Mijn eerste huttentocht, samen met mijn zoon in Oostenrijk
De afgelopen jaren heb ik veel gewandeld en steeds meer mijn passie voor het wandelen en vooral de bergen gevonden. Veelal gewoon wandelingen in Nederland en met name in zuid Limburg. Heerlijk om daar door het heuvellandschap te wandelen. Op vakantie gingen we meestal naar het Lago Maggiore en werd er steevast gewandeld vanuit Macugnaga of Pecetto. Een standaard rondje. Van Macgunaga naar Rifugio Zamboni Zappa en vanuit daar vaak nog even naar het Lago Delle Loce. Of met de kleine kids naar het gouden beeld op de Monte Moro.
Als je hier vaker komt, dan zie je ook wat er gebeurt met de natuur. Waar ik het eerste jaar dat ik hier was, in 2007 (zie foto hiernaast) in de zomervakantie, nog tot aan mijn knieën in de sneeuw stond op de Monte Moro, is tien jaar later gewoon helemaal geen sneeuw meer te zien.
Maar de uitzichten blijven geweldig. En als we dan even rusten in een berghut. Genietend van het eten en het uitzicht. En wat leek het ons mooi om ooit eens te slapen in zo’n hut en dan wakker te worden met dit uitzicht… Ooit…. Ooit wil ik een huttentocht lopen met mijn zoon.
Maar dan is mijn oudste zoon 14 en wil hij wel met papa mee op “huttentocht”. Samen met mijn beste maat Iwan, zijn oom en mijn zoon gaan we twee dagen wandelen door de bergen en slapen in een berghut. Hoe mooi is dat als je dit met je zoon kunt doen. Waar gaan we dat doen dan? We kiezen voor het Oetztal in Oostenrijk.
Hoogtevrees op wintersokken
Wel moet ik er even bijzeggen, dat wij allemaal eigenlijk helemaal geen echte bergervaring hebben, laat staan dat we ooit een lange wandeling hebben gemaakt door de bergen. En oh ja. Ook nog een klein probleempje, ik heb namelijk al hoogtevrees op wintersokken. Dus dat wordt wat. Dus, tijd om veel te lezen, informeren en YouTube kijken.
In 2019 gaan we op vakantie naar het Oetztal. Na veel te hebben gelezen, hebben we besloten dat we gaan wandelen naar het Ramolhaus. En dan is het zover. 25 juli 2019. In alle vroegte rijden we van Oetz naar Obergurgl. Daar parkeren we onze auto en begint onze tocht. We hebben prachtig weer. Het is droog en het zonnetje schijnt.
Dus vol goede moed beginnen we aan onze tocht naar, uiteindelijk het Ramolhaus. Eigenlijk zien we vanaf het begin, het Ramolhaus al liggen. Hoog op de berg en heel ver weg. Gaandeweg de tocht lijkt het Ramolhaus ook echt niet dichterbij te komen. We merken al gauw dat mijn veertienjarige zoon een veel betere conditie heeft dan wij. Maar dat mag de pret niet drukken.
Na enige tijd komen we langs een, nog gesloten, Schönwiesshütte. Maar de “Hüttenwirtin” wil ons toch wel even voorzien van wat koffie en warme Chocomel. Dus die wordt met veel dankbaarheid aangenomen. Dan gaan we weer door. Genietend van alle uitzichten zien we in de verte al het Ramolhaus bovenaan de berg, tussen de wolken door prijken. Maar hoe verder we lopen, hoe verder het Ramolhaus weg blijft. Het lijkt niet dichterbij te komen.
Tegen de middag komen we aan het de Langtalereckhütte, op 2450 meter hoogte. Dus het is tijd voor een groot bord Kaiserschmarrn. En die smaken nergens lekkerder dan in de bergen, na een flinke wandeling.
Smaller, hoger, steiler
Tot zo ver de voor mij makkelijke wandeling. Vanaf nu wordt het, zeker voor mij, spannender. Smaller, hoger en steiler. De brede paden en weilanden, worden nu hele smalle paadjes, een smalle graat. Vasthouden aan een staalkabel en 50cm langs je, kijk je recht omlaag de diepte in. Gewoon in de bergen wandelen vind ik leuk en ontspannend, maar als ik recht omlaag de afgrond in kijk dan wordt het toch wat spannender.
Dus goed vasthouden en niet naar beneden kijken. En me zorgen maken over mijn zoon. Gaat alles goed, doet hij het goed. Maar als ik me ergens geen zorgen over hoef te maken, is het wel over hem. Als een jonge hinde, loopt hij over de smalle paadjes en is uiteraard als eerste boven. Maar wat is het verder genieten. Wat een prachtige uitzichten. Wauw. De stilte, behalve ons gehijg dan.
En soms even stilstaan, om te genieten. En op zoek te gaan naar mijn favoriete diertjes….. De “Murmeltieren”. En die zien we dan ook. We worden beloond. Geweldig. En dan komt het meest vreselijke stuk van de wandeling. De Piccardbrücke.
