De andere kant van Argelès-sur-Mer
De andere kant van Argelès-sur-Mer
Een reisverhaal van Aimee Kock
Argelès-sur-Mer, voor velen de Franse evenknie van Lloret de Mar: Catalaans, zon, zee, strand. Campings met veel Nederlanders en schuimdisco’s. Maar dan dus in Frankrijk, vlak bij Perpignan. Ik bezoek het dorp voor een lang weekend om de vraag te beantwoorden of Argelès ook interessant is voor mensen die meer willen dan zon, zee, strand (en bier).
Helaas vliegt Transavia niet meer op Perpignan dus vlieg ik naar Barcelona om daar voor Mountainreporters aan te sluiten bij een klein groepje journalisten uit diverse landen uit Europa. Om op zoek te gaan naar de andere kant van Argelès, de kant die weinig Nederlanders kennen.
Argelès ligt precies op de grens tussen het rotsige berglandschap en de vlakte met de zandstranden waar het zo bekend om is. Het plaatsje Argelès ligt niet direct aan zee, maar iets het binnenland in. De grond aan zee was vroeger een soort moeras, heeft natuurlijk nogal wat smelt en regenwater vanuit de Pyreneeën te verwerken. Resultaat is een heel vruchtbare grond, en klei. Die klei wordt Argile genoemd en was ook de naamgever van het dorp Argelès.
Het dorpje zelf is aardig, de historie is een beetje verborgen, ook al is het behoorlijk oud. Het was strategisch gezien een belangrijke plek en daarom is er in de vroege middeleeuwen al een flinke vesting gebouwd. Maar je moet goed kijken om de resten van die vestingmuur nog te kunnen zien.
Centre ville Argelès
De efficiënte Catalanen (dit is Frankrijk, maar deze streek is onderdeel van het grensoverschrijdende Catalonië) hebben namelijk de muren van het fort gebruikt huizen en gebouwen tegenaan te bouwen. Scheelde ze weer een muur en er is tenslotte weinig steviger te vinden dan een vestingmuur.
Sinds een paar jaar hebben ze het autoverkeer voor een groot deel weten te weren uit het oude centrum en nu is het plaatsje leuk om door heen te lopen. Her en der zitten kleine museumpjes verstopt met steeds wisselende exposities over de historie van Argelès. En op diverse plekken kun je heerlijk eten.
Richting zee, Le Racou
De laatste paar decennia, met het opkomen van het toerisme, is Argelès meer richting zee getrokken. In het groene landschap bij het zandstrand zijn tientallen campings te vinden, maar ook de haven en Le Racou, een plaats waar de Fransen al sinds jaar en dag recreëren. Waar vroeger een paar houten hutjes aan het prachtige strand stonden, staan er nu leuke vakantiehuisjes en is het er bezaaid met leuke restaurantjes. Het is een soort dorp in een dorp geworden, waar nog vooral Frans gesproken wordt en je veelal biologische lokale producten geserveerd krijgt.
Lokale producten
Aangezien het grondstuk Argelès tussen de uitlopers van de Pyreneeën, een paar grote rivieren en de Middellandse zee ligt, is het van origine vochtig, moerasachtig en dus erg vruchtbaar. Tussen de dorpen en campings zie je dus ook allerlei boerenbedrijfjes met wijngaarden, olijfboomgaarden en fruitgaarden. Ik bezocht onder andere Domaine Saint Thomas. Pierre-Jean is zijn boerenbedrijf een krappe dertig jaar geleden begonnen samen met zijn vrouw. Zijn schoonouders hadden een kleine wijngaard die hij weer tot leven geblazen heeft.
Domaine Saint Thomas
Gelegen tussen de campings, het dorp en het strand heeft hij veel aanloop van dorpsgenoten en toeristen. Hij besloot op een gegeven moment te diversifiëren door ook olijven, abrikozen en kersen te gaan verbouwen, en in zijn winkel kun je ook andere producten krijgen, van nabijgelegen boerenbedrijven. Alles dus direct vanaf de boer!
Langzaamaan heeft Pierre-Jean stukken grond erbij gekocht, onder andere ook op de nabijgelegen berg van Collioure, zodat hij nu 25 hectare wijnbouw en 10 hectare olijven en fruit heeft. Hij heeft al snel besloten om zich los te weken van de lokale wijncoöperatie en zelf te gaan bottelen en te verkopen. De wijnboer maakt verschillende soorten wijn, van goedkope slobberwijn die per liter in limonade flessen wordt gegoten tot prachtige, op eiken gelegen rode wijn voor een speciale gelegenheid.
Ook maakt hij een kleine oplage van de speciale Banyulswijn. Banyuls is een plaatsje naast Collioure waar men een portachtige zoete rode dessertwijn maakt. Zoet en fris tegelijk, erg bijzonder. Het domaine van Pierre-Jean kun je ook bezoeken. Er zijn een paar gites en hij doet leuke rondleidingen over zijn domaine, waarbij het ook mogelijk is een ritje per oude Defender richting de bergwijngaard te maken. Dit is inclusief picknick met lokale producten en natuurlijk zijn lekkere wijnen.
La Mer Blanche
Een klein stukje verderop spreek ik Frédéric. Frédéric heeft vijf jaar geleden zijn carrière in een Parijs’ theater opgezegd om te gaan boeren in Argelès. Zijn vader had toen als pensionado een mooi huis gekocht.
Er zat alleen ook een enorm stuk land bij met olijfbomen waar hij eigenlijk niet zo goed wist wat hij er mee moest. Frédéric maakte zich al een tijdje druk over de toekomst en de kwaliteit van de voedselvoorziening en na een jaar stage te hebben gelopen op een ander boerenbedrijf, is hij begonnen op het land van zijn vader.
