Caroline reist door Azië | Over de Mekong van Laos naar Thailand

In alle vroegte word ik opgehaald. Mijn boottickets en rit naar de haven zijn allemaal in kannen en kruiken. De eigenaresse van het hotel was enorm behulpzaam geweest. Er zijn zoveel verschillende kantoortjes die van alles aanbieden dat ik door de bomen het bos niet meer zag. Gebruik maken van mensen die bekend zijn met het reilen en zeilen is altijd een uitkomst. Mij wordt wel eens gevraagd of ik alles van tevoren regel.
Wie mijn verhalen gelezen heeft weet dat het antwoord hierop ‘nee’ is. Liefst bepaal ik per dag tot maximaal een week, wat ik ga doen. Soms zijn plekken zo fijn dat ze uitnodigen tot een langer verblijf. Of er is een noodzaak. Zoals vandaag duidelijk werd.

Ik heb gemaild met de olifantenopvang om voor morgen een plaatsje te reserveren. Overmorgen wil ik verder varen, dat is al gereserveerd. Helaas blijkt er een besloten bijeenkomst, waardoor ik pas een dag later kan. Het bootkaartje is met gemak om geboekt. Dus ik blijf drie nachten in Pakbeng. Totaal geen straf. Het dorpje kleeft tegen de bergwand waardoor het op veel plaatsen een vergezicht biedt tussen de heuvels. Iedere toerist die met de langzame boot de tocht doet, overnacht hier. In de avond is het een gezellige boel met bovendien een ruime keuze aan eettentjes.
Meestal blijven de reizigers maar een nacht, waardoor ze het uitstapje naar de olifanten aan de overkant mislopen. De boten vanaf de grens met Thailand zijn overladen met meest twintigers uit alle windstreken en een enkele Laotiaan. Vanuit Laos, zoals ik doe, is het precies andersom en bovendien minder vol. Naast dat de tocht waanzinnig mooie natuur laat zien, zijn de activiteiten van de mensen die onderweg op- en afstappen ook een bijzondere bezienswaardigheid.
Op de vaak zanderige oevers staan groepen in afwachting van mijn medereizigers. Met grote tassen en kartonnen dozen stappen die af en worden aan alle kanten liefdevol ontvangen met handen schudden en omhelzingen. Vervolgens is iedereen in no time verdwenen, naar plekken die je niet zou verwachten. Het gebeurt meer dan eens dat ik geen huizen zie. De hele groep verdwijnt ergens tussen de bomen van het hoger gelegen bos.
Gehypnotiseerd door al de pracht
Dag één van de twee dagen die nodig zijn tot aan het laatste stadje voor de Thaise grens, breng ik bijna zeven uur aan boord door. Gehypnotiseerd door al de pracht gun ik mezelf nauwelijks tijd om, in tegenstelling tot de anderen, even de ogen te sluiten. Met de telefoon in de aanslag want er is van alles om vast te leggen. Steeds ben ik bang wat te missen.
De glinstering van de zon op het water, rotspartijen waarlangs het water haar weg vindt, karbouwen die in kuddes op zoek zijn naar voedsel, in blote bast spelende kinderen en naar goud zoekende bewoners. Met een ronde zeef struinen ze de bodem af, een rieten hoed tegen de verzengende zon. Temperaturen kunnen hier fiks oplopen. Dit alles om een misschien een enkele gram te vinden, niet vandaag, maar na maanden werk.
Bij aankomst stond het busje van de homestay klaar. Voor de jonge vrouw waarmee ik onderweg heb kennisgemaakt, vraag ik ook een bed. Ze had nog niets geregeld. Het resultaat is dat we een tweepersoonskamer delen. In het dorp drinken we nog wat voordat we vinden dat het tijd wordt om huiswaarts te gaan. Met weinig aanwijzingen en nauwelijks een lantaarn, lopen we een paar keer mis alvorens moe van alle indrukken, in slaap te kunnen vallen.
