Tourverslag Piz Prünella, een afgelegen berg in Graubünden, Zwitserland
Ik heb een zwak voor de meer afgelegen en minder bekende bergen. Piz Prünella met een hoogte van 2.990 meter in Graubünden is er zo een. Vorig jaar (herfst 2020) tijdens een andere beklimming zag ik deze berg liggen en sindsdien bewonder ik deze berg iedere dag als achtergrondfoto op mijn laptop. Ik zou deze berg graag willen beklimmen, maar ik weet niet zeker of dat mogelijk is.
In mijn zoektocht naar tourverslagen heb ik slechts één verslag gevonden, in het Frans. Niet mijn taal, maar voor zover ik het begrijp lijkt deze berg binnen de grenzen van mijn fysieke kunnen te liggen.
Ter verduidelijking, voor mij is de grens de lichtste categorie alpine met maximaal eerste graads klimmen. In Zwitserland aangeduid als T4 in tourverslagen. Meestal zijn dit ongemarkeerde routes zonder pad. Indien toch gemarkeerd, dan zijn deze in Zwitserland gemarkeerd met wit-blauw-wit en blauwe wandelborden.
Piz Prünella is niet gemarkeerd, dus we zullen zelf een route moeten uitzetten. Nu is het bij deze berg vrij duidelijk zichtbaar wat de meest optimale route is. Het is echter eind juni, het is lang koud geweest in Zwitserland, dus de vraag is of de condities het toelaten om deze berg nu te beklimmen. En dan gaat het vooral om de sneeuwresten. We besluiten de gok te wagen en gewoon te gaan kijken. Ik ben wel in voor een avontuur!
We starten bij station Diavolezza op de Berninapass. De Berninapass is de verbinding tussen de Sankt-Moritz regio in het Engadin, Graubünden en de provincie Sondrio, Lombardije in Italië.
Bij station Bernina Diavolezza is een kabelbaan die je naar het bergstation brengt, waar je uitzicht hebt op de hoogste toppen in het Bernina berggebied, waaronder Piz Bernina (4.049m), Piz Palü (3.905m) en Bellavista (3.922m), maar ook de Pers-gletscher. Ik zal in een volgende blog wat meer vertellen over dit gebied.
Steenbokken, nieuwsgierige bergmarmotten en verschrikte gemzen
Nu gaan wij echter aan de overkant van de weg Val da Fain in. We volgen het gemarkeerde pad naar Alp la Stretta. Het is stralend weer en onderweg naar de alp komen we van alles tegen. Bergmarmotten die nieuwsgierig kun koppies uit hun holen steken. Koeien die blij zijn dat ze eindelijk weer de bergweides op mogen. Een gems die verschrikt het pad oversteekt en daarna snel de berg op rent. En wat hoger op de bergweide zien we wat steenbokken. We kunnen helaas niet zien of het mannetjes of vrouwtjes zijn. Net iets te ver weg.
Na zo’n vijf kilometer bereiken we Alp la Stretta. In het zomerseizoen is er aan de achterzijde van de alp een mini terras waar je eventueel wat kunt drinken.
Vanaf hier gaan we de berg op en volgen voor een deel het gemarkeerde wandelpad naar de bergpas Fuorcla Chamuera. Daar waar het pad na een zig-zag afbuigt naar het noord-oosten, gaan wij van het pad af naar het westen.
Goed kijken en inschatten
Deels vertrouwen we nu op de gps, maar vooral op onze ogen. Het is normaal gesproken ook altijd een kwestie van goed kijken en inschatten wat een goede route is. Maar nu met de sneeuw is dat extra belangrijk. Soms kun je een sneeuwveld beter oversteken, soms kun je er beter omheen lopen. Het is lastig uitleggen wanneer je welke keuze maakt, maar wat meespeelt is de conditie van de sneeuw (hard/zacht), de helling van de sneeuwvlakte, of er water onderdoor loopt (omgeving goed bekijken / luisteren) en waar wil je uiteindelijk uitkomen (vooruit kijken).
We steken de nodige sneeuwvelden over en bereiken uiteindelijk Chantun (2.974m). Een bergtop wil ik dit niet echt noemen, het is meer een uitkijk plateau.
We genieten een tijdje van een geweldig uitzicht op de omgeving die nog deels bedekt is met sneeuw. Ook spot ik hoog boven ons een steenarend die gebruik makend van de thermiek cirkelend voorbij zweeft.
Aan de noordzijde van ons is Piz Prünella in zicht. Dat ziet er goed uit! Op twee kleine plekken met restsneeuw na, is onze geplande route vrij van sneeuw. Dit moet wel gaan lukken.
