Als je door de Schotse Hooglanden loopt, vind je op iedere helling knokige kerels en ferme dames die door weer en wind zichzelf naar toppen werken. Doorvragen leert dat het Munro baggers zijn, toppentikkers. Ze werken zich verwoed voort naar die finale top waarmee ze alle 282 bergen in de zak hebben. Munro’s zijn bergen boven de 3.000 voet (914,4 meter). De bergen zijn vernoemd naar sir Hugh Munro die ze voor het eerst in kaart bracht.

Zijn eerste lijst werd gepubliceerd in 1891. Hij maakte een onderscheid tussen Munro’s en Tops, de toppen die ondergeschikt zijn aan de hoofdtoppen. Ik heb inmiddels ook aardig wat toppen beklommen naast de officiële Munro’s. En nog wat andere toppen. Als ze er dan toch liggen…, maar dat terzijde. Hoogtekoorts heet dat.

Sir Munro overleed in 1919 met nog 3 Munro’s te gaan. De eerwaarde A.E. Robertson was de eerste die alle toppen beklom in 1901. Pas na de tweede wereldoorlog begon Munro bagging echt een volkssport te worden. Elke top die je bereikt, is er eentje in de ‘zak’ (bag) en brengt je een stap dichter bij de begeerde ‘compleation’ van een ronde, waarbij een hijer alle 282 Munro’s heeft beklommen. 

Munro’s tables

Als je alle toppen hebt bedwongen mag je dat melden bij de ‘clerk’ en dan wordt je naam opgenomen in de Munro’s Tables. Mannelijke compleators hebben recht op een speciale stropdas, dames krijgen een broche. 

Ik heb contact gehad met de clerk en dat wijst uit dat ongeveer vijftien Nederlanders zich compleator mogen noemen. Als je twijfelt aan de spelling, het is de oude versie van het woord ‘to complete’ (voltooien) zodat het traditioneel klinkt. Wanneer je een ronde ‘compleat’ (voltooit), word je een ‘Compleatist’ of ‘Munroist’.

De eerste non stop ronde werd ondernomen door de bekende Hamish Brown die het boek Hamish Mountain Walk schreef. Ik was een paar jaar terug een week hier met twee vrienden om te verkennen of we hier een bedrijf gingen starten en via een bekende die ons robdleidde hadden we bijna een afspraak met Hamish. Wellicht dat ik tijdens mijn tocht hem kan ontmoeten.

Inmiddels heeft een aantal mensen de ronde meermaals gemaakt met voorop de hardloper Steven Fallin die vijftien keer alle toppen heeft aangedaan. De snelste was Steven Pyke in minder dan veertig dagen. Paul Tattershall is de enige die alle toppen met een mountainbike heeft aangedaan. De moeilijkste toppen in Skye deed hij met alle losse onderdelen in zijn rugzak.

Het Munro bagging virus

Bij mij begon het Munro bagging virus de eerste keer dat ik voet aan land zette in Schotland. Ik was een jaar of 19 toen ik met jeugdvriend Niels de West Highland Way liep met volle bepakking. Vanuit het kleine gehucht Milngavie net boven Glasgow werk je je 150 kilometer omhoog over Conic Hill, de scheidingslijn tussen lowlands en highlands tot je uiteindelijk via het woeste Glencoe jezelf een weg baant naar Fort Wiliam. 

Ik ben later meermaals teruggekeerd naar Schotland en Glencoe bleef trekken. De ruigheid resoneert met me. Hoe desolater het landschap, hoe meer je op jezelf wordt teruggeworpen, jezelf leert kennen. Als je met de kop in de regen en wind door Glencoe trekt, kun je niet meer vluchten voor je demonen. Misschien is dat de reden dat ik dit opzoek. En ook meteen de reden dat ik remming voel, ik wil het nog niet aangaan, stel het uit. Ben nog niet klaar.

Vriendin Jenny liet me eergisteren achter op een camping langs Loch Lomond bij Luss. Ik zette voor het eerst mijn tent op en liep er onwennig omheen. Hoe nu verder? Ik trok me terug in de bar van het luxe resort naast de camping en staarde uren uit de ramen over het meer. 

Een grote act

Om het uur nieuwe stelletjes om me heen die hier willen trouwen en van de lange blonde marketingdame het praatje krijgen. Schokkend. Het gaat nergens over de service die ze vanuit deze locatie bieden, alleen maar over extra kosten voor drankjes, extra gasten, kamers, ruimten en cocktails. Ik hoor het aan en raak er bedroefd van De stelletjes gaan op hun beurt euforisch weg alsof ze het licht gezien hebben. Je trouwt maar één keer, het mag wat kosten. 

