Mijn eerste week op de Pacific Crest Trail
Zondag 3 april was de grote dag. Eindelijk stond ik dan bij de southern terminus van de Pacific Crest Trail. Samen met nog twee andere Nederlanders had ik de dagen daarvoor kunnen genieten van de gastvrijheid van een trail angel in San Diego. Hij en zijn vrouw hadden ons helemaal in de watten gelegd en ons rondgereden om de laatste inkopen te doen. Bepakt en bezakt stonden we die ochtend rond een uur of 8.30 dan ook trappelend van ongeduld bij het monument pal aan de Mexicaanse grens.
Nadat we het register hadden getekend en de noodzakelijke foto’s hadden gemaakt waren we niet meer te houden en gingen we vol goede moed en met 5,5 liter water in de rugzak op pad de woestijn in. Om nu dan eindelijk daar te lopen, na zoveel maanden voorbereiding, was bijna onwerkelijk. Het landschap was heel anders dan ik had verwacht. Ik wist al wel dat ‘woestijn’ in dit geval geen zandbak vol rollende uitgestrekte zandduinen was zoals de meeste mensen voor ogen hebben, maar door de regen die er in de dagen daarvoor was gevallen was alles groen en fris, bloemen staken hun kopjes op en de dag was grauw en bewolkt.
De ideale startdag
Met zo’n 17 graden was het een meer dan ideale startdag, en al snel bleek 5,5 liter rijkelijk teveel. Er waren in de eerste 5 mijl al 2 beekjes en een kraan waar we hadden kunnen bijvullen, maar dat was dus niet nodig. De rugzak voelde nog een beetje zwaar en onwennig op de heuvels, thuis in Nederland had ik niet veel kunnen oefenen met stijgen en dalen, maar toch verliep de dag voorspoedig en had ik aan het eind ervan zo’n 15 mijl of 25,5 kilometer gelopen.
De hele eerste week hield ik dat ongeveer als maximale dagafstand aan; het is makkelijk te doen op een dag, ook als het warm is en als het pad veel op en neer gaat, dus geeft ruim de tijd voor pauzes onderweg. De eerste paar weken is het belangrijkste om je lichaam te laten wennen aan het elke dag lopen met bepakking door de hitte. Veel uitvallers in de eerste paar honderd mijl vallen af vanwege blessures door overbelasting en dat hoop ik zo te voorkomen.
De hitte
En die hitte, die kwam. Na de koele eerste dag waarin het ‘s nachts zelfs regende, was het met dat feest al snel gedaan. De volgende dag was heet. En de dag daarna zelfs nog heter. De voorspelling was zo’n 37,5 graden, dus stond iedereen rond 5 uur op om met het eerste licht op pad te kunnen en zo nog een paar uurtjes in de koelte te kunnen lopen, een strategie die ik de dagen daarna zou aanhouden.
Vroeg op, zoveel mogelijk mijlen maken, dan op het heetst van de dag ergens in de schaduw uitrusten en een siësta houden, om in de namiddag dan nog een paar laatste mijlen te lopen. De dagen bestaan uit eten, slapen, wandelen en plannen. Je moet voortdurend weten waar je volgende waterpunt is.
Ik begin langzaam te wennen aan het inschatten van het aantal liters dat je mee moet nemen en probeer altijd een liter extra als noodreserve aan te houden. Als ik al mijn waterflessen en zakken volgooi kan ik maximaal 7 liter meenemen, maar dat betekent natuurlijk ook 7 kilo extra meedragen, waardoor je tempo omlaag gaat en je er langer over doet om het volgende waterpunt te bereiken en dus meer water mee moet nemen. De kunst is dan ook om niet teveel, maar ook zeker niet te weinig water mee te dragen.
Hoewel de waterinformatie overal te krijgen is, verbaast het me hoeveel lopers voortijdig zonder water komen te zitten. Het streven naar zo licht mogelijk kent ook zo z’n keerzijdes. Als ik dit alles schrijf ben ik aangekomen in het dorpje Julian (12 mijl van de trail af) voor een herbevoorrading, een douche en een nachtje in een echt bed. Ongekende luxe! Morgen weer verder, en het zal een zware rugzak worden.
Het eerstvolgende zekere waterpunt is 38 kilometer verderop en ook zal het een aantal dagen duren voor er weer ergens eten te krijgen is, dus waarschijnlijk gaat er 7 liter water en nog wat kilo’s aan eten mee. Gelukkig begint de rugzak inmiddels steeds beter aan te voelen en komen de mijlen steeds wat makkelijker. De eerste 124 kilometer zitten erop, een fantastische eerste week!
Ooit zou ik voor een jaartje naar Australië gaan, om avonturen te beleven en zelfstandig te worden. Maar na twee weken Down Under wist ik het al: ik ging nooit meer terug naar Nederland. Acht jaar lang heb ik het toch maar mooi volgehouden, en toen kwam die studie er toch nog van.
Acht jaar lang de wereld overgezworven, onderweg werkend in de leukste baantjes op de mooiste plekken om mijn geld te verdienen. Een van mijn persoonlijke hoogtepunten was de Pacific Crest Trail in 2022. Hier schreef ik het boek ‘Zes miljoen stappen‘ over. Op Mountainreporters en op mijn eigen blog sixmillionsteps kun je mijn verhalen lezen.
Super gaaf om te lezen Lies! En wat een prachtige foto’s!
Petje af hoor!