Spectaculaire wandelingen in de Franse Jura: de GTJ

Spectaculaire routes in de Franse Jura
Een verhaal van Nathalie van Koot en David Scherpenhuizen
De Grande Traversée du Jura (GTJ) kent maar liefst zes ‘trails’ die je wandelend, skiënd, met sneeuwschoenen, op de mountainbike, fietsend, of te paard doet. Je zou er keuzestress van krijgen!
De ‘GTJ’ zoals het in de volksmond heet is een schitterend traject van 400 (!) kilometer dwars langs steile afgronden, over hoge bergen en door diepe bossen. Bij deze afkorting krijg ik associaties met steile paden en snelle mountainbikes en dat kun je hier volop doen. Als opwarmertje beginnen we met een wandeling. Dat dit ook spannend kan zijn blijkt wel uit de namen van de routes die je kunt lopen. Wat te denken van de Smokkelaarsroute? Deze wandelroute is genoemd naar smokkelaars die tot halverwege de 19e eeuw alles wat los en vast zat heimelijk vanuit Zwitserland naar Frankrijk vervoerden. Van zout, koffie, tabak tot horloges en absint. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden zelfs joden via de oude smokkelroute in veiligheid gebracht in Zwitserland.
Kasteel van Joux
We turen op de kaart en besluiten eerst een wandeling te maken naar het bekende château de Joux in la Cluse-et-Mijoux. ‘Een makkie zo te zien,’ zegt David zelfverzekerd. ‘Laat je paraplu maar in de auto want het gaat toch niet regenen.’
Ik heb even weinig vertrouwen in Davids kaartleeskunsten als zijn voorspellende krachten en dus pak ik voor de zekerheid toch maar mijn regenponcho. De eerste druppels vallen al als we ons op het pad begeven. Het is bestrooid met grote en kleine witte keien die erg glibberig worden naarmate het heviger begint te regenen. Het is ploeteren in de modderstromen die ontstaan en dan ineens lijkt het pad loodrecht omhoog te gaan. Er is geen weg terug. ‘Lekker makkelijk!’ herhaal ik tegen Davids brede rug terwijl hij verder omhoog ploetert. Hij lijkt te dampen, maar of dat van de inspanning of de ergernis komt is moeilijk te zeggen.
Als we bijna boven zijn breekt de zon ineens door tussen de wolken en feeërieke lichtbundels schitteren tussen de dikke takken. Onze beproeving wordt beloond met een adembenemend uitzicht op Château de Joux dat op een bergtop prijkt op zo’n 1100 meter hoogte aan de overkant van een groen dal. ‘Schit-ter-rend!’ breng ik uit en ik ben meteen de pijn in mijn kuiten vergeten.
Onze beproeving wordt beloond met een adembenemend uitzicht op Château de Joux op zo’n 1100 meter hoogte aan de overkant van een groen dal
David draait zich naar me toe, zijn gezicht bleek van de inspanning en hij lacht: ‘Makkie! Zei ik toch!’ ‘Volgende keer lees ik de kaart, Nostradamus!’ antwoord ik en kijk weer uit over het dal, dat met de herfstzon wel tien kleuren groen lijkt te hebben. Nooit geweten dat er zoveel verschillende groentinten zijn.
Berggeiten
Tijdens de afdaling zien we ineens boven ons een familie gemzen opdoemen. Chamois worden ze hier genoemd. Een prachtig silhouet van hun hoorns steekt af tegen het kasteel. De dieren staan stokstijf op de steile helling. Ze ruiken blijkbaar dat we goed volk zijn want ze gaan al snel verder met herkauwen.
Route de L’Absinthe
De volgende dag kies ik de wandelroute en we gaan voor de Route de L’Absinthe. We zijn dan ook vlakbij Pontarlier, de absinthoofdstad van de wereld. De ‘groene fee’ zoals absint wordt genoemd is sinds enkele jaren weer helemaal terug in Frankrijk. In de buurt van Pontarlier heeft Arnaud Bourgeois een distilleerderij voor biologische absint. Dat willen we proeven! Na een stevige, maar vlakke wandeling van zo’n tien kilometer komen we aan bij de distilleerderij.
We kijken ademloos toe hoe de doorzichtige vloeistof in de glaasjes troebel wordt als de druppels ijswater erin vallen
Arnaud komt zo geruisloos als een monnik de kamer binnen waar we met anderen wachten op wat komen gaat. Met veel ceremonie zet hij een merkwaardig uitziend apparaat op tafel. Een grote, bewerkte glazen kom op een lange, sierlijke zilveren poot. “Het lijkt wel een mystieke relikwie” fluistert David. Onder de kom zit een reservoir waaruit vier kraantjes steken. Heel geconcentreerd draait Arnaud aan de kraantjes. Er vallen druppeltjes in de glaasjes die hij er een voor een onder houdt. Hij lijkt wel een moderne druïde. Wat een prachtig ritueel. We kijken ademloos toe hoe de doorzichtige vloeistof in de glaasjes troebel wordt als de druppels ijswater erin vallen.
“Als je diep in het glaasje kijkt dan zie je een fee verschijnen”, zegt Arnaud met een geheimzinnige glimlach. Ik kijk en zie inderdaad een schimmige gedaante door het glaasje bewegen. En dan te bedenken dat ik nog geen slok op heb! Arnaud verdeelt plechtig de glaasjes onder de aanwezigen. Een sterke anijsgeur vult mijn neusgaten en ik neem voorzichtig een slokje. Het drankje verspreidt zich als een warme nevel door mijn mond en prikkelt de smaakpapillen. Ik zie dat de vrouw tegenover me tranen in haar ogen krijgt en ik zelf moet proesten, maar wat smaakt het lekker!
