OutdoorDichtbij | Off Track door de Groningse wildernis
OutdoorDichtbij | Off Track door de Groningse wildernis
Een reisinspiratie van Judith van Bilsen
In het noorden van de provincie Groningen is de natuur aan het woord. Niet alleen in het Waddengebied, dat is uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed, maar ook ‘aan land’ is er genoeg actief te ontdekken. In en rond de Waddenzee leven ruim 10.000 dier- en 250 plantensoorten. Je zou bijna vergeten dat dit stukje Groningse wildernis bij Nederland hoort.
Op de pedalen
Een goede manier om een indruk te krijgen van de natuur in de Groningse wildenis, is het maken van een fietstocht. We volgen een van de routes van Kiek Over Diek Toppers. Dat is een verzameling fiets- en wandelroutes langs de kust. Het boekje geeft niet alleen de route aan, maar ook een korte uitleg over de hoogtepunten die je onderweg tegenkomt. Anders dan de naam doet vermoeden lopen de routes niet enkel over de dijk. Zo vertrekken wij in het dorpje Molenrij, passeren daarna het dorpje Kleine Huisjes en rijden over zowel verharde als onverharde weggetjes door een graslandschap.
Wanneer we uiteindelijk wel bij een dijk uitkomen, laten we de fietsen even onderaan de dijk achter en wandelen we deze op. Een weids uitzicht over de kwelders strekt zich voor ons uit. En heel in de verte ontwaren we ook de zee.
Terug op het fietspad rijden we kilometerslang rechtdoor. Soms moeten we tussen de schaapjes door sturen, die tevreden knabbelen op het gras van de dijk. Dit is hun domein. Aan de linkerkant trekt Groningen aan ons voorbij. Weides, akkerland en af en toe een boerderij of molen. De zon staat aan een stralend blauwe lucht en er staat een prettig briesje. Volgens gids Devin staat die er altijd wel. Een echt vakantiegevoel is hier nooit ver weg in de zomer!
Op jeepsafari
Natuurgids Jan staat al bij de jeeps te wachten met een grote kaart van het Lauwersmeer. Voordat we gaan rijden, geeft hij eerst wat informatie. Zo was dit meer vroeger eerst onderdeel van de Waddenzee. Maar vanwege de veiligheid (denk aan de overstroming van 1953) besloot de overheid dat het gebied ingedijkt moest worden. Zo geschiedde en tegenwoordig is het geen zout, maar zoet water waarmee het Lauwersmeer gevuld is. Zonder al te veel menselijk ingrijpen, gaat de natuur hier nog altijd zijn eigen gangetje. In deze wildernis komen dan ook verschillende diersoorten voor.
We zijn nog maar net onderweg als we de grootste van allemaal zien: de Schotse hooglanders. Deze langharige en breed gehoornde kolossen zoeken wat verkoeling in het water langs de weg. Ook zien we een stel konikpaarden grazen. Beide soorten zijn in dit gebied geplaatst om de begroeiing op een natuurlijke manier in toom te houden. Volgens Jan leeft hier ook een koppel zeearenden. Plotseling vliegt een hele groep ganzen verschrikt op van het water. ‘Dat kan een teken zijn dat er een zeearend in de buurt is’, roept Jan opgetogen. Meer dan een eenzame reiger krijgen we echter niet te zien…
De jeep draait nu een gebied in, waar je normaal gesproken niet mag komen. ‘Zelfs wandelaars zijn hier niet welkom, dus deze jeep is de enige manier om dit deel van het Lauwersmeer te ervaren’ legt Jan uit. Hij volgt een pad langs de rand van dit stuk. We hotsen en botsen door kuilen en over hobbels. Wanneer we een korte stop maken, voor koffie die Jan uit een kist op het dak van jeep haalt, komen er een aantal koeien nieuwsgierig onze kant op. De vriendelijke Lakenvelders horen bij een boer uit de buurt en zijn hier iedere zomer te gast. Volgens Jan is er een kans dat we een ree of damhert kunnen zien, maar we hopen tevergeefs.
