Laat je verrassen door deze onbekende regio in Oostenrijk
Als staalkabels zien zijn armen eruit. Net zoals zijn brede borstkast en enorme kuiten. Een ondeugende Indiana Jones glimlach kijkt me met pientere samengeknepen ogen aan. Het is Bernie, onze canyon gids en zijn armspieren glanzen in de zon… Mijn vage starende ogen zijn al snel weer op zijn plaats want voor ik het weet word ik in een dik neopreen pak gehezen. Een paar dikke neopreen sokken, speciale stevige schoenen, een helm en een klimharnas volgen al snel. De heupgordels worden aangetrokken en we zijn klaar om te gaan.
We zijn vandaag met een klein groepje. Alleen Gerti gaat met André en mij mee, en wat ze in lengte mist heeft ze in spontaniteit over. Ze is supervrolijk en heel enthousiast. Dit gaat leuk worden!
Binnen tien minuten staan we bij één van de twee meest beroemde kloven van Oostenrijk: de Almbachklamm. Organisaties vanuit heel Oostenrijk, maar ook zover als München in Duitsland rijden uren om bij deze kloof te komen. Wij hebben daarom geboekt bij Canyoning Salzkammergut bij Hotel Obermayr omdat ze er zo goed als naast liggen, en het lijkt me niets om uren in een dik neopreenpak in een busje te zitten.
“Oké, voor we beginnen, wat is het gevaarlijkste bij canyoning?” Met guitige ogen kijkt Bernie ons aan en wacht op antwoord. “Eeeuh, het jumpen?” zeg ik een beetje vertwijfeld. “Nee, goed geprobeerd, maar helaas. Wie heeft er nog een idee?” Hij kijkt Gerti en André aan. “Die plekken met van die gladde zwarte algen misschien?” zegt André. Bernie schudt zijn hoofd. “Nee, hoewel je daar inderdaad wel op moet passen.
Nee, vallende stenen zijn het grootste gevaar. Je zit in een canyon, dus je kan niet veel kanten op. Als er stenen bij je vallen, al zijn het maar kleintjes, dan roep je dat gelijk en ga je direct voor of achteruit.” We knikken begrijpelijk en vervolgens krijgen we een veiligheids-brieving over wat we wel en niet in de canyon moeten doen.
Kolkgaten en varens
In eerste instantie zien we nog niets van de kloof maar ineens is hij daar en het is werkelijk prachtig. De kloof ligt er stil en mooi bij. Bloemen bloeien langs de rand en het water kabbelt rustig. Er zijn verscheidene plateaus met hier en daar door water uitgesleten kolkgaten. Varens hangen langs de kant en bomen geven de randen een mooi groen geheel.
Via touwen en afhangende rotspartijen volgen we de kloof en mogen vanaf een klein plateau als eerste kennismaken met de koude rivier. Hmmm… een dik pak, oké, maar ik durf te wedden dat het water toch echt stiekem de eerste keer naar binnen gaat sijpelen. Ik steek mijn hand in de rivier en trek gelijk een lelijk gezicht. Brrr, echt koud. Oké Lian, niet zeuren, hup erin, hier kom je toch voor? Ik doe mijn ogen dicht en spring. En ja hoor, langzaam glipt het koele water naar binnen. Nou ja, als je avontuur wilt moet je ook een beetje afzien.
Door de hoeveelheid lucht in het pak en de schoenen kan je niet echt goed zwemmen. Alleen een beetje dobberen en met je armen en benen zwaaien. Met moeite pers ik er een borstcrawl uit, echter mijn voeten maaien maar een beetje aan de oppervlak, dus echt effectief is het niet. Leuk is het wel. Een eindje verderop klimmen we eruit. We oefenen met een kleine sprong van twee meter hoogte.
“Oké, let op. Als je springt, stap dan minimaal een vooruit, trek je benen enigzins krom en maak je lichaam stijf met spanning in je buik alsof je moet poepen en springen tegelijk.” Bernie lacht erbij terwijl hij dit vertelt. Het is aanstekelijk en voor ik het weet springen we van de rand af. Je bent zo weer boven want het pak zorgt voor een enorme opwaardse druk.
