Onbekend maakt onbemind? Een andere reden kan ik niet verzinnen waarom we in de zomer zo weinig Laaglanders zien in de Aosta vallei. Aan de ligging kan het niet liggen: in het uiterste noordwesten van Italië, dus het dichtste bij de Benelux. 

Hier ligt Aosta. Bron: Wikimedia.

Aan het weer ook niet: Aan de zuidkant van de Alpen schijnt regelmatig de zon. Om die reden ben ik, samen met nog wat andere reporters en bloggers uit Nederland en België, uitgenodigd door het tourismebureau van Aosta om met eigen ogen te zien wat de regio te bieden heeft. Nou ken ik Aosta al wel een beetje: in de winter gaan we er graag poederskiën (link) en ook afgelopen zomer hebben we er ook wat adrenaline rushes gehaald (link).

Ligging en bereikbaarheid

De bergachtige Aosta vallei ligt in het noordwesten van Italië. Het bestaat uit één groot dal met wat aftakkingen de bergen in. Het ligt ingeklemd tussen 35 bergen van meer dan 4000 meter hoog, waaronder het Mont Blancmassief, Paradiso en Monterosa. Er zijn eigenlijk maar vijf manieren om het dal in te komen.

Vanuit Frankrijk via de Kleine St Bernardpas of de Montblanc tunnel. Vanuit Zwitserland via de Grote St Bernardpas of tunnel, en vanaf het zuiden via de snelweg vanuit Milaan en Turijn. Reken vanuit midden Nederland op zo’n 1050 kilometer.

Foto Aimee

Met het vliegtuig is Valle d’Aosta prima bereikbaar. Vliegen kan met KLM, Transavia en Brussels Airlines naar Turijn en Milaan, met een respectievelijke transfertijd van ongeveer 1.15 en 1.45 uur (naar Aosta-stad).

Forte di bard

foto Fortedibard.it

Als je door het dal rijdt, kun je meteen zien dat de Aosta vallei een rijke historie heeft. Overal zie je forten, kastelen en ruïnes. Aansprekende voorbeelden hiervan zijn Forte di Bard, Castello di Fénis en Castello di Cly. Ook Aosta-stad bestaat al sinds de Romeinse tijd. De Romeinen namen de Aostavallei over van de Galliërs en vernoemden de stad naar de toenmalige keizer van het rijk, Augustus: Augusta Praetoria Salassorum, dat later is verbasterd tot Aosta.

De Historie van Aosta stad

We spreken over 2000 jaar geleden. Aosta was een gunstige plek voor de Romeinen. Vanaf hier konden ze namelijk gemakkelijk door de relatief brede doorgangen in de Alpen richting het westen en het noorden trekken; nu de Kleine en de Grote St Bernardpas. Dat zorgde ervoor dat Aosta een rijke Romeinse stad werd. Er is veel bewaard gebleven van de Romeinse bouwwerken en daarom wordt Aosta ook wel eens het Rome van het noorden genoemd.

Aosta Arc

De oude Arc d’Augusto, leuk detail is het typisch valdostaanse dak met leien – foto Aimee

Het is eigenlijk ongelofelijk wat er allemaal bewaard is gebleven in de stad. Je verwacht het ook niet, omdat Aosta-stad helemaal niet zo mooi lijkt als je er via de snelweg voorbij rijdt. Maar wel degelijk is de binnenstad een plaatje.

Plattegrond Aosta

Plattegrond Aosta met alle bezienswaardigheden, geschikt voor zienden en blinden – foto Aimee

Een mooie route is om te starten bij de Arc van Augustus en dan via de winkelstraat naar de oude poort van de historische stad te lopen. De oude straatjes zitten vol met kleine authentieke winkeltjes dus is het ook nog leuk shoppen.

Oude stadspoort Aosta

Vanuit de winkelstraat loop je zo tegen de oude stadspoort aan – foto Aimee

Aosta centrum

Gezellige winkelstraat in het oude centrum van Aosta – foto Aimee

Romeins amfitheater

Vervolgens kun je het oude Theater bekijken. Dat is erg bijzonder, zo’n Amfitheater met zicht op de witte toppen van de Alpen. Het Theater wordt nog steeds gebruikt voor events, waaronder de jaarlijkse kerstmarkt en de St Orso fair. Deze laatste vindt plaats in eind januari en is een markt waar lokale houtbewerkers hun producten verkopen. Voor mij iets om te onthouden als we weer eens gaan skiën in Aosta.  Dat moet toch wel erg bijzonder zijn.

Aosta Amfitheater

Het oude amfitheater van Aosta – foto Aimee

Aosta amfitheater

Nog veel bewaard gebleven van het oude theater – foto Aimee

Vanuit het theater loop je door richting westen en daar vind je nog een mooie kathedraal en de Forum gangen, waar je ondergronds kunt.

Aosta Cathedral

De prachtige ingang van de kathedraal van Aosta – foto Aimee

Het oude Forum (een soort half overdekte shopping mall avant la lettre binnen de stadmuren) zelf bestaat niet meer, maar de fundering, een soort lange kelder, is nog deels intact. Je kunt dus nog lopen op de plaats waar tweeduizend jaar geleden de Romeinen overdekt van de ene naar de andere kant van het Forum konden komen.

