Bezienzwaardigheden en activiteiten in veelzijdig Aosta in Noord-Italië
Ik ben als mountainreporter, samen met nog wat andere reporters en bloggers uit Nederland en België, uitgenodigd door het tourismebureau van Aosta om te zien wat de streek te bieden heeft. In deel 1 van mijn reisverhaal over het veelzijdige Aosta dal heb ik laten zien wat een geweldige historie Aosta-stad heeft en wat er te doen is Pila en Cogne, bij het Parco Gran Paradiso. In dit deel 2 ga ik ontdekken wat er rondom de tweede grote plaats in de vallei: St Vincent te beleven is.
Cammino Balteo
Ten oosten van Aosta stad liggen de plaatsjes Châtillon en St Vincent bij de ingang van Val Tournenche. Via de tolweg is het een klein half uurtje rijden, via de provinciale weg iets langer. Zo werkt het eigenlijk in de gehele vallei: via de rustige tolweg ben je snel van oost naar west en vice versa. Wil je niet betalen of heb je geen haast, dan rij je gezellig via de provinciale weg.
Valtournenche is de vallei met daarin onder andere het gelijknamige dorpje Valtournenche en helemaal aan het einde het bekende Cervinia. Cervinia ligt in de schaduw van één van de 35 vierduizenders die Valle d’Aosta omlijsten: die bekende grote berg de Matterhorn. Deze heet in Italië overigens geen Matterhorn maar Monte Cervino, hij ziet er ook iets anders uit vanuit deze hoek. Maar het is nog steeds een bliktrekker, al vanuit de auto op weg omhoog in de dal.
We rijden een stuk het dal in, richting Torgnon. Torgnon is een mooi plaatsje op een zonneterras, waar je in de winter ook kunt skiën. Een klein familiegebiedje bekend om het aantal zonuren. In de zomer is het er prachtig wandelen. Daar gaan we een stuk lopen van de zogenaamde Cammino Balteo. De Cammino Balteo is een uitgebreid rondje Valle d’Aosta, een wandeltocht van bijna 350 km.
Je loopt langs cultuur en geschiedenis, door een gebied bezaaid met oude dorpjes en imposante kastelen, alles midden in een gevarieerd berglandschap dat bossen en weilanden afwisselt met moestuinen en wijngaarden.
De route loopt door de hoofdvallei met uitstapjes de bergvalleien in. Je loopt tussen de 350 en 1900 meter boven zeeniveau, dus af en toe is het flink stijgen en dalen. De Cammino is opgedeeld in 23 etappes van elk ongeveer 4-6 uur. Op Wikiloc of lovevda.it kun je de routes vinden.
Wij lopen een deel van etappe nummer 6 en genieten van de uitzichten: aan de ene kant de Monte Cervino, en aan de andere kant de Aosta vallei richting westen.
Nog meer historie
Een lunch pakket is mee in de rugzak en na anderhalf uur lopen zetten we ons voor een kerkje neer in de zon om deze op te eten. Lijkt niets bijzonders, totdat onze gids haar telefoon tevoorschijn haalt en de QR code aan naast de ingang scant.
De deur gaat van het slot en we kunnen binnen kijken. Ik zou het kapelletje van buiten eigenlijk geen blik waardig keuren, maar van binnen is het prachtig. Het halve bijbel verhaal staat opgeschreven in fresco’s. Zeg maar de stripverhalen van vroeger. Prachtige kleuren!
In de middag hebben we een paar uurtjes “vrij” en ik loop St Vincent in, een klein plaatsje met een casino en een spa. Deze Termen zijn wat minder bekend dan die van Pré-St-Didier maar daardoor een stuk rustiger. Het winkelstraatje is klein en gezellig en ik kom een aantal van mijn medereizigers snel weer tegen bij het terras van Stefano, restaurant Summer.
Een wat vreemde eend in de bijt in het zo authentieke Aosta, met veel herrie, karaoke en een heel divers publiek. Onder het genot van een Aperol Spritz kijken we naar alle paradijsvogels die voorbijtrekken. Wederom een verrassend Valle d’Aosta.
De presidente van het bureau van tourisme van St Vincent heeft ons uitgenodigd voor het diner in restaurant agriturismo La Maison Rosset in Nus. Gelukkig hebben we een busje met chauffeur na die Aperol Spritzen. We zijn blij dat we vanmiddag een simpel lunchpakketje hadden, want het ene na het andere heerlijke gerecht komt op tafel. Geïnspireerd op de lokale keuken, maar dan wel met een twist.
Wie denkt dat de bergkeuken bestaat uit schnitzel met friet of een bolo komt hier in de Aosta vallei “bedrogen” uit. Dit is voer voor lekkerbekken. Aan het einde van de avond kunnen we geen boe of bah meer zeggen en worden we door de chauffeur gedropt bij ons hotel Allaposta. Stefano is nog steeds druk met een band en een vage modeshow, je verzint het niet! Een aantal gaan daar nog even feesten maar ik ga lekker slapen.
Cervinia
We zitten aan het begin van de Valtournenche vallei. Dan moet je echt wel een bezoek aan Cervinia brengen. Cervinia ligt in een soort natuurlijk amfitheater, op 2000 meter, ongeveer op de boomgrens. Het is de enige plek in Italië waar je het hele jaar kunt skiën. Alhoewel het skiën wel op Zwitsers grondgebied gebeurt. Lees verder in deel 3
Deel 1 van mijn reisverhaal over Aosta in Italië lees je hier
RP is sinds 2011 PAWGI Gecertificeerd Wildernisgids met een Off-Roading en Survival specialisatie. Aimee is gek op de bergen, en dan vooral freeriden. Samen trekken ze er regelmatig op uit met hun zelf ingebouwde 4×4 camper. In wintermaanden op weg naar de beste poeder om in te freeriden en in de zomer zo ver mogelijk weg van de drukte.