutje voelt als een oase in een woestijn van gekapte bomen. Even lekker zitten terwijl we ons tegoed doen aan zoute stokjes en een huisgemaakte soep van instant noodles en worst, water en noten. Zij tikt haar reisverslag. Als zij water gaat halen bij de bron voor het eten maak ik de bedden op. We vallen in slaap met een nepkaars in ons veilige, droge hutje.
Dag V
We zijn beiden al lang wakker, maar willen ons nog niet overgeven aan de dag. Zij haalt water bij de bron, ik ruim de bedden op en ga koffie zetten. Is er iets heerlijker dan de geur van een vers koffiebrouwsel in de morgen als de vogels je toefluiten? Zij roept dat ik staar, het is wat de natuur in me losmaakt, vogels, insecten, geluiden, de wind die ruist door hoge dennen, de lichtval van de zon door het bladerdak, de geuren van humus en planten, oeroude bomen die je nietig doen voelen, zwaluwen die spelen in de lucht, spinnen die hun web bouwen, de wiskundig perfecte constructie van een varen. Moet ik doorgaan? Ik heb teveel om te staren.
We sippen de koffie met de heerlijke cake die we gisteren meekregen. Twee wandelaars passeren de hut. We staren ze na en concluderen dat we ze kunnen hebben. Nee hoor, we zijn niet competitief. Een half uur later vertrekken we rustig. Via de weg want dit deel hadden we reeds gelopen. Inderdaad zien we het Duitse stel na een paar kilometer uit de jungle komen. We passeren het restaurant waar we gisteren niet zonder cash konden afrekenen en lopen snel door. We zitten laag in onze voorraden. We zoeken naar alternatieven. Hotels, saunas, zwembaden, supermarkten. er zijn precies nul opties. Alleen doorlopen resteert.
Dan opeens als we onder drie windmolens doorlopen, zie ik rechts onder ons in het dal een aanzienlijk dorp. Google leert ons dat er op 2,7 kilometer een Rewe zit. Jubelend dalen we af het dorp in. De Rewe geeft ons wijn, bier, vlees, kaas, chips en zes sinaasappel-split-ijsjes. We verorberen ze gretig in de zon. Minutenwerk. Op de terugweg naar moeder natuur een tussenstop bij een kebabtoko voor een pizza die we delen. Zij heeft het koud dus zitten we binnen, een terugslag na gedane inspanning.
Zij haalt water bij de bron, ik ruim de bedden op en ga koffie zetten. Is er iets heerlijker dan de geur van een vers koffiebrouwsel in de morgen als de vogels je toefluiten?
Op de heenweg zagen we fijne wildkampeerplekken en al snel zijn we terug op een open plekje in het bos aan de rand van een veld. Net als we de bedden hebben opgemaakt begint het te regenen. Gelukkig zie ik een paar meter verderop twee immense sparren met een natuurlijke, vierkante slaapkamer eronder. We verslepen de bedden, richten de keuken in en zitten niet veel later droog onder de bomen terwijl we regen horen druppen. Het is knus. Dit wordt een heerlijke wildkijkplek vannacht.
Dag VI
We worden wakker in onze boskamer. Wat een bijzondere nacht. Herten, zwijnen, muizen, vogels, wat hebben we niet gehad… Zij heeft als heerlijk gevoelig mens niet geslapen en enkel geobserveerd. Haar aura is gigantisch en ze geniet zichtbaar van de ervaring. In ons tiny boshuis genieten we van de koffie die ik voorzichtig maak op mijn brandertje. Daarnaast hebben we de heerlijke broodjes die we gisteren bij de bakker haalden. Dit is een feestje.
Via een gruwelijke omweg belanden we weer op de route. We houden van lusjes. Bijnaam 22 van haar is immers lusje. Via lange kammen lopen we prachtig richting Dillenburg. Steeds als je denkt dat je bij je einddoel bent, volgen klimmetjes. Dat noemen ze een tegelwijsheid. Hier is een morbide parcoursbouwer in de weer geweest. Als we in Dillenburg aankomen meteen weer omhoog het dorp uit en alle kommen rondom het dorp verkennen. Het dorp zelf blijft steeds buiten beschouwing.
Je hebt 180 kilometer gelopen en nu gaan ze omtrekkende bewegingen verzinnen. Ik trek dat niet zo goed. Ik ben er. Punt. En aldus lopen we ook nog verkeerd. Het helpt niet. Gelukkig treffen we een Duitser die Nederlands spreekt. Hij helpt ons met plezier. Zonder verdere omwegen komen we bij het station aan. Het is een desillusie. Brilon was knus en behulpzaam, Dillenburg is een arm rommeltje zonder finishplakkaat met veel sloebers rond het station. Niet het fotografisch moment dat we zoeken. We drinken een biertje in het gras. Daarna nog een bij een Turks restaurant waar we alle apparaten opladen.
De trein is een hel. Het is vol, waarschijnlijk door de actie dat je in Duitsland onbeperkt mag reizen voor negen euro per maand. Er wordt niet geventileerd en we moeten een mondkap dragen bij temperaturen boven de 25 graden. Het kost ons 5,5 uur om dezelfde afstand terug te reizen per trein. Voor zover wij weten, is er geen snel alternatief.
Besluit
In 2016 vierde de Rothaarsteig zijn 15-jarig bestaan. Het 154 km lange wandelpad start in Brilon aan de noordrand van het Rothaargebergte en leidt via Winterberg en Schmallenberg naar de uitlopers van het Westerwald bij de Oranjestad Dillenburg in Hessen. De Rothaarsteig wordt de weg der zintuigen genoemd en gaat over een hoogte tussen 400 en 800 meter boven NAP en biedt mooie vergezichten.
We hebben een prachtige tocht gemaakt. In zes dagen liepen we 190 kilometer met bepakking, door oneffen terrein. We liepen zonder tent en vertrouwden erop dat we fijne droge hutjes zouden treffen op ons pad. Dat lukte en zo niet, sliepen we onder bomen. Veel wild troffen we met name tijdens de nachten. De finishplaats Dillenburg is een desillusie en ons advies zou zijn daar te starten en te finishen in het lieflijke Brilon. De route is in twee richtingen gemarkeerd. De markering is buitengewoon goed en slechts één keer vergisten we ons.
Overall is het spijtig te constateren dat ongeveer de helft van alle naaldbossen in het Sauerland en het Rothaargebirge gekapt wordt vanwege de tor die de bomen aantast. Het maakt de route minder aantrekkijk en soms doet hij zelfs apocalyptische aan met desolate hellingen vol gesneuvelde bomen. Het gaat nog tientallen jaren duren voor er weer iets van oorspronkelijke begroeiing te vinden zal zijn.
Houd er rekening mee dat er op de route zelf zeer weinig voorzieningen zijn en dat je dus moet afdalen van de route voor hotelletjes en supermarkten. Het maaktde tocht iets langer en vereist wat planning.
Voor aanvullende informatie kan je terecht bij:
Rothaarsteigverein e.V.
Johannes-Hummelweg 2
57392 Schmallenberg
Tel. 0049-(0)2974-4994163
Jan Fokke is spreker, influencer, avonturier, auteur en blogger. Met een wereldreis, de SUP-Elfstedentocht, 350 kilometer non-stop mountainbiken, twee poolexpedities, vierduizenders in de Atlas, een overnachting in de vriezer met pooluitrusting, een Alpenoversteek in vier marathons en ongeveer 1.023 hardloopwedstrijden riep SBS6 hem in al haar wijsheid uit tot een van de grootste avonturiers allertijden.