Keuzestress! Dit zijn de mooiste nationale parken in het noorden van Tanzania

Bergen, oneindige vlaktes en natuurlijk wilde dieren

Door: Pauline van der Waal

Ben je net als ik een natuurfreak en gek van dieren, dan is Tanzania een waanzinnige bestemming. In de verschillende natuurparken heb je grote kans om de Big Five -leeuwen, olifanten, buffels, neushoorns en luipaarden- te spotten. Maar niet alleen dat. In het noorden liggen ook nog eens de hoogste bergen van het land, waaronder de Kilimanjaro.
Tijdens mijn reis naar Tanzania bezocht ik een aantal van deze geweldige plekken. Ik neem je graag mee op avontuur en wie weet maakt het voor jou de keuze een stukje makkelijker!

Ngorongoro-krater, dierenparadijs in een vulkaan

De tongbreker Ngorongoro is naast Serengeti waarschijnlijk het bekendste park van Tanzania. De naam is gegeven door het Masai-volk en afgeleid van het geluid dat de bellen om de nek van schapen en koeien maken. Ik haal het er niet helemaal uit, maar goed, ik ben dan ook geen Masai.

Ondanks dat ik veel over Ngorongoro gehoord en gelezen heb, wist ik van tevoren eigenlijk niet zo goed wat ik kon verwachten. Een soort afgesloten ‘kom’ waarin de dieren over elkaar heen buitelden? Of juist zo groot dat je je helemaal niet meer kunt voorstellen dat dit ooit vulkaan was?
Het bleek geen van beiden te zijn. Wanneer je in de krater staat, zie je om je heen de wanden van de ingestorte vulkaan. Met een doorsnede van gemiddeld zo’n 20 kilometer is namelijk altijd het einde nog te zien.

Voordat je de krater in rijdt stop je ongetwijfeld bij een uitzichtpunt. Je staat dan nog hoog boven de vlakte onder je en kunt je goed voorstellen dat dit ooit een werkende vulkaan was. Eenmaal beneden begint het avontuur direct. Wij zijn nog geen vijf minuten in de krater als we de eerste groep leeuwen spotten. Wat een begin!

De rest van de dag spotten we zebra’s, wildebeasts (gnoes in goed Nederlands) en heel veel nijlpaarden. We eten ons lunchpakketje bij een prachtig meer met pelikanen. Onze chauffeur raadt ons aan in de auto te blijven zitten en pas als we klaar zijn met eten een rondje te gaan lopen. We begrijpen al snel waarom. Andere toeristen die die wijze raad in de wind slaan, worden al snel belaagd door brutale vogels van allerlei pluimage. Sommigen raken hun broodje dan ook snel kwijt aan een roofvogel die het tijdens een duikvlucht uit hun handen plukt.

Serengeti National Park, welkom in de oneindigheid

Om vanuit de ‘safarihoofdstad van Tanzania’ Arusha in Serengeti te komen, rij je via de Ngorongoro-krater. Aangezien deze parken zelfs tegen elkaar aan liggen, worden ze vrijwel altijd in één reis gecombineerd. Vanuit Arusha is het namelijk zo een halve dag rijden, dus als je er eenmaal bent, kun je er maar beter direct het maximale uit halen.

Als er één woord is dat de lading dekt om Serengeti te beschrijven is het: groot! Ook deze naam komt van de Masai en betekent letterlijk ‘eindeloze vlaktes’, en daar kan ik het alleen maar hartgrondig mee eens zijn. Bij de gate kijk ik verbaasd om me heen. Waar je ook kijkt zie je… helemaal niets! Grijs stof, wat stenen, en als er in de verte een auto aan komt een enorme stofwolk. Ook verder in het park zien we vooral heel veel niets. Maar gelukkig wel veel dieren.

Serengeti is in niets te vergelijken met Ngorongoro, of het moet de overvloed aan dieren zijn. Het landschap is echter compleet anders. Soms is het zo dor en kaal dat je ook geen dieren meer ziet, maar al snel kom je weer bij een verdwaalde boom en wat groener gras. Wat je hier minder zult zien zijn olifanten. Die hebben immers wat meer begroeiing nodig, en dat is schaars in Serengeti.

Wij hebben de pech -of het geluk-  dat we een chauffeur hebben die erg houdt van kilometers maken en gas geven. In onze dagen Serengeti leggen we dan ook honderden kilometers af. Goed om veel verschillende plekken en dieren te spotten, wat minder voor lijf en leden. De wegen zijn op veel plekken namelijk niet al te best en genieten we daardoor van een ‘Masai Massage’.

Aan het einde van de dag rollen we dan ook moe maar voldaan de auto uit en verblijven in een geweldig luxury tended camp midden in de Serengeti. Als je ’s nachts in je tent ligt hoor je de dieren heel dichtbij rondscharrelen. Wat een avontuur.

