Tien topwandelingen in het noorden van Spanje

Noord Spanje komt waarschijnlijk niet als eerste bij je op, maar deze regio is bij uitstek geschikt om een mooie en afwisselende wandeling te maken: hikes te over. Gelukkig is het er ook niet zo heet als in het grootste deel van de rest van het land. Hieronder tref je tien zeer afwisselende wandelingen aan. Van kort tot lang: go hiking!

1. Oog van Aitzulo

Zoek je sensatie wandel dan naar het zogenaamde Oog van Aitzulo in Aizkorri-Aratz natuurpark in Baskenland. Gieren vliegen er over je hoofd en de rotsen zijn er spectaculair uitgehold door weer en wind. Door deze soort van natuurlijke luchtgaten kun je de gieren ook voorbij zien vliegen. Mij lukte het niet ze op de gevoelige plaat vast te leggen hier, maar jou misschien wel.

• 

• 

Start wandeling: in het gehucht Araotz bij de boerderijen die tegen de berg aangeplakt lijken te liggen. De route is gemarkeerd met gele paaltjes, die bergop vanzelf naar het oog leiden. Dezelfde weg terug. Dan loop je ongeveer 5 kilometer. Duur: ruim een uur. Officieel is de gehele gele route 9 kilometer, dus heb je meer tijd dan wij hadden dan kan dat ook. Start dan vanaf de kerk in het dorp, daar staat een kaart.

2. Ruta de Cares

Langs het waanzinnig diepe en lange ravijn van de rivier Cares wandel je in de Picos de Europa (Castilië en Leon) op een smal pad hoog boven de rivier langs en soms onder rotsen door. Alleen in het begin heb je een behoorlijk steil stuk, de rest van de route is redelijk op gelijke hoogte. Op het eind zie en voel je het azuurblauwe water van de Cares pas goed.

Opspattende druppels en druppels die in de rotsentunnels van het plafond op je hoofd vallen zijn dan welkom. Tot dan toe heb je immers geen tot weinig schaduw gezien en ben je wel toe aan enige afkoeling. Neem hier dus ook genoeg drinken mee, er is namelijk geen horeca onderweg. In het plaatsje Cain, je eindbestemming, zijn wel terrassen voor je lunch of diner.

• 

• 

• 

Start wandeling: iets voorbij Hostal Poncebos in het gelijknamige dorpje. Lengte: 13 kilometer heen of 26 kilometer heen en terug, want je kunt in je bestemming (het gehucht Cain) ook een taxi terug nemen. Wij besloten dat niet te doen. Vertrek dan vroeg in de ochtend, want over de 13 kilometer heen doe je zo’n drie uur. Terug geldt hetzelfde. Duur: 3 uur of 6 uur.

3. Poncebos – Bulnes

Door de smalle kloof van de Rio Tejo in de Picos de Europa (Asturië) gaat het omhoog naar de charmante buurtschap van Bulnes. Je klimt hier vijf kilometer lang over een oud ezelspad in een ruig en woest landschap. Vanaf 2002 werd Bulnes pas bereikbaar via een kabelbaantje. Er is een lieflijk Mariakerkje en er zijn een paar heerlijke terrassen voor koffie of een lunch. Bovendien heb je er een prachtig zicht op de Naranjo de Bulnes (2500 meter).

• 

• 

• 

Start wandeling: voorbij Hostal Poncebos. Daar waar de ‘Ruta del Cares gangers’ rechtsaf verder lopen sla je linksaf richting Bulnes. Lengte: ongeveer 5 kilometer heen naar Bulnes. Vind je heen en terug (een wandeling van 10 kilometer in totaal dus) teveel dan kun je ook het kabelbaantje naar Bulnes nemen en vanaf daar de 5 kilometer weer teruglopen naar Poncebos. Je doet daar zo’n anderhalf uur over. Totale routeduur: 3 uur en een kwartier, circa 2 uur klimmen en een uur en een kwartier weer afdalen.

4. Rondje Brez

Heb je wat minder weer maak dan een rondwandeling in de groene bergen van Brez in de Picos de Europa (Cantabrië). Laaghangende wolken geven deze omgeving dan een mystieke sfeer. Wandelen met je hoofd in de wolken dus. Helaas niet letterlijk, want de klim is wel fiks. En hij duurt best lang. Je hebt er mooi uitzicht over de vallei en een vlakker stuk zit in het eind. Dan daal je ook snel steil af naar je auto, die je aan het begin van het dorp kunt parkeren. Waarschijnlijk tref je er ook rondcirkelende gieren boven de rauwe stenen omgeving vlak voor het eind van de wandeling.

• 

• 

• 

• 

Start wandeling: bij de ingang van het dorp Brez. Lengte: 7 kilometer.  Duur: ongeveer een uur en drie kwartier.

5. Nacedero Urederra

In een groener dan groen dal, omringd door bergen en een hoge muur (de kloof van Urbasa) wandel je langs de rivier de Urederra (Navarra), die je het eerste stuk even niet zult zien in het bos. Maar na een tijdje schittert het turquoise water van de eerste waterval je tegemoet. Dit pad is van een onvoorstelbare schoonheid met al haar watervalletjes. Natuurlijk mag je het water niet in en is de rivier afgezet met palen en wordt er ook gecontroleerd door de boswachter. Houd hier dus rekening mee.

• 

• 

Start wandeling: bij de (betaalde) parkeerplaats in het dorpje Baquedano. Je parkeerkaartje is het entreebewijs voor de boswachter dus laat die niet in de auto liggen zoals wij. Lengte: 7 kilometer. Duur: ongeveer een uur en drie kwartier.