Koning van de bergkazen
Ik ben blij dat we voor de proeverij al een wandeling hebben gemaakt, want het hakt er op een gezellige manier in. Na een middagdutje belanden we ’s avonds in een van de vele sfeervolle chalets-restaurants waar we van een heerlijke kaasfondue genieten met de koning van de bergkazen, de Comté. Dit als voorproefje op ons bezoek de volgende dag aan het militaire fort Saint-Antoine waar tegenwoordig geen soldaten, maar 100.000 Comté kazen een onderkomen hebben.
’s Ochtends zien we onderweg naar het fort in de weides rood-wit gevlekte Montbéliarde koeien met grote bellen om hun nek vredig grazen. Alleen van hun melk mag Comté kaas worden gemaakt. Door de zon lossen de laaghangende slierten wolken langzaam op en worden we vlakbij het fort op een schitterend uitzicht getrakteerd. Overal zie je prachtige groene bergen en dikke bossen. Het tafereel wordt vergezeld door het alom aanwezige gerinkel van koeienbellen. Zodra we het fort binnentreden zakt de temperatuur voelbaar met enkele graden.
Door de zon lossen de laaghangende slierten wolken langzaam op en worden we vlakbij het fort op een schitterend uitzicht getrakteerd
Onze jonge ‘kaasgids’ Sylvie vertelt bevlogen over de historie van de kaas en het fort, dat tegenwoordig de Kathedraal van de Comté wordt genoemd. Tijdens de rondleiding krijgen we een demonstratie door een jonge maitre affineur, een kaasmaker. Hij klopt met een hamertje overal op de kaas die zo groot is als een wiel van een vrachtwagen. Je hoort ook echt verschil als hij op diverse plekken trommelt. Net zoals Sylvie is de maitre affineur ook trots op het eeuwenoude ambacht dat hij beoefent. Het valt me sowieso op dat jonge mensen hier heel fier zijn op hun eeuwenoude tradities. Leuk om te merken. Na de rondleiding mogen we zelf verschillende Comtés proeven.
Klimmen naar hoogtepunt Crêt de Chalam
Onze korte rondreis in de Jura eindigt met wat voor veel wandelaars letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt is; de Crêt de Chalam. Deze berg met een puntige top is 1545 meter hoog en is vanuit allerlei hoeken te zien. Om er te komen klimmen we eerst via het typische bergdorpje la Pesse tot aan de beroemde grenspaal Borne au Lion, een belangrijke historische plek in de geschiedenis van de Jura. In de 17e eeuw was dit de grens tussen Frankrijk, de Savoie en…..het Spaanse koninkrijk. Dit klinkt misschien vreemd maar de Franche-Comté maakte destijds net zoals ons land deel uit van Spanje. In de Tweede Wereldoorlog was hier in de vallei een commandopost van het Franse verzet. Het gebied was zo onherbergzaam en afgelegen dat de ‘Maquisards’ moeiteloos voor de Duitsers konden verschuilen.
Ik voel me klein en nietig en tegelijkertijd bevoorrecht dat ik zo veel schoonheid mag aanschouwen
Het uitzicht op de bergkam is fenomenaal. Het panorama strekt zich uit zover als het oog reikt; diepe dalen, steile berghellingen en in nevelen gehulde bergtoppen. Ik voel me klein en nietig en tegelijkertijd bevoorrecht dat ik zo veel schoonheid mag aanschouwen. Ik raak er zelfs door geëmotioneerd. “Sterk spul hè die Fishermans Friend,” zegt David flauw, maar ik zie dat het uitzicht hem ook niet onbewogen laat.
Afgelegen berghut
Even later ploffen we neer op het terras van de knusse berghut Le Berbois, waar we warm onthaald worden door de eigenaren, Olivier en Laurence. Het koppel heeft de hele wereld rondgereisd, maar nu zijn ze tevreden met hun kleine stukje paradijs in de Jura gelegen aan de GTJ. Er hangt in de afgelegen refuge een bijna mystieke sfeer met allemaal souvenirs van hun verre reizen; boeddha beeldjes, Indische goden, en mythische dieren aan de muren. Olivier, met een sik en indringende blauwe ogen, vertelt dat de voormalige boerderij destijds is verbouwd door gevangenen die aan het eind van hun straf zaten. Terwijl hij vertelt, begint zijn kittige vrouw de tafel te dekken met heerlijke lokale worst, Comté kaas, zelfgebakken brood en een karafje rode wijn.
De rossige huishond die luistert naar de naam Indy, komt gezellig bij onze voeten liggen. Plotseling merk ik dat David weg is. Ik ga naar hem op zoek en tref hem languit op een terrasstoel, met maar liefst drie pluizige katten op zijn schoot en een gelukzalige blik op zijn gezicht. We voelen ons er helemaal thuis en je laat de echte wereld helemaal achter je. Zeker in de winter want dan is de afgelegen berghut slechts met een sneeuwscooter, sneeuwschoenen of met husky’s te bereiken. Dat zetten we dan ook meteen op ons lijstje voor komende winter.
Wat de Jura zo leuk maakt is dat het niet het Frankrijk is dat iedereen kent van de wijngaarden en lavendelvelden. Het is ruig en liefelijk tegelijk, een beetje Zwitserland met een pittige Franse saus.
- Wandelroutes: Route de L’Absinthe | Smokkelaarsroute
- Overnachten: Berghut Le Berbois
- Praktische informatie over de regio Bourgogne-Franche Comté
Lees hier meer verhalen en artikelen over Frankrijk
Frankrijk is onze grote passie. Samen hebben we o.a. voor Dominicus twee themagidsen over Frankrijk geschreven. We doen niets liever dan onontdekte juweeltjes in la douce France onder de aandacht brengen. Of dat nou fietsend, wandelend of klimmend is.