Reistips voor een eerste spectaculaire verkenning van de Faeröer Eilanden
De Faeröer eilanden, een eilandengroep gelegen in de driehoek tussen Noorwegen, IJsland en het Verenigd Koninkrijk, kenmerkt zich door een gematigd klimaat en prachtige natuur. Wij mochten in augustus ontdekken wat dit prachtige land allemaal te bieden heeft. Om de Faeröer eilanden te bereiken vlogen we via Denemarken. De reis duurt gemiddeld vijf uur en was deze zomer – ondanks coronaperkingen in andere landen – vrij toegankelijk voor Nederlanders. Ook is het mogelijk om met de veerboot vanuit Denemarken of IJsland naar de eilanden te reizen.
We zijn klaar voor een nieuw avontuur
Als je vliegt op de luchthaven van Søvágur zie je al meteen de prachtige steile toppen van groene bergen. Ze lijken door de zee omhoog gestuwd te worden. Het geeft een gevoel als of je terechtkomt in een land waar de natuur nog niet is aangeraakt. Een mooie kennismaking met de eilanden. Het begint te prikkelen. We zijn klaar voor een nieuw avontuur!
De luchthaven ligt in het dorpje Søvagur op het eiland Vágar. Op dit eiland bevinden zich al meteen twee mooie hotspots die je zeker gezien moet hebben tijdens je reis. De eerste hotspot die we bezochten was het Leitisvatn meer. Het meer ligt enkele meters boven de zee. Via een smalle klif met een fotogenieke waterval stroomt het water in de oceaan. Hierdoor lijkt het op sommige punten als of het meer boven de zee zweeft.
Je kunt hier een wandeling maken van ongeveer twee en een half uur (heen en terug en een half uur genieten bij de kliffen). Deze hike brengt je langs een van de bekendste en grootste meer van de Faeröer. Doordat de toegang tot het gebied 200DKK (zo’n 27 euro) kost, heb je geen last van geen last van massa’s toeristen en daar houden we van. Bij de kiosk waar je de tickets koopt kun je ook nog wat extra drinken en snacks inslaan.
Tijdens de wandeling langs het meer en over de rotsen zijn we ongeveer tien mensen tegengekomen, terwijl het weer uitstekend was. Vanaf de top heb je bij helder weer adembenemende uitzichten op de eilanden Streymoy, Koltur, Hestur en Sandoy. Dit laatste eiland zouden we later deze week zelf nog nader gaan verkennen.
Gasadalur en Bøur
Na deze hike gingen wij verder naar en ander bekend punt van vágar; Gasadalur. In dit plaatsje ligt misschien wel de meest gefotografeerde plek van de Faeröer eilanden. Namelijk de Múlafossur Waterval. Het plaatsje ligt op een kwartiertje rijden van het vliegveld. Onderweg daar naartoe moet je ook zeker een bezoek brengen aan het het dorpje Bøur.
We hebben op het door de zon verwarmde terras genoten van onze eerste lunch op de eiland. Met een uitzicht op de omringende eilanden en vissersboten die terugkwamen van de zee. Voor ons zwemt de plaatselijke jeugd in het frisse water. Een mooie eerste kennismaking met de eilanden.
Aangekomen in Gasadalur moet je ongeveer twintig minuten lopen voordat je bij de bekende waterval aankomt. Vanaf het uitzichtspunt zijn heel veel foto’s gemaakt door eerdere bezoekers. Dat is logisch, want het is spectaculair om te zien hoe het water van grote hoogte in het heldere water van de oceaan klettert. Blijf wel opletten waar je loopt. Ooit liep hier namelijk een betonnen trap naar de rotsen, maar deze is door de zee verzwolgen.
Tórshavn
Vanuit Gasadalur vertrokken we naar ons hotel in de hoofdstad Tórshavn. Dit is ongeveer een uurtje rijden. Tórshavn is met ruim twintigduizend inwoners de grootste stad van het land. Het is een vrij grote havenplaats die door de vele gekleurde huizen houten een erg gezellig Scandinavisch sfeer heeft. Vooral het oude centrum, met de naam Reyn, waar het parlement gevestigd is, is leuk om te bezoeken.