In de duisternis
Ook in de avonduren staat natuurgids Jan weer voor ons klaar. We nemen de boot en gaan het Lauwersmeer op. Dit gebied is namelijk Dark Sky Park, wat wil zeggen dat hier geen lichtvervuiling is. Bij de haven varen nog wat kleine bootjes, maar wanneer we echter verder het meer opgaan zijn we alleen. De zon is een enorme oranje bal die langzaam richting de dijk zakt. Iedere minuut veranderen de kleuren in de lucht. Het is een fabelachtig schouwspel. Wanneer we langs de broodrooster varen, zoals reisgenoot Ellen de sluizen noemt, is het achter ons helemaal donker.
Langzaam zien we steeds meer sterren. Eentje is enorm fel en er wordt druk gediscussieerd welke planeet dit is. De conclusie is dat dit Venus moet zijn. Compleet duister is het echter niet. Met regelmaat zien we het licht van de vuurtoren van Schiermonnikoog voorbij flitsen. Ook branden er op de wal hier en daar wat lampen. Maar ach, dat neemt helemaal niets weg van de schoonheid boven en voor ons. Terwijl ik mijn ogen niet van de sterrenhemel kan afhouden, vertelt Jan ons de legende van kluizenaar Martin, die op een vlot in het meer leefde. Wil je weten hoe dat afliep? Dan moet je een bezoekje brengen aan het Dark Sky Park!
Over de zeebodem
De volgende ochtend staan wadgidsen Jan en Marianne ons op te wachten. We gaan wadlopen! Hoge sneakers aan de voeten, een windjack om het lijf en een waterdichte tas op de rug: we zijn er klaar voor. Een rib, oftewel reddingsboot, brengt ons naar de zandplaat vanwaar de wadwandeling start. Dit tochtje lijkt wel een achtbaanritje! We vliegen met hoge snelheid over het water en wanneer we een brede bocht richting de zandplaat maken, zijn we al kletsnat voor we een meter gelopen hebben. Abrupt stopt de rib vervolgens en we krijgen het verzoek om zo snel mogelijk uit de boot te springen, zodat deze niet vast blijft hangen.
Het is onmogelijk om vanuit de rib de hoogte van het zeewater in te schatten. Iedereen kijkt elkaar dan ook twijfelend aan. Totdat wadgids Jan in het water springt en het water tot halverwege zijn bovenbenen blijkt te komen. We springen achter hem aan en binnen een minuut vaart de lege rib alweer richting wal. Wanneer wij nog bijkomen van deze onverwachte actie, duikt er vlak voor ons een zeehondje op uit het water. Een aantal keren komt zijn kopje boven de golven uit. Wadgids Jan roept helemaal enthousiast: ‘Mensen komen vaak voor de zeehonden naar het wad, maar het is echt bijzonder om er eentje zo dichtbij te zien!’
In het waddenleven
Vanuit de vaargeul lopen we snel naar wat hoger gelegen gebied. Hier staat maar een dun laagje water en is het makkelijker lopen. Opeens zakt Jan op zijn knieën en peutert met zijn vingers in de modder. Al snel heeft hij een krabbetje te pakken: ‘Wist je dat een mannelijk krabbetje twee penissen heeft?’ Hij draait het beestje op zijn rug en opent een trechtervormig klepje om te kijken welk geslacht dit beestje heeft. Wanneer hij het beestje laat gaan, kruipt deze direct in een Japanse oester. ‘De platte, Nederlandse oester kreeg een virus en was niet meer eetbaar, daarom heb je hier nu overal de Japanse variant. Die dus door de mens hier is gebracht.’ legt Jan uit.
