Een topdag op Denali: Ik stond op de summit!
Ik stond op de top van Denali
Door: Bart Baars
Na ruim 2.5 jaar voorbereiding, een mislukte poging en vele trainingssessies was het op 28 mei eindelijk zover, rond 16:00u stond ik op de top van Denali, de hoogste berg van Noord-Amerika! Met 6190 meter hoogte is Denali een bijzondere berg vlakbij de poolcirkel. Bijzonder, omdat Denali afgelegen ligt, ijskoud is en doorgaans een grillig weersverloop kent.
Aangekomen op High-Camp
Gisteren zijn we aangekomen op High-camp. Op ruim 5200 meter is dit kamp niet echt comfortabel meer. Om krachten te sparen hebben we zoveel mogelijk materiaal achtergelaten in het vorige kamp op 4300 meter. Daardoor liggen we nu met drie personen in de tent, wat krap is gezien de vele warme kleren die we bij ons hebben. Daarnaast is het eten eenvoudig geworden: ’s avonds eten we gevriesdroogde maaltijden en ’s ochtends warme noedelsoep. Eten dat ervoor zorgt dat je de nodige voedingsstoffen binnenkrijgt, maar het smaakt niet geweldig. High-Camp is doorgaans winderig en koud, waardoor het niet aanlokkelijk is om even een rondje buiten de tent te lopen. En als je dat doet, dan moet je goed op je adem letten. Door de ijle lucht ben je al snel buiten adem.
High-camp is doorgaans winderig en koud, waardoor het niet aanlokkelijk is om even een rondje buiten de tent te lopen
Deze middag is het best aardig buiten. De wind is redelijk gaan liggen en de zon schijnt. Toch hebben we besloten vandaag geen toppoging te doen. ’s Ochtends werden we wakker in een harde en vlagerige wind, wat het ijskoud maakt. Ik praat met de gids over de komende dagen. De weersverwachtingen zijn ronduit slecht. Morgen wordt storm verwacht, samen met een flinke sneeuwdump. Ook voor latere dagen ziet het er niet rooskleurig uit. Mijn gedachten dwalen af naar vorig jaar, toen het weer vergelijkbaar was. Toen heb ik vier dagen in de tent gelegen op High-camp, hopend op beter weer. Dat kwam toen niet, en uiteindelijk ben ik huiswaarts gekeerd zonder op de top te hebben gestaan. Een bittere teleurstelling.
We hebben slechts één kans
De gids vertelt mij dat we eigenlijk één kans hebben. Morgen. Dan moet het weer volgens hem toch goed genoeg zijn om een toppoging te doen. Ik hoor zijn verhaal aan en begin toch zenuwachtig te worden. Tot nu toe hebben we een voorspoedige beklimming gehad. In 15 dagen zijn we aangekomen in High-camp, en onderweg hebben we slechts twee dagen verloren door slecht weer. Hoe kan het dan dat we nu opeens zo krap in de tijd zitten? En zal ik dit jaar weer naar huis gaan zonder op de top te hebben gestaan?
zal ik dit jaar weer naar huis gaan zonder op de top te hebben gestaan?
’s Avonds roept de gids ons bijeen. Hij vertelt dat we, als het weer iets beter is dan vandaag, morgen een toppoging gaan doen. Alle kleren die we hebben moeten we meenemen, want het gaat vrijwel zeker koud zijn. Houdt rekening met temperaturen onder de -30 graden Celsius, zegt hij. Ik kijk om me heen en probeer in te schatten wie wel en wie niet kans maakt om de top te bereiken. Het kost me moeite, want allen klimmers maken een sterke en goede indruk. Ik ben erg blij met het team van dit jaar, wat uitstekend gepresteerd heeft. Zullen we dan allemaal op de top staan? Dat zou geweldig zijn!
We gaan voor een toppoging
Die nacht slaap ik heerlijk, voor een eerst sinds het begin van de expeditie. Als ik ’s ochtends wakker wordt is het stil. De tent beweegt amper, en de warmte van de zon is al voelbaar. Ik luister nogmaals en dan raakt het mij. Het is zeldzaam mooi weer voor een toppoging. Vandaag gaat het echt gebeuren! Ik begin mij aan te kleden. In mijn slaapzak heb ik een broek, lange onderbroek en twee fleece jassen aan. Dit vul ik aan met mijn dunne donsjas, hardshell broek en mijn dikke donsjas en -broek. De laatste trek ik uit als we onderweg gaan, maar eerder wil ik niet onnodig koud worden.
