Vijf prachtige plekken in de Argentijnse bergen
Zo’n 5000 kilometer reisden mijn vriendin en ik door Argentinië, langs de Ruta 40. Dit zijn vijf van de mooiste berggebieden die we zagen, van zuid naar noord.
1. Prachtig Perito Moreno
Akkoord, we beginnen dit stuk strikt genomen al niet met een berg. Maar zonder bergen geen gletsjer natuurlijk. In Patagonië zie je wel meerdere ijsvlakten, maar Perito Moreno in Los Glaciares National Park is gigantisch. En prachtig.
Dankzij een mooi circuit van houten weggetjes konden we de bijna vijf kilometer brede witte muur vanuit alle hoeken aanschouwen. Er varen ook regelmatig bootjes naar de indrukwekkende ijsmassa, maar wij vonden de wandeling al meer dan indrukwekkend genoeg.
Neem zoals ons de tijd om je op een bankje te settelen en zie de ijsbrokken geregeld van de immer bewegende gletsjer breken. Uren kijkplezier verzekerd! Zeker als je zoals ons ook de kuifcaracara, condor en rode specht kan spotten. Het natuurwonder is – zowel met eigen als openbaar vervoer – makkelijk te bereiken vanuit El Calafate.
2. Wandelparadijs El Chalten
Vanuit El Calafate reisden we zo’n 200 kilometer noordwaarts, naar El Chalten. Het kleine dorpje staat bekend als het wandelparadijs van Argentinië, en niet onterecht. De bergen rond het dorp zijn geweldig.
De grote luxe van El Chalten voor ons: dat je vanuit je bed in het dorpscentrum zo de bergen in wandelt. Op een paar uur hike je richting de pieken van Fitz Roy of het ijsmeer Lago Torres.
Het Patagonische weer – wind, regen, zon, wind, wind, wiiiiind! – krijg je er gratis bovenop. Wij schuilden bij ijsmeer Torres achter een windbreker van stenen en waagden ons in de striemende wind toch aan onze picknick – genieten.
Het weer is de vijand van velen, maar hoort nu eenmaal bij de Patagonische ervaring. Het enige nadeel: na een paar dagen gietende regen komen alle dagjeswandelaars (zoals wij er eerlijk gezegd ook zijn) tegelijkertijd buiten. En dan kan je in El Chalten wel eens in treintjes lopen.
Voor de minder geoefende wandelaar: vlakbij El Chalten heb je ook nog Lago Del Desierto. Van daaruit wandel je op een uurtje naar Glaciar Humuel en het prachtige turquoise ijsmeer. Wij zaten er gewoon een paar uur met big smile te kijken.
3. De bergen rond Bariloche
Bariloche zelf viel ons een beetje tegen, wegens in het centrum te flauwe copypaste van een Alpendorp (inclusief Sint Bernards waarmee je op de foto kan…) en erbuiten te veel stedelijke drukte. Maar we willen niet zeuren: de bergen rond Bariloche zijn fantastisch.
In Villa Llao Llao keken we vanop de heuvels uit op die prachtige Patagonische combinatie van helderblauw en diepgroen. Heerlijk golvend, heerlijk rustgevend. Op weinig plekken worden meren en bergen mooier dan in Patagonië.
Vanop skigebied El Catedral konden we (tijdens zomermaand januari) dan weer genieten van de laatste sneeuw en – eens weg gewandeld van de toeristen aan de skilift – het zicht op een indrukwekkend bergmassief.
Vanuit Bariloche kan je zowel richting het zuiden (Lago Puelo bij El Bolson vinden wij een aanrader) als het noorden (Villa La Angostura en de Routa de los Siete Lagos mag je gewoon niet missen) nog uren hiken. Pure blauw-groene Patagonische pracht.
4. Magie bij Malargüe
Omdat we in Malargüe, zo’n 350 kilometer ten zuiden van Mendoza, amper nog andere westerse toeristen tegenkwamen, twijfelden we even aan deze tussenstop. Maar dat was onterecht: het werd een van de hoogtepunten van onze Argentiniëreis.
Wij zijn geen fans van toeristische excursies, maar eerlijk: de georganiseerde uitstapjes (wegens geen eigen vervoer) naar Payunia en Valle Hermoso vonden wij geniaal.
In Payunia vind je de grootste concentratie vulkaankegels ter wereld. In het desolate landschap keken we naar tientallen zwarte, gele en rode uitstulpsels. We hebben best al wat gereisd, maar dit zagen wij nooit eerder. Wat ons wel pijn deed: de vele, eeuwig draaidende oliepompen rond het beschermde natuurgebied (en die pompen komen volgens onze gids ook altijd maar dichterbij).
Valle Hermoso, ten noorden van Malargüe en skigebied Las Lenas, was dan weer… Tja, gewoon adembenemend. We kunnen het moeilijk beschrijven, maar wij vonden de rit naar en het uitzicht op de vallei simpelweg wonderlijk.
Wees wel voorzichtig als je deze trip met eigen auto wil doen, want de onverharde haarspeldbochten zijn toch eerder voor de geoefende chauffeurs, lijkt ons.
5. Afgelegen Iruya
In het noorden van Argentinië genoten wij op wel meerdere plekken van de (prachtig gekleurde) bergen. Zoals in Purmamarca, Humuahaca en Cafayate. Maar het noordelijke bergdorp Iruya (op zo’n 2800 meter hoogte) stak er voor ons toch bovenuit.
Tijdens het regenseizoen is dit dorpje wel eens afgesneden van de rest van de wereld en dat afgelegen gevoel word je hier in alles gewaar. Met een oude bus 50 kilometer over onverharde weg is niet altijd fijn. Maar de laatste 25 kilometer van de heenrit zigzagden we een klein uurtje zalig op 4000 meter hoogte.
De wandelingen rond Iruya zijn puur genieten. Vanuit het dorp kan je zo’n 300 meter stijgen naar de Mirador de los Condores. Van daaruit krijg je een machtig zicht op de bergen rond Iruya, een landschap waarin zelfs die majestueuze vogels klein lijken.
Maar de topper van deze trip was de wandeling van Iruya naar het nog afgelegener bergdorp San Isidro. Via de rivier trokken we naar dit plaatsje met 85 inheemse families. Na een nachtje slapen kwamen we via de bergen van Pantipampa terug. Een rivier, pieken tot 4000 meter en zelfs hoger, een groene hoogvlakte en veel kleuren. Wat heb je meer nodig?
En die andere bergen dan?
Welja, dit is maar onze persoonlijke selectie, van onze rit. Natuurlijk heb je in Argentinië ook nog de Aconcagua, de hoogste van Zuid-Amerika. Maar die zagen we niet van dichtbij.
Verdienen voor ons wel nog een vermelding: de nationale parken van Talampaya en Ischigualasto. Het zijn geen echte bergen, maar toch. Die miljoenen jaren oude rode rotsen van Talampaya, waar je op sporen van poemas botst, maakten indruk op ons. Net als het maanlandschap van Ischigualasto, met z’n dino-fossielen.
Marijn Sillis werkte zeven jaar als freelance journalist voor Vlaamse media, en een tijdje als hoofdredacteur van jongerenmedia-agentschap StampMedia. Momenteel is hij op wereldreis.