In deze historische wijk en in de haven van Tórshavn vind je een aantal erg goede restaurants. Hierbij is het wel belangrijk om van te voren te reserveren. De restaurants zitten namelijk erg vaak tot de nok toe vol. Met een aantal reizigers, maar vooral met locals. Houd er wel rekening dat het prijsniveau in de restaurants een stuk hoger ligt dan in Nederland. We kozen deze eerste avond voor een heerlijk driegangenmenu bij restaurant Skeiva Pakkhús.
In Tórshavn verbleven we in hotel Føroyar. Dit hotel ligt net buiten de stad en geeft een prachtig uitzicht over de haven en het centrum. Vanuit dit hotel hebben wij alle trips ondernomen tijdens ons verblijf op de Faeröer eilanden. De meeste eilanden zijn door tunnels met elkaar verbonden en daardoor goed bereikbaar met de auto. Een aantal kleiner eilanden kun je alleen bezoeken met de ferry. We zullen beide vervoersmogelijkheden gaan ervaren in de komende dagen.
Dag 2
Op dag twee wilden we meer zien van de eilanden Streymoy en Eysturoy. Onze eerste stop was in het plaatsje Gjov. Dit dorpje staat bekend om z’n unieke natuurlijke haven die tussen twee rotswanden is gebouwd. Ook vind je hier de typisch Faeröerse huisjes, gemaakt van donker geschilderde houten planken en een dik pak gras op het dak. Het merendeel van de huizen is hier echter in vrolijke kleuren geschilderd. De temperatuur heeft ondertussen de twintig graden bereikt. Dat betekent hoogzomer op de Faeröer. We zien de dorpelingen in zwembroek afkoelen in het riviertje dat tussen de huizen loopt.
Een hike over de berg is ook de moeite waard en levert je mooie uitzichten op. Neem dan eerst een goed kop koffie en wat snacks in de kiosk naast de haven aan het begin van het wandelpad. Vanaf het terras kijk je bovenop de bekende haven.
Na Gjov reden we door naar het dorp Vestmanna. Hier namen we een snelle lunch in het restaurant naast de vvv. Op deze plek vertrok ook de boot voor onze rondtocht langs de kust van het eiland. Eenmaal aan boord verbaasden we ons over de schapen die op onvoorstelbaar steile rotsen onverstoorbaar staan te grazen. Het is niet verwonderlijk dat heel af en toe een van de beesten zijn evenwicht verliest en in het water valt. Gelukkig komt dit vrijwel nooit voor en zijn de dieren vanaf hun geboorte gewend aan deze bijzondere leefomgeving.
Vanaf de boot keken we omhoog naar de ruige en soms vlijmscherpe rotsen. De plek waar duizenden vogels nestelen. Met name de papegaaiduikers konden op veel bewondering rekenen. Ook kwamen we onderweg spelende zeehonden tegen, wat leidde tot enthousiasme bij onszelf en de medereizigers.
Na deze leuke boottocht verkenden we met de auto een ander deel van te eiland. We kwamen langs mooie stranden en watervallen. De wegen op de Faeroer zijn soms buitengewoon smal, waardoor de autoritten zelf al een bijzondere ervaring zijn. Zo is de bestemming vaak net zo mooi als de reis er naartoe.
Een van de dorpje die we bezochten is Tjørnuvík, een van de oudste nederzettingen van de Faeröer. Het dorp ligt op het noordelijkste punt van het eiland Streymoy en ligt ingesloten tussen bergen. Van hieruit kun je mooie wandelingen maken door ongerepte natuur. Het strand van Tjørnuvik is populair bij surfers. Vanaf het strand heb je een uitzicht op Risin en Killingin (de Reus en de Heks), twee in zee staande rotsen met een hoogte van respectievelijk 71 en 68 meter.
De avond werden we uitgenodigd voor een diner in het restaurant van het Føroyar hotel. We werden verwend met een proeverij waarbij diverse heerlijke gerechten, gemaakt van lokale producten, werden geserveerd. Onder het genot van een lokaal gebrouwen biertje zagen we de nacht langzaam over de stad en de eilanden trekken. Het was weer een mooie dag. Op naar morgen!
Naar het zuiden
Op onze derde dag wilde we meer zien van het zuiden van de Faeröer. Daarom besloten we om naar het eiland Sandoy te gaan. Dit eiland ligt ten zuiden van Torshavn en is alleen bereikbaar met de ferry. Als je met de auto gaat, wat zeker aan te raden is, zou ik wel vooraf een plekje op de boot reserveren. De ferry is namelijk tijdens de spitsuren (ochtend en einde middag) helemaal vol. Als je niet hebt geboekt zul je moeten afwachten of er nog voldoende plek is.