Als je uitglijdt, is er geen redden meer aan en ga je met een enorme vaart naar beneden
Ook de andere klimmers worden wakker en al snel is het hele kamp in rep en roer. Iedereen voelt dat we geluk hebben met dit weer en daar optimaal van moeten profiteren. Het eerste deel van de route kan je zien vanuit het kamp: de Autobahn. Dit is een twee uur lange traverse die zijn naam dankt aan hoe steil de helling is. Als je uitglijdt, is er geen redden meer aan en ga je met een enorme vaart naar beneden. De Autobahn ligt volledig in de schaduw. Daar zal het dus koud zijn. De gids waarschuwt ons nogmaals te vertrekken met warme handen en warme voeten, want inderdaad, het eerste stuk zal koud zijn.
Dan is het eindelijk zover. In 3 touwgroepen van ieder 4 klimmers gaan we onderweg. Mijn dikke donsjas heb ik uitgetrokken, maar mijn donsbroek houd ik aan. Alle mutsen die ik heb, heb ik op mijn hoofd en mijn handen bescherm ik met de dikste handschoenen die ik heb. Op naar de koude Autobahn, maar ook naar het begin van de tocht naar de top van Denali!
De Autobahn
Na 30 minuten klimmen merk ik toch dat mijn vingers en tenen koud geworden zijn. Ik begin met mijn handen te zwaaien om warm bloed naar mijn vingertoppen te forceren. Met mijn tenen probeer ik zoveel mogelijk te bewegen in mijn zware expeditieschoenen. Met een beetje geluk houd ik het zo wel uit tot het eind van de Autobahn, waar we eindelijk in de zon komen. Ik kan alles nog bewegen en heb nog aardig wat gevoel in mijn vingers en tenen. Halverwege de Autobahn roept de klimmer voor mij dat zijn handen te koud zijn. Onmiddellijk doet hij extra warme handschoenen aan, en we klimmen verder.
Na 2 uur komen we aan op Denali Pass, aan het eind van de Autobahn. En belangrijker, in de zon. Ik voel me niet heel geweldig en heb vooral trek. Blijven eten en drinken gedurende de klim is essentieel, dus ik besluit een extra energiereep te eten, en een slok energiedrank extra te nemen. Dan valt mijn oog op de klimmer voor mij. Hij is op de grond gaan zitten en ziet er niet goed uit. Het gaat niet goed, geen gevoel in zijn vingers. Dat is geen conditie waarin je verder kan gaan. Hij besluit, samen met een andere klimmer en een gids om terug te gaan naar High-camp.
De Football Fields
Na Denali Pass gaat de klim, via de Zebra-Rocks, naar de Football Fields. Dit is een relatief vlak en dus eenvoudiger stuk van de klim. De energierepen hebben mij goed gedaan en ik voel mij weer sterker worden. Maar inmiddels in het effect van de hoogte niet meer te ontkennen. De lucht is ijl en het kost veel meer moeite om vooruit te komen.
De gevaren van hoogteziekte liggen op de loer. Goed blijven eten en drinken is essentieel en je moet je ademhaling zo efficiënt mogelijk te maken. Iedere teug lucht moet de maximale hoeveelheid lucht naar de longen brengen, en alle capaciteit van de longen moet je gebruiken. Dat betekent rustig en diep ademhalen. Ik vind een ritme waarin ik per twee stappen één keer ademhaal. Het maakt mij niets uit dat ik hijg als een paard en dat iedereen dat kan horen. Als dit mij naar de top brengt, vind ik het prima!
Het maakt mij niets uit dat ik hijg als een paard en dat iedereen dat kan horen
Aan het eind van de Football Fields ligt Pig Hill. Pig Hill is pittig, vooral omdat hij rond de 6000 meter hoog ligt en redelijk steil is. En ik voel hem stevig. Halverwege Pig Hill houden we nogmaals pauze. Ik eet en drink wat en als ik stil sta voel ik me prima. Zodra ik begin te lopen blijf ik heel goed op mijn ademhaling letten. Na de pauze in mij ontstaat het besef dat het vandaag echt gaat gebeuren: ik ga op de top van Denali staan. Zodra ik dit gevoel herken, besluit ik dat het genoeg is geweest. Vandaag gaat deze berg mij geen pijn meer doen, want ik heb gewonnen. Denali zit in mijn broekzak, eindelijk!