6. Las Médulas

Dit is een korte rondwandeling door het dal van Las Médulas (Castilië en Leon). De wandeling is makkelijk en het pad glooiend. Er is wel weinig schaduw. Het hoogteverschil is hier nog geen 100 meter en je krijgt zo een goede indruk van dit bijzondere gebied. De hele weg geniet je van het zicht op de rode bergen om je heen die met groen begroeid zijn. Overal tref je kastanjebomen. Op een gegeven moment loop je tegen een grot aan waar oeverzwaluwen in en uit vliegen. Een bijzondere ontmoeting …

• 

• 

• 

Start wandeling: bij de Aula Arqueólogica de las Medulas. Lengte: ongeveer 4,5 kilometer. Duur: een uurtje. Er zijn ook andere wandelingen, allemaal rond de vier kilometer. Routekaartjes zijn verkrijgbaar bij het bezoekerscentrum. Houd er rekening mee dat dit soort diensten in Spanje meestel niet voor tien uur open zijn en tussen de middag vaak dicht.

7. Castro Candaz

Aan het eind van deze wandeling kun je – alleen bij laag water – de resten van een Vikingfort zien. Vanuit het gehucht Xillán in Galicië is het niet ver lopen naar beneden, maar met deze hitte en steilheid valt dat best tegen. Zeker als je daarna dezelfde weg weer terug moet de berg op. Wijnranken omringen je hier en hier en daar staat een bouwseltje van een wijnboer. Continu heb je uitzicht op dat groenblauwe water daar beneden. Echt een sprookje.

Start wandeling: aan de rand van het gehucht Xillán. Lengte: nog geen kilometer, wel heel steil naar beneden. Duur: drie kwartier (heen en terug) voor een geoefende loper.

8. Fuente Dé

Vanaf het hoogste punt van de kabelbaan bij Fuente Dé in de Picos de Europa (Cantabria) wandel je naar het baanstation terug. Boven aangekomen loopt het pad langs kaal grijs gesteente en heb je een grandioos uitzicht op al dat groen op de reuzen aan de overkant van het dal. Houd je petje goed vast want de wind jakkert er hier lekker overheen. Het landschap verandert daarna snel van een woest grijs in een lieflijk groen tapijt. Je ziet er zwarte gehoornde koeien grazen en gemzen liggen er zonnebadend tussen de rotsen. Vale gieren vliegen er gracieus boven de rotsen en allerlei soorten kleine vogels schieten snel van links naar rechts van de ene rots op de andere.

• 

• 

• 

• 

Daarna bereik je een overdadig groen – met bomen begroeid – berglandschap. Even is het vrij steil. Nog verder naar beneden is het bultje op en af. Best vermoeiend zo op het eind als je verwacht de meeste energie al verspild te hebben op de berg. Zeker als je bellen van koeien hoort, die dan toch nog onverwacht ver weg blijken te staan.

Start wandeling: bij het kabelbaanstation van Fuente Dé. Lengte: 14,5 kilometer. Volg Route de los Puertos de Áliva. Je bent dan op 1800 meter. Bij de eerste kruising op de vlakte na het hoog gelegen Hotel Áliva ga je rechtsaf. Eigenlijk wijst het zich vanzelf. Horeca ontbreekt op deze onbewoonde route. Alleen aan het begin (na ongeveer een uur lopen) ligt Hotel Áliva, daarna komt er niks meer. Neem dus eten en drinken mee. Duur: 4,5 uur.

9. La Pasarela do Río Mao

Wie wil er nu niet door een kloof over houten vlonders lopen? In Galicië kan het. Soms lijken de planken hier rot, maar dat kan ook mijn verbeelding zijn. Voel je je toch nog een beetje op avontuur. De hele weg heb je uitzicht over de kloof, uitgeslepen door de Mao rivier. Trap op is uiteraard vermoeiender dan eraf, maar dat mag de pret niet drukken. Voor wie niet van over rotsen klimmen houdt is dit een geweldige wandeling. Onderweg tref je er plateaus van waaraf je het fantastische uitzicht nog eens goed in je op kunt nemen.

• 

• 

• 

• 

Start: bij Fabrica de Luz, aan de rivier Mao, niet ver van haar monding naar de rivier Sil. Lengte: heen 2 kilometer, terug dus ook. Duur: een klein uurtje met fotostops.   

10. Fervenza de Aguacaída

Galicië heeft zoveel verrassingen. Hier loop je in een soort van ‘Lord of the Rings bos’ naar beneden tot een waterval, die van zo’n 40 meter hoogte vanaf de rotsen naar beneden stort. In dit dal omringen allerlei soorten mossen je. Je verwacht ieder moment dat er een boom gaat lopen, net zoals in de film. Eenmaal onder het geboomte kun je helaas niet heel veel van je af zien, maar soms wordt je een blik gegund op de bergketen aan de overkant van de kloof. Het pad is best steil en de klim dus redelijk vermoeiend, want je moet dezelfde weg weer terug.

• 

• 

• 

• 

Start wandeling: parkeerplaats (Aparcamiento) Fervenza de Aguacaída bij het dorpje Marce. Lengte: 5 kilometer. Duur: ongeveer een uur.

NB: Alle wandelingen zijn goed te doen voor een geoefende bergwandelaar. Mocht je meer details willen weten over iedere wandeling lees dan dit nog.

---

Alle verhalen over reizen in Spanje lees je hier

---