Vanaf Chantun dalen we zo’n 150 meter af om aan de voet van Piz Prünella te komen. De zon zet de berg even mooi in het licht, mijn camera draait weer eens overuren.
Eenmaal aangekomen aan de voet van de berg besluiten we de rugzakken achter te laten en met slechts een compact camera en telefoon in de broekzak naar boven te klimmen. Er is in de wijde omtrek geen mens te bekennen, dus die rugzakken liggen veilig.
Tijdens de klim naar boven hebben we soms onze handen nodig, maar heel spannend is de klim naar boven uiteindelijk niet. Soms lijkt een beklimming van afstand moeilijker dan deze in werkelijkheid is. Dat geldt voor deze berg ook.
steenbokken nemen vaak de weg van de minste weerstand, dus voor een groot deel kun je best dit spoor volgen
Bovenaan blijkt dat we nog een bergrug over moeten om op het hoogste punt te komen. Hier is het wel even goed kijken wat de beste route is, want het is smal en steil. Er zijn echter sporen van steenbokken zichtbaar, en ook steenbokken nemen vaak de weg van de minste weerstand, dus voor een groot deel kun je best dit spoor volgen. Maar wel ook zelf blijven nadenken, want 100% betrouwbaar is deze tip natuurlijk niet.
Op de top treffen we een stapel stenen aan als markering. Deze berg is dus niet helemaal anoniem. Maar ik durf wel met zekerheid te zeggen dat deze berg niet heel vaak bezocht wordt.
En dat is jammer, want man … wat een uitzicht !!!!
Hier staande voel ik mij heel klein en nietig te midden van deze indrukwekkende bergwereld. Tegelijkertijd voel ik mijn groots en sterk, ik ben hier op eigen kracht gekomen.
Als ik dan een tijdje bovenop zo’n berg sta, ver van alles, kan ik even alles los laten en geniet ik van de rust, van de overweldigende schoonheid van de bergen om mij heen en wil ik slechts de wind in mijn gezicht voelen. Wat bijzonder dat ik hier mag zijn.
Ok, terug naar de route! Vandaag moeten we dezelfde weg weer terug nemen. We hadden gehoopt vanaf Chantun naar Lej da la Pischa (bergmeer) te kunnen lopen. Echter op de heenweg door Val da Fain hebben we gezien dat afdalen over het gemarkeerde wandelpad ten zuiden van Lej da la Pischa niet mogelijk is door de sneeuwmassa op het steilste deel van dit pad. We kennen dit pad heel goed en weten daardoor dat het onverantwoord zou zijn om deze route in deze condities te nemen. Een goed alternatief is er helaas niet.
Verrassing
Op de terugweg door Val da Fain wacht ons echter nog een verrassing. In de verte staan ineens wat steenbokken langs het wandelpad. Ik ben verbaasd, want dat heb ik hier nog niet eerder meegemaakt. Ze staan min of meer tussen de koeien.
Het zijn allemaal vrouwtjes en ik zie in ieder geval 1 jong die heel dicht bij zijn moeder blijft. We worden onmiddellijk opgemerkt, dus veel tijd om de camera te pakken had ik niet. Verderop blijven ze toch staan en wachten af wat wij gaan doen. We maken wat foto’s en vervolgen daarna onze route, zodat de dieren weer wat kunnen ontspannen.
Wat een geslaagde eerste dag van onze vakantie. Een vakantie die op het nippertje door kon gaan omdat eerder de Zwitserse grens dicht bleef voor mensen die nog niet volledig gevaccineerd waren. Het blijven spannende tijden voor de reisbranche en iedereen die graag de wereld ontdekt!
Informatie route:
- Lengte route: 17 kilometer
- Hoogteverschil: 1.210 meter stijgen, 1.210 meter dalen
- Markeringen: eerste deel wit-rood-wit en wandelbordjes, daarna geen / gps-route is op te vragen bij mij
- Geschikt voor: bergwandelaar met enige alpine ervaring
Bereikbaarheid:
- Auto: parkeren bij station Diavolezza op de Berninapass (grote parkeerplaats)
- Trein: station Bernina Diavolezza (treinverbinding tussen Sankt Moritz en Tirano) www.sbb.ch/de
- Bus: station Bernina Diavolezza www.sbb.ch/de
Mijn grootste passie is hoog de Zwitserse bergen intrekken met mijn vriend. We gaan dan op zoek naar plekken waar weinig mensen komen, waar je onverwachts wild tegen komt en de prachtigste bergmeren ontdekt. Dit afgewisseld met de gemarkeerde bergroutes en de geweldig mooie bergdalen die Zwitserland te bieden heeft. Maar ook IJsland en Noorwegen zijn favoriet.