Zodra ze weg zijn zie ik de blonde dame veranderen in een chagrijnig grommend kreng. Het is één grote act. Ik wil hiervan weg. Tegelijk wil ik nog niet. Ik boek een hotel voor twee dagen. Besluit me op te sluiten. Tegelijk leeglopen en opladen. Daarna verder.

De nacht is nat. De hele nacht regent het. Mijn Bergans-tent van Surviking is geweldig. Alles is droog ondanks het feit dat ik wakker wordt in een plas. Het regent als ik inpak. Het regent als ik naar de weg loop. Op de camping een camper die me wel wil meenemen richting hotel. Helaas moet hij daarop terugkomen want deze rentalcamper heeft geen gordels achterin. 

Het regent op de kruising waar ik ga liften. Ze rijden hier hard en dus nemen mensen geen lifters mee. Na een uur eindelijk een bestelbusje. Andrew werkt van 6 tot 12 in Glasgow en gaat slechts naar Arrochar, precies daar waar mijn hotel is. Ik mag met mijn natte rugzak, natte trailvest en natte ik instappen en hij zet me voor de deur van het hotel af. 

Niksen in wasteland

Twee dagen lezen, zitten, niksen, slapen, Netflix en gewoon zijn. Dat is wat ik wil. Voorbereiden op mijn avontuur na de fijne start met vriendin Jenny. De kop leegmaken en harden.

Loop door Glencoe in regen en wind en je zal onder de impressie zijn dat de wereld is vergaan, een apocalyptische landschap van kale valleien gevuld met heide en plasjes waar schimmen van bomen uitsteken. Je bevindt je in de film I am Legend of Children of Men. Het is niet gek dat ik hier met iemand liep die me zei dat het te ruig is, liever de Alpen. Hier zijn geen almen, geen koeien met bellen, geen lieflijke chalets, geen terrasjes. 

Schotland is wasteland, back to the wild, in mijn geval Into the Wild. Het is niet zo gek dat ik me na het vertrek van Jenny twee dagen terugtrek. Ik ben moe. Moe van het voorbereiden, fondsen werven, werken. De kop heeft zich nog niet neergelegd bij afzien, bij midges, bij eindeloos veel vocht, bij eindeloze strooptochten over natte graspollen, bij wildkampeersessies van dagen zonder enige luxe. Ik ben nog te zacht in het hoofd. Ik moet erin komen, net zoals dat had toen ik 5.000 kilometer naar Santiago rende. 

Het contrast met hard werken, een warm bed en bad, een dak boven je hoofd is te groot om dat direct te kunnen omarmen. Ook baal ik. Ik heb teveel spullen bij me. Ik ben niet wendbaar, het past niet in de rugzak en ik sleep dus ook een trailvest met spullen mee. Het moet minder. Er moeten items uit. Items die ieder een verhaal hebben, een excuus om er te zijn omdat ze het veilig maken en me helpen.

Lange afstand-loper Eberhard zegt in Over Paden mooi (p. 365): ‘Door steeds meer gewicht te besparen op je bepakking schud je langzaam maar zeker de angst van je af. Elk object dat iemand meesleept, staat voor een bepaalde angst: angst voor verwonding, ongemak, verveling of een aanval. De allerlaatste angst die zelfs de meest minimalistische trekkers moeilijk van zich af kunnen zetten, is de angst om te verhongeren. Daarom sjouwen de meeste mensen karrevrachten eten mee’.

Inderdaad merk ik dat ook ik bij veel uitrustingstukken een excuus heb. De pomp om duizenden liters water te zuiveren voor als ik zonder zit, het zakmes voor opdringerige honden, de uitgebreide reisapotheek, de reserve-expeditiemaaltijden voor die keer dat je zonder eten zit en dus in het ergste geval de hele tocht met je meesleept. Soms sta je minutenlang met een item in de handen, misschien ook wel voor de vierde keer, wikkend en wegend. Inmiddels weet ik dat dat proces duidt op twijfel en dus wegdoen of niet meenemen op mijn tocht.

The Munros, a Walkhighlands Guide

Ik heb een fantastische gids die me een route en kaartje biedt voor iedere Munro ‘The Munros, a Walkhighlands Guide’ van Paul en Helen Webster. De gids heeft zijn diensten nu reeds bewezen en geeft je houvast voor iedere berg, of combinatie van bergen. De inleiding is helder: ‘Setting out to climb all Munros is to embark on a huge adventure. No two mountains are the same; weather conditions, companions – and the state of your squashed sandwiches and frozen Mars bars – make every outing different.’