Serengeti is vooral bekend van The Great Migration, oftewel de Grote Trek. Hierbij verzamelen grote kuddes zebra’s en gnoes om zich en masse naar een ander gedeelte van de Serengeti te begeven. We zijn iets te vroeg om dit daadwerkelijk mee te maken, maar we zien wel dat de kuddes zich al langzaamaan beginnen te vormen. Af en toe krijgen we zelfs een voorproefje als zo’n kudde zich gaat verplaatsen.

Wil je meer zien van Ngorongoro en Serengeti? Bekijk dan de video die ik van mijn bezoek maakte. Ook vloog ik met een luchtballon over Serengeti. Een ervaring om nooit te vergeten!

Tarangire National Park

Het begroeide en groene nationale park Tarangire is bekend van de eeuwenoude baobabbomen en grote kuddes olifanten die hier voorkomen. Dat het hier zo groen is komt door de rivier de Tarangire die door het park stroomt.

In de eerdere parken heb ik niet zo veel olifanten gezien, dus ik hoop deze prachtige dieren alsnog te zien. Gelukkig kan het bijna niet missen in dit park en ik heb inderdaad geluk. Al snel zien we een olifantenfamilie die zich langs en over de weg verplaatst. Voorzichtig volgen we met onze auto de kudde die uit volwassen exemplaren maar ook een paar babyolifantjes bestaat.

Was het in Ngorongoro uitkijken geblazen voor de vogels als je je lunchpakketje erbij pakte, hier zijn het de aapjes die op jouw eten zitten te azen. Ze weten dondersgoed wie de chauffeurs en gidsen zijn en wie de nietsvermoedende toerist en kiezen hun slachtoffer doelbewust uit. Onze groep komt er zonder kleerscheuren vanaf.

Op zoek naar de Big Five ontbreken er op mijn lijst nog twee dieren. De neushoorn en het luipaard. De kans dat we nog een neushoorn gaan spotten is vrijwel nihil, maar we worden wel getrakteerd op een luipaard. Wat zeg ik, twee! Hoewel een luipaard in principe altijd alleen leeft, zien wij een mannetje en een vrouwtje die zo te zien voor nageslacht gaan zorgen. Ze houden zich ver van onze auto dus we hebben er een goede verrekijker en camera voor nodig, maar het is gelukt: ik kan nummer vier van de vijf afstrepen.

Lake Manyara, flamingo’s en klimmende leeuwen

Mijn volgende stop is Lake Manyara. Denk ik vooraf nog: het zal wel meer van hetzelfde zijn, dat blijkt helemaal niet waar. Bij de ingang van het park is er enorm veel begroeiing en is het dus moeilijk om dieren te spotten. Een kudde olifanten is echter moeilijk over het hoofd te zien. Bovendien wandelen ze op hun gemak om onze auto heen.

Al snel komen we bij de wetlands, waar veel watervogels, buffels en vooral ook bavianen te zien zijn. Een stukje verder zien we een doorkijkje naar het meer waar dit park haar naam aan te danken heeft. We rijden naar de andere kant van het meer en wanneer we het bos uitkomen is het uitzicht waanzinnig. In het meer zitten duizenden flamingo’s waardoor je het leven direct door een roze bril ziet.

Bovendien was mijn safariafsluiter de allerbeste die ik me kon wensen. Na al deze dagen gamedriven reden we richting de uitgang van Manyara. Met nog maar een paar bochten te gaan richting de gate zien we ineens een hele groep auto’s staan. Dat moet goed nieuws zijn!
Goed nieuws dekte de lading niet echt, hoogtepunt doet dat beter. Op een paar meter van de weg zien we namelijk hoog in een boom een leeuw voor pampus liggen. Dit is de bekende ’tree climbing lion’, want waar leeuwen in Ngorongoro en Serengeti gewoon ónder een boom gaan liggen, vindt deze soort het heerlijk hoog boven de grond te slapen.

Lake Natron en Lake Eyasi

Kun je geen genoeg krijgen van flamingo’s en andere watervogels? Dan kun je het Natronmeer en het Eyasimeer bezoeken. Lake Natron kleurt niet alleen roze van de flamingo’s maar ook het water zelf kleurt roze door de micro-organismen spirulina die erin leven. Het grote voordeel van Lake Natron is dat je er ook wandelsafari’s kunt doen, wat in de meeste andere parken niet wordt gedaan.
Naar Lake Eyasi ga je niet voor het grote wild, maar eerder voor de bushmen. Deze stam woont hier al duizenden jaren en nog op traditionele wijze.

Kilimanjaro beklimmen is de ultieme uitdaging

Naast wildlife heeft het noorden van Tanzania nog veel meer te bieden. De bekendste en hoogste berg van Afrika is de Kilimanjaro. Met 5895 meter en miljoenen jaren geleden gevormd na een vulkaanuitbarsting is het een unieke berg. Het is namelijk de hoogste ‘vrijstaande’ berg ter wereld wat het uitzicht vanaf de top ongeëvenaard maakt. Zelf heb ik de berg niet beklommen, maar van de reizigers die dat wel hadden gedaan hoorde ik dat het zwaar maar fantastisch was.