Heb je geen gereserveerde plek, dan is het aan te raden om minimaal één uur van te voren op het vertrekpunt van de ferry aanwezig te zijn. Dan heb je een grote kans op een plekje op de boot. Ook is het mogelijk om een helikopter te boeken om zo snel de afgelegen eilanden te bereiken. De vluchten zijn relatief goedkoop (een paar tientjes).
Ze maken deel uit van het openbaar vervoer, zodat bewoners zich snel en eenvoudig tussen de eilanden kunnen verplaatsen. De lokale bevolking heeft altijd voorrang bij zowel de veerboten als de helikopter, waardoor je de heli vaak pas drie dagen voorafgaand aan je trip kunt boeken.
Omdat Sandoy niet erg groot is kan je alle leuke plekken makkelijk bezoeken voordat de ferry enkele uren later weer vertrekt
Op Sandoy zijn meerdere kleine dorpjes gevestigd die veelal nog in oud-Faeröerse stijl bewaard zijn gebleven. De meestal huizen zijn hier van hout gemaakt en hebben gras op het dak. Omdat het eiland niet erg groot is kan je alle leuke plekken makkelijk bezoeken voordat de ferry enkele uren later weer vertrekt.
Hoogtepunten van het eiland zijn de dorpjes Sandur, Dalur en Húsavík Municipality. Vooral dit laatste dorpje is mooi en ademt historie. Bij Sandur heb je een groot wit strand, waar het met zomers weer goed toeven is.
In het dorpje Skalavik is een van de weinige cafés van Sandoy te vinden, Caféin á Mølini. Hier maken ze de meeste producten zelf en hebben ze een menukaart vol heerlijke lunchgerechten. Dit is gegarandeerd een van de leukste cafés die wij de Faeröer bezochten. We aten hier een overheerlijke zalmburger.
Vanuit het dorpje Dalur kun je een leuke hike doen. Deze eenvoudige wandeling brengt je langs een waterval naar de top van een berg en duurt ongeveer een uur. Net als op de meeste eilanden kwamen we ook nu weer vrijwel geen toeristen tegen. Dat versterkt het gevoel en de sfeer van een echte ontdekkingsreis. Echt een bestemming voor liefhebbers van ongerepte natuur, historische plekken en een weldadige rust.
Vissersboten lagen zij aan zij in het spiegelgladde water, terwijl even verderop mannen netten repareerden en nieuw schilderwerk aanbrachten op een houten schip
Na een volle dag op het vrijwel uitgestorven eiland reden we terug naar de ferry. Ruim op tijd parkeerden we onze auto in de wachtrij. We hadden nog een uur de tijd om wat rond te kijken in het kleine dorpje rondom de haven. Vissersboten liggen zij aan zij in het spiegelgladde water, terwijl even verderop mannen netten repareren en nieuw schilderwerk aanbrengen op een houten schip. Vrouwen met volle tassen van de dorpswinkel lopen zacht pratend voorbij. We gaan terug in de tijd als we langs het standbeeld van een van de plaatselijke helden lopen. Geweldig dat dit soort plekken nog bestaat.
We stappen aan boord en varen terug naar waar we vandaan kwamen. De mist rolt langzaam over de zee naar ons toe. Uiteindelijk zien we niets dan wolken. Ook dit hoort bij de Faeroer eilanden.
De avond sloten we af met een tapas-menu in restaurant Katrina Christiansen in het oude centrum van de stad. Een verrassende en culinaire verwennerij in een van de oudste bouwwerken van de stad. Vol herinneringen en vol energie voor de volgende dagen ronden we deze eerste kennismaking met de bijzondere eilanden af.
Deze reis is mogelijk gemaakt door BBI Travel en Visit Faroe Islands. Wil jij ook op reis naar de Faeröer eilanden? Neem dan contact op met de reisexperts van BBI Travel.
Tobias is van jongs af aan veel op reis geweest, met als hoogtepunten reizen naar Mexico, Zweden en Oostenrijk. Hoog op zijn bucketlist staan: Chili en de ongerepte gebieden van Noord-Amerika. Zijn passies zijn hiken, mountainbiken en de wereld verkennen. Voor Mountainreporters reisde hij onder andere naar Oostenrijk, Montenegro, Portugal en de Faeröer Eilanden.