Luierend verhalen schrijven
Na het ontbijt kuieren we naar de aanlegplaats. Zij vertrekt, terwijl ik haar uitzwaai, met een handjevol andere westerlingen richting grensdorp Huay Xai.
De boot naar Luang Prabang vertrekt wat later. In de zon op een muurtje zittend, observeren hoe backpackers hun spullen aan boord brengen, is een ontspannen tijdverdrijf. Eigenlijk best blij dat ik vandaag niets op het programma heb, slenter ik wat door de straatjes. Zoek alvast op waar ik morgen moet zijn en breng de rest van de dag luierend op een ligbed door. Tijd genoeg om verhalen te schrijven…
Om 9 uur word ik verwacht bij Mekong Elephant park, een kwartiertje lopen vanaf mijn verblijfplaats ligt de boot klaar. Het is een fijne wandeling met een verwarmende ochtendzon, op slippers die niet de mijne zijn. Zoals in Azië gebruikelijk is ga je zonder schoenen naar binnen. Voor de deur is het meestal een wirwar van divers schoeisel. Mijn rechter flipflop lag er nog maar de andere heb ik niet meer gevonden. De oude man die je zo’n beetje kunt uittekenen op het muurtje voor het huis, hielp nog met zoeken en gaf me vervolgens een paar dat aan zijn kant stond. Paste perfect.
Olifantenopvang
De olifantenopvang is gelieerd aan het prachtig gelegen resort waar we verzamelen. Met zijn vijven gaan we via het pad dat door de moestuin loopt, richting de oever. Aan de overzijde worden we opgewacht door Wendy. De Française die al een paar jaar de leiding heeft en gepassioneerd haar werk doet. Het fijne van deze opvang is dat de dieren op geen enkele wijze de bezoekers hoeven te entertainen anders dan met hun aanwezigheid.
We mogen absoluut niet in de buurt komen. Iedere olifant, op het moment zijn dat vier volwassenen en een baby, heeft zijn of haar eigen begeleider. Een Mahout. Deze mannen wijden hun leven aan het verzorgen van deze vriendelijke dieren die een deel van hun leven onder een veel te zwaar juk hebben doorgebracht. Ze zijn voor veel geld vrijgekocht. Om hen een beter leven te kunnen geven en om ze te behoeden van uitsterven.
In Laos was het tot een eeuw geleden gebruikelijk een olifant te bezitten. Het maakte deel uit van de familie, er werd samengewerkt en ze hadden voldoende rust. Mens en dier leefden in harmonie samen totdat de westerlingen geld wilden verdienen aan Laos’ grondstoffen. Inmiddels zijn er nog maar weinig over en bovendien in gevangenschap waar er doorgaans slecht voor hen gezorgd wordt. We krijgen uitleg over de historie van het land, maar ook over het leven van olifanten. Uit lichaamstaal is te lezen hoe zij zich voelen.
In veel van de parken mogen bezoekers mee het water in. Dit geeft stress, zoals te zien is aan de stand van de oren, omdat ze niet vrij kunnen bewegen. Verzorgers moeten hun doen en laten in banen leiden zodat ze de bezoekers niet verwonden. Hier was ik getuige van hoe ze in alle vrijheid konden badderen in de rivier. Een aandoenlijk schouwspel. Met dit kwam er een einde aan een mooie en leerzame dag. Blij dat ik dit heb mogen meemaken loop ik, na een hapje bij een Indiaas restaurant, terug naar mijn kamer.
Morgen de volgende etappe met de slowboat.
LEES OOK:
Voor mij kan reizen alle kanten op. Als coach en therapeut ben ik geïnteresseerd in de binnenwereld en loop graag een stukje mee op het pad van mijn cliënten. De aardbol verkennen doe ik het liefst alleen. Waar ik ook ben, mijn cliënten blijf ik begeleiden. Zo hoef ik mijn reislust niet op te geven. Ik heb twee kinderen en ben oma. Mijn motto `schaamteloos vrijuit` gaat over trouw zijn aan jezelf, ongeacht wat een ander ervan vindt. Schrijvend hoop ik je een stukje mee te kunnen nemen op avontuur!