Ondertussen heeft zijn collega Marianne contact via de walkie talkie met de andere groepen wadlopers. Ze overleggen hoe het water zich gedraagt en op welke plekken de vaargeulen het beste over te steken. Jan kijkt serieus: ‘We moeten ons houden aan de regels van de natuur, anders wordt het gevaarlijk. Binnen anderhalf uur staat er op deze plek, waar we nu staan, anderhalve meter water. Met de wind die er nu is, betekent dat er een flinke stroming ontstaat.’ Als we even later door een vaargeul gaan, is het flink ploeteren. We zakken steeds diep weg in de modder en we staan tot over ons middel in het water. En er staat inderdaad een flinke stroming.
Op Schier
Het is hard werken, dat wadlopen! De beloning is er dan ook naar. Als we het eiland Schiermonnikoog bereiken, rijkt Jan in zijn tas en trekt een fles Cloosterlikeur naar boven. We proosten met het gifgroene kruidendrankje op onze succesvolle tocht. Achter ons zien we een vogel met feloranje poten en snavel. Deze visdief trekt zich niets van ons aan, zolang we op gepaste afstand blijven. Schier is een walhalla voor vogelliefhebbers. De oever is beschermd gebied, dus wij wandelen nog een heel stuk over de zeebodem voordat we echt het eiland betreden. Eenmaal aangekomen schudt Jan me de hand: ‘Gefeliciteerd!’ En krijg ik een heus Wadloopdiploma in mijn handen gedrukt.
Onder de blote hemel
Terug op het vasteland, brengt het busje ons naar Noordpolderzijl. De zon is inmiddels onder, als gastvrouw Ingrid ons welkom heet. In het licht van een hoofdlampje geeft zij uitleg over het in elkaar zetten van onze slaapplaats: een veldbed. Tien minuten later wandel ik, gewapend met ingeklapt veldbed, deken, slaapzak en bivakzak richting een grasveld, onder aan de dijk. Ergens in het midden zet ik het geheel in elkaar en installeer mezelf. Ingrid waarschuwde al: ‘Doe je slaapzak in de bivakzak anders wordt alles nat. Ze hebben geen regen voorspeld, maar er is altijd dauw.’ Starend naar de sterrenhemel zak ik langzaam in een diepe slaap…
De volgende ochtend schrik ik wakker van een luid ‘Mhèèèèh!’. Het geluid is afkomstig van een schaap dat over de dijk wandelt. Voor het schaap ben ik waarschijnlijk een onverwachte bezoeker. Ik blijf nog even liggen in mijn coconnetje en geniet van de fluitende vogels, de blatende schapen en de zonnestralen in mijn gezicht. Een uurtje later draait Ingrid met een kruiwagen het grasveld op. ‘Goedemorgen! Koffie of thee?’, vraagt ze vrolijk. Met een dampende beker thee in mijn handen word ik pas echt goed wakker. Even later installeren we ons met een mandje gevuld met een lekker ontbijtje, bovenop de dijk. Met uitzicht over de kwelders, kan ik alleen maar denken: ‘Wat is de natuur in de Groningse wildernis toch machtig!’
Praktische informatie
Een aanrader voor lunch tijdens het fietsen van Kiek Over Diek Toppers is Restaurant Molenrij in Molenrij. Streekproducten en lokale ingrediënten bepalen de kaart. Een andere topper waar je terecht kunt om te werken, slapen en in de zomer om te eten is Wongema in Hornhuizen. Meer informatie over overnachten aan en activiteiten op en rondom het Lauwersmeer vind je bij Beleef Lauwersoog.
Wil jij ook in de buitenlucht slapen? Neem dan contact op met Ingrid Koetzier.
Algemene informatie over alle activiteiten en meer in Groningen: www.marketinggroningen.nl en www.visitgroningen.nl
Ik ben altijd op zoek naar die kriebel in je buik als je aankomt op een nieuwe bestemming. En dat dan in tekst en foto’s omzetten en hopen dat het diezelfde kriebel opwekt bij de lezer. Mijn artikelen vind je onder andere op mijn website jlovestotravel.com.