De gids verwijst naar www.walkhighlands.co.uk voor gpx-files voor iedere berg Je kunt op die site een blog bijhouden met foto’s en je krijgt een kaart waarop je voortgang te zien is. Ik heb dat niet nodig want heb een fantastisch basiskamp in mijn vader en zijn vriendin die de pagina Munro Count op mijn website bijhouden waarop je een kaart ziet volstromen met vlaggetjes.

Als je in nood bent kun je contact zoeken met 999 of 112. Je vraagt naar de politie en krijgt daarna de Mountain Rescue. De Schotse Mountain Rescue rukt jaarlijks gemiddeld 532 keer uit om hulp te verlenen. Bergredding wordt gecoördineerd door de politie en dat is dus je eerste aanspreekpunt. www.miuntainrescuescotlandorg

Om in geval van nood te overleven zijn een aantal uitrustingstukken essentieel. Mijn waterdichte windjack en regenbroek. Een kaart en kompas. Een bivakzak, in mijn geval een eenpersoonstent en een reddingsdeken. Een hoofdlamp en power bank om mijn locatie te kunnen laten zien, evenals een fluitje. Een EHBO- doos. Om te communiceren heb ik mijn telefoon en een Garmin Inreach Mini 2, een apparaatje waarmee je via GPS altijd kunt smsen en dus laten weten dat je in nood bent, ook als je geen bereik hebt.

Mijn Munro-boek waarschuwt me niet verblind te raken door lijsten als de Munro Tables maar toch vooral oog te houden voor de schoonheid van de bergen. Er is meer dan Munro’s. Het voorbeeld dat wordt gegeven is de Cobbler, een driekoppig monster in de Arrochar Alps, dat niet de hoogte heeft van een Munro en tussen Beinn Ime en Beinn Narnain ligt. Heb ik toch maar mooi meegepakt op mijn laatste klimdag. Ik oag gewoon alle toppen mee die in mijn bereik liggen. 

Nog 275 te gaan. Ik denk aan de wijze woorden van mijn gewaardeerde vriend Alexander die net de 100 cols-tocht fietste in Frankrijk. 

‘Jan, hoe eet je een olifant?

Hapje voor hapje!’

Topje voor topje.

Was getekend,

Een Munro Bagger

Meer lezen: www.expeditionlife.nl


Nawoord 

Ik ben mijn tocht begonnen bij Loch Lomond en de Arrochar Alps. De oostkant van Loch Lomond kent één Munro, de Ben Lomond die ieder jaar door 30.000 mensen wordt beklommen. Ten westen van deze berg ligt een kleine pas die de Vikings gebruikten om hun boten van Loch Long naar Loch Lomond te slepen. Ik liep deze pas op een vrije dag en ben blij dat ik – gezien het hoogteverschil – geen boot met me meesleepte. De foto’s bij dit artikel zijn van de Ben Lomond, Beinn Narnain, Beinn Ime, Ben Vorlich en The Cobbler.

LEES OOK:

Little America

Reizen naar USA en Canada


 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

BBI Travel

Onvergetelijke reizen maak je met BBI Travel

De meest bijzondere bestemmingen beleef je met BBI Travel. Maak kennis met de ongerepte binnenlanden en kusten van Zweden, Noorwegen en Finland, ervaar de wildernis van Canada en IJsland, of maak een onvergetelijke meerdaagse hike in Ierland. Bij BBI Travel is jouw reis goed geregeld. Lees meer

Innsbruck

Ontdek de regio Innsbruck

De regio Innsbruck biedt maar liefst vijf verschillende bergmassieven. Van vlakkere, ontspannen trajecten op het Mieminger Plateau tot en met hoogalpiene paden en ongenaakbare rotsen in het Sellraintal is alles vertegenwoordigd. De wandelgebieden zijn weliswaar verschillend, de alpiene ervaringen zorgen echter altijd voor grote indrukken. Lees meer

Sony camera's

Leg elk moment vast

Of je nu op wintersport gaat, door de bergen gaat wandelen of gaat genieten van een luxe vakantie aan zee, Sony biedt voor elke reis foto- en videografie producten om jouw unieke ervaringen vast te leggen en de content naar een hoger niveau te tillen. Zo is de nieuwe Sony A7C II samen met de FE 16-25mm F2.8 G en FE 24-50mm F2.8 G lens bijvoorbeeld een perfecte lichte en compacte kit als je maar weinig bagage mee kan nemen. Ontdek meer