Piccardbrücke
De nieuwe Piccard hangbrug boven de Gurgler Ferner biedt een fantastisch uitzicht over het dal. De 142 meter lange hangbrug hangt honderd meter boven het dal, op een hoogte van 2.465 meter boven zeeniveau. En dat is nou net voor iemand met hoogtevrees niet de meest leuke uitdaging. Dus de oom van Iwan gaat als eerste eroverheen. Gelukkig is het nu rustig en komen we geen tegenliggers tegen.
Na halve pogingen om eroverheen te lopen, heb ik me er echt toe moeten zetten om door te lopen. Ik moet wel, want anders moeten we een andere route lopen die uren extra langer duurde. Dus met twee handen de stevige zijkant vasthouden, recht vooruit kijken en doorlopen. Waarom maken ze die hangbruggen als van roosters waar je doorheen kunt kijken naar beneden? Waarom niet dicht.
Mijn zoon, die achter mij loopt, filmt alles en heeft de grootste lol om zijn bange vader. En hij heeft een heel woordenboek aan scheldwoorden en gemopper gehoord. Maar 142 lange meters later ben ik, met tranen in mijn ogen, gearriveerd. Gehaald. Gelukkig. Voor mij al een overwinning,
Na de brug gaat het een klein stukje “Klettersteigend” naar boven. En dan slaat het weer om. Tijd om de regenjassen aan te doen. Van zonnig weer slaat het helemaal om. We krijgen regen. Veel regen en zelfs een beetje hagel en natte sneeuw. De laatste loodjes wegen het zwaarst wordt gezegd, en dat is ook zo. Een zigzag pad naar de berghut wordt met dit weer extra zwaar. Een route over steenvelden. Zigzaggend omhoog.
En dan komen we eindelijk aan. Mijn zoon zit al tien minuten op een bankje op ons te wachten. Het Ramolhaus hoort deels bij Niederelbe, van de Duitse Alpen, maar is gelegen op de 3.006 meter op de Gurgler gletsjer in het Ötztal.
Als we allemaal gearriveerd zijn, melden we ons aan, leggen we onze natte kleding en schoenen in het welriekende drooghok. Sooooo wat een geur zeg. Als alles opgeruimd is, onze spullen op onze kamer staan is het tijd voor een welverdiend drankje. Genietend op het terras van het Ramolhaus. Genietend van het prachtige uitzicht. Wauw, hebben we daar allemaal gelopen?
Dan is het tijd voor het avondeten. Omdat de hut zo hoog en afgelegen ligt, is het eten wat de pot schaft. En dat is even wennen voor mijn zoon, die eigenlijk niets lust (heeft hij van mij). Nu bestaat het avondeten uit soep, knuddeln, goulash en een lekker toetje. Behalve het toetje, alles wat mijn zoon niet lust hahaha. Dus hij eet het vlees van mijn goulash op en ik de rest. In mijn tas heb ik nog wat mueslirepen en die eet hij stiekem nog even op.
Iwan blijkt wat last te hebben van zijn knie. Morgen zouden we eigenlijk over het Ramoljoch naar Vent lopen, maar hij wist nog even niet of hij dat zou trekken. Dus besluiten we om alvast een andere route te plannen, voor het geval dat. We wilden eigenlijk nog even van de sterren genieten, maar het werd me een partij mistig en we zagen helemaal niets meer. Ook begon het wat te sneeuwen, dus weer terug naar binnen. Na een gezellige avond, route uitstippelen, kletsen en uitrusten is het tijd om te gaan slapen. We wurmen ons in onze binnenslaapzak en dommelen al vrij snel in.
Na een goede nachtrust, tijd voor een stevig ontbijtje. Het bleek vannacht gesneeuwd te hebben op het Ramoljoch. Iwan durfde de tocht via deze route naar Vent niet aan. Dus we lopen vandaag een andere route terug naar Obergurgl. Jammer, maar veiligheid voorop. Zeker omdat we onervaren zijn. De route was weer erg mooi. We werden verrast door diverse “Murmeltieren”, schapen en koeien. Een aantal schapen vond het wel gezellig om ons over een lange periode te vergezellen.
Tijdens de wandeling kwamen we, net op een steile helling, diverse malen een breed sneeuwveld tegen waar we overheen moesten. Toch wel even spannend als je dit niet gewend bent en, met hoogtevrees, rechts van je in de afgrond kijkt. En juist op een van deze velden zakte de oom van Iwan door de sneeuw heen. Koud… en hij zat klem. We besloten hem, nadat we klaar waren met lachen, toch even te helpen. Sorry, leedvermaak is soms toch echt wel even leuker.
Na enkele uren, kwamen we met een voldaan gevoel aan in Obergurgl. Voor mij was het een overgetelijke ervaring om dit samen met mijn beste maat en mijn zoon te kunnen en mogen doen. Ik hoop dat dit zeker niet de laatste keer was.
Lees hier meer verhalen over Oostenrijk
Ik woon in het platte Nederland. Maar ook hier kun je heel goed wandelen. Ik hou ervan om te gaan wandelen in heuvelachtig Limburg. Een omgeving met veel uitdagingen. Wanneer ik kan, ben ik te vinden in de bergen in Oostenrijk en Italië. Genieten van de rust, de uitzichten, de natuur.
Ik hou ervan om wandelblogs te lezen. En ik hoop dat jullie net zo van mijn verhalen zullen gaan genieten.