Ook hij besloot te gaan diversifiëren en naast olijfbomen staan er nu ook vijgenbomen, cactusvijg, granaatappel en een citrusboomgaard. Dat laatste is een probeersel en vrij bijzonder, want dat bestaat niet echt in Frankrijk. Hij heeft er diverse citrusbomen staan: sinaasappel, citroen, mandarijn maar ook heel exotisch als de Aziatische Yuzu. Vooral als test om te kijken hoe het aanslaat.
Zijn gehele bedrijf is biologisch gecertificeerd en er wordt geen gif gebruikt. Ongedierte dat de olijfbomen aantast wordt verdreven door kleiwater te sproeien, en argile klei is er tenslotte genoeg in de buurt! Door de hoge kwaliteit van zijn producten raakt hij vrijwel alles kwijt aan restaurants in de omgeving en in zijn kleine boeren winkeltje. Hij doet het hele bedrijf in zijn eentje en dat is veel werk, want de vijgen moeten dagelijks geoogst worden: per boom zijn er elke dag een paar rijp. Alleen tijdens de olijfoogst heeft hij hulp. Een man met veel passie!
Iets buiten Argelès, Chateau Valmy
Iets heel anders is Chateau Valmy, waar we ook dineren. Een prachtig mooi chateau, heel professioneel opgezet, een klein stuk land inwaarts. Een prachtig landgoed waar de bekende Chateau Valmy wijnen vandaan komen. In het chateau zijn 5 gastenkamers (incl ontbijt). Bij Le Table de Valmy kun je heerlijk in de tuin eten, met uitzicht over de wijngaarden en de zee. Simpel maar erg lekker viergangendiner, geen uitgebreide kaart want elke gang slechts twee keuzes. Het gaat tenslotte om de wijn.
Eén keer per jaar, begin juli, wordt het chateau overgenomen door een muziekfestival, les Déferlantes. Er komen vijftienduizend man op af die tot in het donker feesten op muziek van bekende namen als B-52, ZZ Top, en vele bekende Franse artiesten. Chateau Valmy zou Chateau Valmy niet zijn als dit festival, in tegenstelling tot vele andere festivals, vooral draait om wijn in plaats van bier.
Omgeving en natuur van Argelès
De volgende dag maken we met Ludovic een wandeling langs de kust. Argelès ligt precies op de grens van het rotsige berglandschap van de Pyreneeën en het vlakke rivierenlandschap ten noorden daarvan. We lopen richting Collioure, een dorpje direct naast Argelès gelegen, op rotsen gebouwd aan het water. Totaal anders.
Onderweg laat Ludovic ons van allerlei planten zien en ruiken. Het lijkt erop dat alle kruiden, en meer, daar gewoon in het wild groeien. Kurkeiken, venkel, tijm en vijgen. Gewoon in het wild.
We lopen langs een verborgen kiezelstrandje en een verborgen klein campinkje. Een restaurantje waarvan je niet meer zou verwachten dat het nog bestaat. Hoezo massa toerisme?
Ludovic doet deze wandelingen elke week op woensdag en donderdag. Een wandeling duurt twee uur. Je kunt je inschrijven bij het Office du Tourisme en het kost 4 euro.
Vanaf het water
We lunchen in Port Argelès, de haven, waar we nog even langs een foto expositie lopen buiten langs het strand. Elk jaar kiezen ze daar een thema vanuit natuurbehoud en educatie. Dit jaar foto’s van wildlife in Tibet. Wel bijzonder om naast een levensgrote foto van een sneeuwmuis in de sneeuw een man in 30 graden te zien zonnen.
Na de lunch stappen we op de boot, de rode Barracuda, voor een vaart langs de kust. Dat is een aanrader als je het pittoresque buurplaatsje Collioure wil bezoeken. Je kunt namelijk ook afstappen om het plaatsje te bekijken en dan kun je een latere boot weer opstappen.
Het dorp Collioure bezoeken met de auto is namelijk niet handig want die kun je nergens kwijt. We varen daarna nog verder via Port Vendre tot aan de Spaans/Franse grens. Daar keren we weer om richting Argelès.
Resumé
Het is wel duidelijk dat er ook een heel andere kant van Argelès bestaat, een kant zonder plat massa toerisme dat alleen maar gericht is op zon, strand en bier. Als je voor je overnachting een plek kiest tussen Argelès en Collioure, bijvoorbeeld in Le Racou, of één van de hotels Mouette (waar ik zat) of het naastgelegen Du Golfe. Of 5 sterren camping Les Criques de Porteils danwel het verborgen campinkje La Girelle dan zul je weinig massa’s tegenkomen.
Vind je het wel leuk om op een “Nederlandse” camping te staan, dan is er ook echt wel meer te zien dan het strand. Het achterland is woest en er zijn meerdere hikes en bike routes de bergen in. Al met al een plek voor een heerlijke vakantie. Mooi weer, strand, zee, lekker eten en drinken en er is ook nog van alles te zien en te doen.
Klik hier voor meer informatie over Argelès
RP is sinds 2011 PAWGI Gecertificeerd Wildernisgids met een Off-Roading en Survival specialisatie. Aimee is gek op de bergen, en dan vooral freeriden. Samen trekken ze er regelmatig op uit met hun zelf ingebouwde 4×4 camper. In wintermaanden op weg naar de beste poeder om in te freeriden en in de zomer zo ver mogelijk weg van de drukte.