Aosta Forum

Ondergrondse gangen, de fundering van het Romeinse Forum – foto Aimee


In de loop der eeuwen volgde de ene troepenmacht de andere op als heersers van de Aosta Vallei. Ze bouwden forten en kastelen en werden daarna weer verdreven door nieuwe veroveraars. De huis van Savoy kreeg de heerschappij over de passen van Aosta rond 1000 en die heerschappij duurde tot 1946, toen Italië een republiek werd. Het heeft er wel voor gezorgd dat de tweede officiële taal van Aosta nog steeds Frans is. Dat zie je ook terug in veel plaatsnamen, die eerder Frans dan Italiaans klinken.

Pila en Cogne

Ik zou geen reporter van Mountainreporters zijn als we niet ook de bergen in zouden trekken. Ten zuiden van de stad Aosta vind je twee gebieden: Pila en Cogne. Pila 1800 is zowel bereikbaar met de auto als met de cabinebaan direct vanuit Aosta stad. Het dorp op 1800 meter is een vrij modern geheel van hotels en appartementen complexen, echt een skistation. Je kunt er fantastisch freeriden, zowel op ski’s in de winter als mountainbike in de zomer. Fietsen kunnen in de zomer mee met de lift en er is een geweldig bike park. Echt een plek voor adrenaline junkies!

Pila

Bikepark door het bos van Pila – Foto RP

Cogne ligt een dal verder naar het westen en is een dorpje dat in de Romeinse tijd is ontstaan vanwege de toen al in bedrijf zijnde ijzermijn. Eind jaren ’70 van de vorige eeuw was het klaar met de ijzerproductie en sindsdien is de mijn alleen nog open voor toeristische tours. Cogne moet het nu vooral hebben van agricultuur en toerisme, maar het dorp heeft de omslag makkelijk kunnen maken. Niet gek want het dorp zelf is zeer authentiek en het ligt midden in het park Gran Paradiso, vernoemd naar de enige vierduizender volledig op Italiaans grondgebied, de Paradiso. Vergeleken Pila wordt hier veel meer ingezet op rustig berg toerisme. 

Cogne

IJzeren fonteintje als herinnering aan de ijzermijn in Cogne – foto Aimee

Gran Paradiso

Het natuurgebied Gran Paradiso is niet alleen het oudste natuurgebied van Italië, het is doet zijn naam eer aan: het is ook werkelijk een paradijs! Het werd als natuurgebied aangewezen in 1922.  In de winter kun je er skiën in het miniskigebiedje maar off piste skiën is vanwege de beschermde status bijna nergens toegestaan. In de zomer zijn de liften dicht.  Wil je downhillen, dan ga je maar naar Pila!

Cogne

Alpgeraniums in Cogne – foto Aimee

In de zomer zie je er vooral wandelaars en klimmers. Ook wel wat fietsers, maar alles gaat veel rustiger, met de prachtige Paradiso als een ansichtkaart op de achtergrond. Het dal is relatief vlak dus wandelingen en fietstochten zijn ook goed te doen voor wat oudere of minder getrainde mensen. Je fiets langs een riviertje, langs schattige berghuisjes en langs kuddes geiten en koeien, met herders.

Cogne

Bergkoe – Foto Aimee

Cogne

Koe wordt beschermd door de herder en zijn trouwe hond – foto Aimee

En voor de kleine klimmetjes op de E-bike heb je altijd nog de boost knop!

Cogne

Op de bike in Cogne – Foto Teun Kees

Cogne

Rotsblok wordt gebruikt als muur. foto Aimee

In het dorp zelf vind je vooral kleine bergsport- en toeristische winkeltjes. Er is ook een klein museum waar je kunt zien hoe mensen vroeger woonden. Het lokale specialisme is een soort kantklossen, je kunt er prachtig handgemaakt kant kopen, maar dat is niet goedkoop. 

Cogne

Kantklosser in actie in Cogne – foto Aimee

Ook niet raar als je bedenkt dat een ervaren kantklosser vier uur doet over zo’n tien centimeter. Als na een mooie fietstocht door Gran Paradiso en rondleiding door het dorp onze magen beginnen te knorren worden we verwezen naar restaurant Lou Ressignon. Echt een aanrader met een kaart vol lokale specialiteiten, maar ook prachtig vlees van de grill van zo’n lokaal koetje. Als het eten en de heerlijke wijn een beetje teveel van het goede is geweest: ze hebben ook kamers, met ontbijt.

Conclusie

Ik wist al dat er in Aosta voldoende te beleven is. Skiën, biken, klimmen, hiken.  Ook is de lokale bergkeuken zeer lekker en krijg je er een espresso voor een euro. Maar nu heb ik ontdekt dat Aosta niet alleen aantrekkelijk is voor sportieve cultuurbarbaren. Want je vindt er goed bewaarde Romeinse historische sites, maar dan zonder de hordes toeristen. Musea, kerken en kathedralen, het is er allemaal. Ongerept, en zonder hordes. Met een prachtig uitzicht op de bergen. Het is eigenlijk bijna zonde om deze parel wereldkundig te maken.

We gaan hierna ook nog St Vincent en de vallei van Valtournenche en Cervinia bezoeken. En daar zullen we zien dat je niet alleen maar bergkost kunt eten. Maar dat is voor deel 2! Stay tuned!

Meer weten over de reismogelijkheden en activiteiten in Aosta? Kijk dan op www.lovevda.it/en

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.