“Klaar voor de grootste jump van 8,5 meter?!” Bernie neemt ons mee naar een uitstekende punt boven een diep gat. We kijken omlaag en zien pas na 15 meter de bodem. Het heldere water en het gat in de bodem maakt de sprong gevoelsmatig extra diep. “Wie wil er als eerste?” We kijken elkaar wat vertwijfeld aan en André stapt naar voren. “Ik ga wel.” Zonder blikken of blozen stapt hij op de punt af en gaat klaar staan. Bernie loopt naar de overkant om een foto te maken.
Maar André blijft staan… Hij twijfelt. Even later draait hij zich om. “Ik weet niet hoor, het voelt wel erg diep. Ik weet niet wat het is. Het is alsof ik wil springen en een touw om me middel me terugtrekt.” Ik zucht zachtjes. Ik snap al waar dit heengaat “Lieverd, doe net als met bungie jumpen. Gewoon naar de horizon staren en niet naar beneden kijken.” Hij knikt en zucht diep, ademt een paar keer diep in, concentreert zich en springt. Een harde plons is hoorbaar. Met een grote grijns komt hij boven. Ja, zijn adrenaline stroomt weer.
Nu ben ik aan de beurt. Zonder na te denken of te kijken tel ik hard tot drie en spring erin. Wooow dat duurt lang. Dat had ik niet verwacht. Ik heb het gevoel dat ik gewichteloos zweef en mijn balans verlies. Gelukkig komt dan toch de klap van het water. Ik val diep en schiet als een raket omhoog. Mijn oren knappen met een luid knallend geluid en een sterke pijnlijke steek schiet in beide oren.
Zo, dat doet pijn. Ik hoop dat dat nog goed komt met mijn trommelvliezen. Ik schud wat met mijn hoofd heen en weer en probeer mijn oren te klaren maar het gaat maar niet weg. Het zal het snelle drukverschil wel geweest zijn. Ik kijk omhoog. Gerti neemt een lagere sprong. Dat is het voordeel van deze kloof. Sommige jumps kan je overslaan als je het niet ziet zitten.
Door de vorst van afgelopen winter is de volgende glijwaterval gescheurd en niet meer toegankelijk. Voor ons gevoel is de tocht veel te snel voorbij, maar dat is meestal als je fun hebt. De tijd vliegt voorbij. Op de terugweg pakken we nog een paar vijfeneenhalve meter jumps, waarbij André nog zijn meest mooie salto’s laat zien. Voor je het weet zijn we terug in Hotel Obermeyer waar de canyoning-organisatie gevestigd is, en kunnen we onder een warme douche de pakken uittrekken.
Ja, dit was een prachtig avontuur en goed en veilig georganiseerd door de amicale en goed gebouwde Bernie 🙂 Deze kloof is toeganklijk voor jong en oud. Maar mocht je interesse hebben, naast deze trip heeft hij ook nog andere interessante opties voor adrenaline junkies.
E-Mountainbiking
Om de trip in dit gebied compleet te maken hebben we besloten een elektrische mountainbike te huren. We kwamen uit bij Franz Mayer van Ebike Academy Hintersee. We begrepen dat hij altijd de meest nieuwe en modernste materialen heeft en inderdaad, wanneer we aankomen staan er een paar goed uitgeruste KTM e-mountainbikes klaar op ons te wachten. We krijgen uitleg over de werking van de fiets en van de geavanceerde vario zadels, die je tijdens het fietsen automatisch in hoogte kan verstellen. Zo kan je dus zonder te stoppen snel van zadelhoogte wisselen als je omhoog gaat of een steile afdaling gaat doen. Geen idee dat dit bestond!
Fietsbroeken aan en helmpjes op en wij zijn klaar om te gaan. We volgen eerst een gelijdelijke route door het bos langs de Hintersee, alwaar we stoppen voor een prachtig uitzicht punt op het meer en zijn omringende bergen. We blijven heerlijk fietsen in het heuvelige gedeelte. Telkens duiken we weer een andere vallei in. Asfaltweggetjes en grindpaden wisselen elkaar af en we beginnen langzaam te wennen aan wat de e-mountainbike allemaal kan.
