Vijf soorten backpackers die je op elke reis tegenkomt
Het maakt niet uit of je nou gaat hiken naar Machu Picchu, 1000 kilometer door Patagonië reist, of drie weken naar Bali gaat om daar op een scooter het eiland rond te crossen. Wanneer je je in backpackerkringen begeeft, kom je eigenlijk altijd dezelfde types tegen. Herkenbaar?
1. De ‘I’ve seen it all’
Gegarandeerd 100% hit rate in elk hostel waar je komt. Jij komt die dag terug van een te gekke tocht naar een waterval/bergtop/vulkaan/stad/oerwoud/koffieplantage of wat dan ook en begint hierover enthousiast tegen een reisgenoot te vertellen. De ‘I’ve seen it all’ onderbreekt je al bij zin drie, om luidkeels te verkondigen dat zíjn trip die hij toen-en-toen maakte naar een ándere waterval/bergtop/vulkaan/stad/oerwoud/koffieplantage zo veel mooier en indrukwekkender was. Sure, dude.
2. De diabolo-boy
De wat? Ja, sorry, dat is de naam die ik dit soort reizigers heb gegeven. Elke backpacker kent ze.
Het zijn jongens en meiden, bovengemiddeld vaak afkomstig uit Zuid-Europa, met donker haar en dreadlocks. Of nee, meestal één zo’n lange dread met een paar kralen erin, terwijl de rest van het haar daarna weer geknipt is.
Ze dragen een wijde hippie-achtige broek, de meiden een tanktop erboven. De jongens het liefst niets, maar mocht het daarvoor te koud zijn, dan biedt een lokaal geproduceerde veelkleurige trui van alpacawol uitkomst. Tattoos en piercings zijn een must, maar tegenwoordig onderscheiden ze zich daarmee niet meer echt van de rest van de backpackerspopulatie. Negen van de tien keer hebben ze een hond -van een nietszeggend ras, met een onbestemde lichtbruine kleur- die ze meeslepen op hun reizen.
Oh en die diabolo? Die hebben ze om onderweg op straat te jongleren en zo een extra zakcentje voor de reis te verdienen. Die diabolo kunnen ook kegels of balletjes zijn, en soms zelfs brandende ringen.
De über-diabolo-boy kwam ik tegen in de woestijn van Huacachina in Peru. Kijk maar.
3. De groep Israëliërs
Eén Israëliër is geweldig, twee Israëliërs zijn fantastisch, drie of meer zijn een ramp. Dat komt zo. In Israël is de militaire dienstplicht nog steeds verplicht en zowel mannen als vrouwen gaan op hun achttiende het leger in. En niet voor een jaartje, maar voor drie. Na die jaren afzien is het gebruikelijk om op (wereld)reis te gaan, vaak met een groep van je maatjes van de afgelopen jaren.
Waarschijnlijk kunnen ze er dus zelf eigenlijk niet zo veel aan doen. Net twintig, drie jaar alleen maar orders opgevolgd en strak in de pas gelopen, waarschijnlijk ietwat geïndoctrineerd met ideeën over volk en vaderland, en nu ineens met diezelfde groep en zonder al te veel toezicht losgelaten worden op een plek waar je niemand kent. Je kunt je er waarschijnlijk een voorstelling bij maken.
Gelukkig zijn ze wel van mijlenver herkenbaar. Immer luidruchtig aanwezig op plekken waar bordjes en aanduidingen niet alleen in het Engels staan geschreven, maar ook in het Hebreeuws. Oh, en aan de grote groep, dus.
4. De bejaarde backpacker
Eens in de zoveel tijd kom je ze tegen: een dame of heer die qua leeftijd niet in het geijkte backpackerplaatje past. Uit ervaring kan ik zeggen dat het in het geval van de dames meestal komt doordat zij eerder in hun leven niet de mogelijkheid hadden om te gaan reizen. In het geval van de heren zijn het vaak gewoon gekkies waarbij je maar beter op gepaste afstand kunt blijven, anders zit je er de rest van je reis aan vast.
Ultiem voorbeeld hiervan is Annie Sparkes, die ik in 2010 ontmoette in Colombia. Ze was toen net met pensioen, en haar dochter het huis uit. Ze had geen man en verder ook weinig reden om in het koude en regenachtige Engeland te blijven. Ze greep haar kans, en besloot om op reis te gaan.
Maar ook in Engeland is een AOW-tje geen vetpot, dus doorlopend op cruise kon ze niet. Bovendien wilde ze in d’r eentje wel wat mensen ontmoeten, dus besloot ze als een echte backpacker uitsluitend in hostels te verblijven. Vaak tussen jongens en meiden die 40 jaar jonger waren en haar liefkozend ‘Annie the Granny’ noemden. Maar nu, zeven jaar later, hebben die meeste jongens en meisjes een baan, vaak een koophuis en misschien wel een baby. En Annie? Still going strong, en fulltime reiziger!
De vaste bewoner van een party-hostel
De één is er terechtgekomen omdat na een iets te ruim uitgavepatroon het geld gewoon op was, de ander zocht een goede smoes om veel te drinken en verder in een hangmat te gaan liggen. Hoe het ook zij, beiden wonen weken of soms maanden in hetzelfde hostel. En aangezien voor niets de zon opgaat, hebben ze daar meestal ook een bijbaantje, bijvoorbeeld achter de bar of bij de receptie. Waardoor ze uiteindelijk alleen maar langer op dezelfde plek zullen blijven.
Wanneer dit gebeurt, is dit meestal niet bij een gezellig en rustiek hostelletje, maar eerder bij een berucht party-hostel, dat meer dan eens onderdeel is van een keten met een naam als Funky Monkey, Flying Dog of Crazy Kangaroo. Het is dus best lastig om deze backpackersoort in het wild te spotten, maar loop een party-hostel binnen en je vindt er gegarandeerd een handvol!
Oei, ik kan hier nog uren over doorgaan, en dit zijn er pas vijf! Ik heb zo’n vermoeden dat een deel twee van deze lijst een must is. Welke types mogen volgens jou niet op die lijst ontbreken?
Pauline reist en schrijft sinds 2010 voor onze wintersportsite Snowrepublic. Sinds 2017 is zij verbonden aan Reisschrijvers Media, als redacteur en reisschrijver voor Mountainreporters, OutdoorDichtbij en Alpenweerman. Hiken, klimmen, watersport en snowboarden, allemaal activiteiten die perfect passen bij Pauline.
The gore Tex backpacker… Die met hun dure hiking kleding iedereen voorbij lopen en zich stiekem toch een stukje interessanter lijken te voelen omdat ze zo goed voorbereid zijn :p