Het laatste stuk naar de top
We komen aan op de topgraad. Nu is het nog slechts 40 minuten klimmen naar de echte top. De graad is redelijk eenvoudig, dus er kan nog maal heel weinig fout gaan. We houden pauze op een plateau, waar ik mij verwonder over het schitterende uitzicht. Ik voel dat ik het ga halen.. maar ik voel ook een brok in me opkomen. Ongeloof… ongeloof dat het echt gaat lukken!
De topgraad die eenvoudig moet zijn valt flink tegen. Niet zozeer omdat het moeilijk is, maar omdat de glazen van mijn zonnebril bevriezen. Ik kan mijn tranen met heel veel moeite binnenhouden en laat mij min-of-meer voort trekken door het touw dat aan mijn harnas vast zit.
Mijn droom is in vervulling gegaan, ik sta op de top van Denali!
En dan zijn we er! De top van Denali is redelijk groot en veilig waardoor we het touw los maken van ons harnas. Ik kijk naar rechts waar de echte top is. Geen groot kruis of duidelijke markering. Vlak boven de sneeuw steekt een ijzeren plakkaat uit van ongeveer 10 cm. Dat is hem! Ik vraag een medeklimmer of hij wat foto’s van mij wil maken als ik naast het plakkaat kniel. Ja, bewijs van dat er ik echt ben geweest moet er toch zijn!
Na de foto’s kijk ik op mij heen en word ik overdonderd door het uitzicht. Er zijn enkele wolken, maar je kan kilometers ver kijken. En wat is het schitterend! Ik felicteer mijn medeklimmers en geniet ondertussen van het moment. Ik ben overweldigd door het uitzicht, maar ook door mijn gevoel: voldaan, trots en vrij. Dit is waarvoor ik het doe, wat geweldig! Als ik de laatste medeklimmer feliciteer, houd ik het niet meer en barst ik in tranen uit. Eindelijk sta ik op de top van Denali. Na ruim 2.5 jaar hard trainen, vele tegenslagen en vele investeringen is het gelukt. Mijn droom is in vervulling gegaan, ik sta op de top van Denali!
Nawoord
Voordat we aan de toppoging begonnen, hebben we al 14 dagen op de berg geklommen. Gedurende deze dagen zijn we langzaam omhoog gegaan, en hebben we zo al het noodzakelijke materiaal omhoog gebracht. Daarnaast hebben deze dagen ervoor gezorgd dat we konden acclimatiseren. Wennen aan de hoogte dus. Hierover heb ik in eerdere artikelen uitgebreid geschreven op Mountainreporters.
Mijn expeditie begon op 12 mei, vroeg in het seizoen. Voor ons waren er dit jaar ongeveer 30 klimmers op de top geweest. Een slagingspercentage van minder dan 30%. Denali kan gedurende het gehele jaar worden beklommen, maar de optimale tijd is van half mei tot half juli. Later in het seizoen wordt het weliswaar warmer op de berg, maar het weer wordt ook verandelijker en de gletsjers gevaarlijker.
Frostbite
De klimmer met koude handen die eerder naar beneden is gegaan, had uiteindelijk 3e graads frostbite opgelopen. Hij kon zijn vingers niet meer bewegen en had er geen gevoel meer in. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de vingers zich wel herstellen, maar dit kan enkele weken duren. Ook zullen de vingers altijd extra gevoelig blijven voor frostbite. Met temperaturen onder de -30 graden Celcius kan frostbite al binnen een minuut optreden als de huid niet beschermd wordt.
Lees hier meer artikelen van Bart Baars
Bart wordt gesponsord door Rab en Mountainreporters
Bart is verzot op actief buiten zijn. Het liefst is hij op afgelegen plekken en op grote hoogte. Dat blijkt ook uit zijn grote droom: de hoogste top van ieder continent beklimmen. Beter bekend als de 7-summits. Daarnaast wandelt hij graag. Alleen of samen met zijn gezin.
Mooi verhaal Bart, ik kijk uit naar je volgend avontuur!