Maar dan is het gedaan met relaxen op eco stand. We willen een top beklimmen en daar heb je meer power voor nodig. We gaan steil omhoog tot wel 20% waarbij we over gaan op de bergstand. Ondanks de geweldige elektrische ondersteuning beginnen de zweetdruppeltjes over mijn rug te lopen. De zon schijnt heerlijk en er is een heerlijk briesje maar met de 30 graden wordt het toch wel heel warm.
De weilanden wisselen zich af met bossen en dat maakt het hier zo heerlijk. Na een pittige klim komen we boven bij twee authentieke oude hutten (alm’s) aan waar een tiental koeien in een mooie weide staan. We nemen plaats op het terras en worden verwend met een grote kroes Apfelspritz (appelsap met spuitwater) en dikke sneden brood met kaas en aardappelsalade. Ik zit eigenlijk al vol maar als we op de tafel naast ons de zelfgebakken Bauernkrapfen met Preiselberen (lingonberry) en de met pruimenjam gevulde Pofesenen voorbij zie komen, dan kunnen we dat echt niet voorbij laten gaan.
We genieten van het prachtig uitzicht. Ruige bergtoppen met sneeuw wisselen zich af met groene bergen. In de verte schittert de Dachstein, een enorme ruige brede top met sneeuwvelden en een grote gletsjer. Wat een genot na zo’n heerlijke klim. Ik snuif de lucht in. De alpenweide is gevuld met kleurige bloemen die een heerlijke geur geven. De lucht is zo schoon helder en fris. Geen industrie of snelweg te zien. “Hier zou ik wel kunnen blijven…”, zegt Andre zacht. Ja dit is echt een klein paradijs.
“Zo, moet ik hier vanaf?” Half hang ik over het stuur van mijn bike en kijk met grote ogen naar beneden. Ze spreken boekdelen. “Eeeeuh, ik weet niet of ik dat durf hoor…” Vertwijfeld komt het eruit. André haalt zijn schouders op. “Is toch tof! Kun je vast, je hebt wel gekkere dingen gedaan hoor.” Spontaan probeert hij me aan te moedigen.
Met ingeknepen remmen denderen we het steile grindpad af. Niet echt mijn ding, maar André geniet volop en met volle snelheid schiet hij omlaag. Gelukkig verandert het pad redelijk snel in een normale afdalingsgraad en kan ik weer genieten van de natuur om mij heen. Voor we het weten zijn we weer beneden. Ja een heerlijke mountainbike tocht met een fantastisch rijdende kwaliteits bike. Die bike zet ik op mijn verlanglijstje voor volgende jaar.
Na een hartelijk afscheid van Franz rijden we door naar de Fuschlsee. Samen met de immer vrolijke Gerti strijken we neer bij Das See, een strandbar annex restaurant, waar we de dag afsluiten met heerlijke salades, wit bier en Sommerwein (wijn verdund met bubbel mineraal water). Vier dagen, zolang zijn we maar in dit mooie landschap geweest, maar het voelt aan als een volle week. En er is nog zoveel meer te doen en te zien. We weten het zeker, hier gaan we weer eens terug naartoe. Het is echt supermooi hier!
We kijken nog eens naar de Fuschlsee. Het wordt al laat. Langzaam zakt de zon onder en kleine oranje golfjes kabbelen langzaam voor ons. Ik sla een arm om André heen en leg zachtjes mijn hoofd op zijn schouder. Dit is echt genieten!
Mocht je zelf ook eens dit gebied willen ontdekken, hier volgen de verblijven en organisaties waar we mee in zee zijn gegaan.
LEES OOK
Lian en André zijn echte avonturiers. Attenborough, Cousteau en Amundsen waren hun helden, maar ondertussen nemen ze nu zelf als gids al 30 jaar mensen mee naar verafgelegen wildernissen. Het avontuur van verplaatsen door de natuur in een kajak, op de fiets of in een raft, is waar hun passie ligt. Maar het is vooral de ultralange afstand wandeling waar hun hart het meest naar uit gaat.