De Blaue Lacke is een fantastische dagwandeling in het Stubaital
Het beloofde weer een mooie dag te worden met volop zon. Dus na de wandeling naar de Mutterbergersee, gingen we naar de Blaue Lacke.
We parkeerden de auto bij de Grawa Alm en kozen voor de oude weg omhoog. De nieuwe schijnt glibberiger te zijn. Zo zie je maar dat nieuw niet altijd beter hoeft te zijn.
We begonnen door het bos waar de zon al snel door de bomen scheen. Het was niet alleen een mooi beeld, maar we warmden ook snel op. Wederom liepen we in een korte broek en een t-shirt. Nadat we uit het bos kwamen, zagen we de Sulzenau hütte al liggen. We besloten dat we op de terugweg hier even zouden pauzeren en dit een perfecte plek was om weer met de voeten in het ijskoude water te gaan.
Hoe blauw is de Blaue Lacke vandaag?
Omhoog lopend kwamen we wat berggeiten tegen. Totaal niet onder de indruk van ons. Of het komt omdat hun haar zo voor de ogen hing, dat ze niet alles goed meekregen. Aangekomen bij de Sulzenau Hütte checkten we de bordjes om ons plan te bepalen. Want dezelfde weg die we omhoog hebben genomen, zouden we ook weer naar beneden moeten. Gezien mijn knieën, was het misschien een beter idee om verder omhoog te lopen.
Na wat rekenen, zouden we het net kunnen halen; wandelen naar de Blaue Lacke, terug naar de hut en doorlopen naar de Dresdner Hütte om daar met de gondel naar beneden te gaan. Echter zou dat wel inhouden dat we de Apfelstrudel moesten laten schieten. Keuzes…
Enigszins gehaast liepen we naar de Blaue Lacke. Daar aangekomen was de kleur heel anders dan dat ik op een foto had gezien van iemand die er een paar dagen eerder was. Nog steeds mooi, maar een stuk minder blauw. Bijzonder hoe de kleur van het water zo kan verschillen.
We willen verder omhoog, maar hebben we genoeg tijd?
Terug bij de hut hadden we twee paden waaruit we konden kiezen naar de Dresdner hütte. Er zat een uur tijdsverschil in. We besloten voor safe te gaan en kozen de minst lange route en de minst uitdagende, dachten we…
De Belgen die we tegenkwamen, vertelden ons dat we op het verkeerde pad zaten
Voordat we verder gingen, eerst maar eens lunchen, want zonder brandstof zouden we het sowieso niet halen. Vervolgens gingen we weer op weg. Al snel kwamen we bij een splitsing en moesten we de kaart erbij pakken. De Belgen die we tegenkwamen, vertelden ons dat we op het verkeerde pad zaten. Ze verwarden ons en hun aanwijzingen waren niet helder.
We moesten het onderste pad nemen, niet wetende dat zij een ander onderste pad bedoelden dan die wij kozen. Shit, zou dit dan het pad zijn die ons een extra uur zou kosten die we eigenlijk niet hadden?
Even slikken…
Het pad werd steiler en meer rotsen, maar gezien de mensen en kinderen (en hun schoeisel) die naar beneden kwamen, zou het vast wel goed komen. Toch loopt het niet lekker onder tijdsdruk. Die heb ik maar snel de kop ingedrukt, want ik wil geen druk hebben. Desnoods zouden we in de hut slapen of alsnog naar beneden lopen.
Toen was er ineens een roostertje. Zo eentje die uitsteekt, omdat er even geen rots is waar je over kan lopen, waar je opkomt door van de ene op de andere uitstekende ijzeren pin te gaan staan. Heel fijn dat die in de rots is geboord door mensenhanden, maar vreemd genoeg vertrouw ik de rotsen meer dan zo’n mooie creatie. Gelukkig reageerde mijn lijf er niet zo op. Geen trillende benen, geen angst, maar wel even slikken en gezonde spanning.
Eenmaal over het roostertje te zijn geweest, voelde het toch wel stoer en wisten we dat dit soort paden niet meer hoefden te ontwijken. De pas kwam nog niet in beeld, dus we wisten niet hoeveel verder we nog omhoog moesten. We zagen het pad die onze Zuiderburen bedoelden en die lag een stuk lager. Zouden we dan toch het niet gewilde pad hebben gekozen? Al snel bleek dat we toch goed zaten.
Elk nadeel heb z’n voordeel
Nadat we op de Beiljoch waren, zagen we de liften al. Dan nog duurt het altijd wat langer dan het lijkt voordat je er bent, maar duidelijk was dat we ruim voor de laatste gondel bij de hut zouden aankomen. Op de wat steilere stukken hingen er staalkabels om naar beneden te klauteren.
Toen we de gondel uitstapten, hebben we de bus terug genomen naar de auto die nog geparkeerd stond bij de Grawa Alm. Wederom waren we blij dat mijn nog wat pijnlijke knieën ons verder omhoog hebben laten wandelen. De wandeling werd afwisselender en achteraf waren de roostertjes een toegevoegde waarde.
Een stukje angst overwinnen, draagt bij aan een nog mooiere ervaring! Lees hier ook mijn verhalen over onze dagwandelingen naar Mutterbergsee en Rinnensee.
ARTIKELEN OVER STUBAI
Dagmar Wolters, iemand die graag wat van de wereld ziet. Ik schrijf vooral over mijn beleving tijdens het reizen en deel hier mijn ervaringen met jou. De wereld ligt aan mijn voeten, loop je mee?