Je kunt via verschillende routes omhoog, met elk hun eigen kenmerken. Zo is de ene wat zwaarder dan de ander, en maak je zeker niet bij alle routes kans om wildlife te spotten onderweg. Wil je niet naar de top? Het is ook mogelijk om een hike te maken van één of meerdere dagen in de lagere gedeelten. Ik durf alleen wel te voorspellen dat als je eenmaal aan een klim op de Kilimanjaro bent begonnen, dat je dan naar de top wilt ook!

Wil je meer weten en zien van het beklimmen van de Kilimanjaro? Bekijk dan het foto- en videoverslag van collegareporter Ton Peters én het bewijs dat hij op de top stond!

Arusha National Park & Mount Meru

Wanneer je in Arusha verblijft is het Arusha National Park het dichtst bij de stad. Het is tevens het kleinste park uit het rijtje, al heb je goede kans dat je wilde dieren tegenkomt zoals zebra’s, giraffen, buffels, nijlpaarden, apen en flamingo’s. Wanneer je Mount Meru wilt beklimmen -ook wel het kleine broertje van Kilimanjaro genoemd- loop je door dit park en pak je dus direct een wandelsafari mee. Met 4566 meter is Mount Meru de twee na hoogste berg van Tanzania en een goed alternatief wanneer je de Kilimanjaro te hoog of te duur vindt. Iedereen met een goede basisconditie kan in een dag of vier de top bereiken en weer terug.

Olduvai Gorge

De Olduvaikloof is één van de belangrijkste archeologische vindplaatsen ter wereld en wordt ook wel ‘de wieg van de mensheid’ genoemd. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werden hier namelijk meerdere menselijke botten en schedels gevonden, sommige wel meer dan twee miljoen jaar oud.

Waarschijnlijk zul je op de terugweg vanuit Serengeti of Ngorongoro richting Arusha een stop maken bij het kleine museum dat aan de vondsten gewijd is. Je leert hier meer over de evolutie van de mens vanaf het allereerste begin. Vanaf die plek heb je ook een prachtig uitzicht over de kloof.

Ol Doinyo Lengai

In dit rijtje staan een aantal vulkanen, maar niet één daarvan is nog actief. Uitzondering daarop is Ol Doinyo Lengai. De meest recente uitbarsting was in 1993, al was dat maar een kleintje. Je kunt deze ‘Berg van God’ van 3188 meter in een dag beklimmen. Of in een nacht, zodat je de zonsopgang op de top kunt zien. Collegareporter Sabrina Gaudio deed dat en schreef over haar beklimming van Ol Doinyo Lengai dit verslag.

Ga je ook naar Tanzania?

En, heb ik de keuze makkelijker gemaakt, of juist moeilijker? Het goede nieuws is dat je eigenlijk geen verkeerde keuze kúnt maken, want overal is de omgeving prachtig en heb je kans veel wilde dieren te spotten. De bekendste parken zijn waarschijnlijk wat drukker dan de kleinere, maar dat is natuurlijk niet voor niets. Ook zijn de toegangsfee’s daar hoger. Ik raad je in ieder geval aan een combinatie van meerdere parken te maken, zodat je verschillende prachtige dingen ziet. Ik hoop dat ik je daar een beetje bij heb kunnen helpen.

Wat je verder moet weten

Wanneer je ook wel eens safari’s hebt gedaan in andere landen als bijvoorbeeld Zuid-Afrika en Namibië, dan dien je rekening te houden met één groot verschil. In de wildparken in Tanzania is het niet toegestaan met je eigen auto op eigen houtje te gaan. Je moet dus altijd deelnemen aan een bestaande tour, of je huurt je eigen auto met erkende chauffeur.
Hierdoor, maar ook door de hoge toegangsprijzen per park en het feit dat Tanzania sowieso niet bepaald goedkoop is, zal een safari in Tanzania een flinke knauw aan je budget geven. Natuurlijk kun je het zo gek maken als je zelf wilt, maar als je uitgaat van een relatief simpele optie met tented camps en het risico dat je ‘geshuffled’ wordt met andere groepen dien je al snel uit te gaan van $170,- per dag.
Ben je een goede onderhandelaar en ben je bereid alle kantoortjes in Arusha af te gaan, kun je dit zeker nog iets naar beneden bijstellen. Wil je echter luxere overnachtingsplaatsen en een ‘dedicated’ groep, dan kan dat zo maar flink in de papieren gaan lopen. Wil je qua inhoud geen risico lopen en vooraf weten waar je aan toe bent? Boek dan bij een specialist in Nederland.