Haal ik het einde van de Pacific Crest Trail?
De hele staat Oregon was achter de rug in drie weken. De hoogtepunten kwamen steeds sneller achter elkaar en de dagen op de trail leken ineens twee keer zo hard voorbij te vliegen. Oregon had meer ‘beschaving’ op kortere afstand van de trail. Er waren meer dagjesmensen op het pad en ik kruiste vaker toeristische trekpleisters en onverharde weggetjes.
Zo was er de Timberline Lodge, in de schaduw van Mount Hood. De Lodge mocht dan een bekend skihotel zijn, in de hiker-gemeenschap was er maar één echt goede reden om er te stoppen: het onbeperkte ontbijtbuffet.
De highlights van Oregon
Al weken voor we er aankwamen hadden we het onderling over wat we daar allemaal zouden gaan eten. Over wafels, pannenkoeken, slagroom, fruit, ahornsiroop, liters koffie en omeletten. Over wat we hoopten dat er zou worden geserveerd. Over of we er wel op tijd zouden zijn. Over of de kok niet toevallig net die dag ziek zou worden en het ontbijt geannuleerd zou worden.
Dat het hotel ook gebruikt was als filmlocatie voor de film ‘The Shining’ was daarbij dan nog een extra bonus. Aan de balie van het hotel stopten hordes mensen om op de foto te gaan met de bijl van Jack Nicholson. Compleet met opschrift: ‘Here’s Johnny!’
Dat het hotel ook gebruikt was als filmlocatie voor de film ‘The Shining’ was daarbij dan nog een extra bonus.
En Crater Lake, een meer dat ontstaan is door het instorten van een vulkaan na een uitbarsting, verschafte ons een landschap dat zeker niet onderdeed voor alles wat we al eerder hadden gezien, maar dan gelardeerd met hordes toeristen. Dit dankzij de snelweg die er vlak langs liep.
Het was weekend toen ik er aankwam, en als ik met mijn rug naar de weg toe stond om naar het meer te kijken kon ik de PCT nog steeds voelen. Maar een blik over mijn schouder en daar was de souvenirwinkel, de rij mensen voor de snackbar en de afgeladen parkeerplaats.
Vreemd en opdringerig
Die wereld voelde ineens zo vreemd en opdringerig. De ervaring was compleet toen een hond mijn rugzak zo aanlokkelijk vond ruiken dat hij er een geurvlag op uit zette. Uiteraard tot grote hilariteit van mijn medehikers. Ik heb daarna een strikt embargo uitgesproken over het bespreken van deze situatie tot nadat ik mijn rugzak had kunnen wassen, wat overigens pas een week of wat later was.
De PCT Trail Days
Ik kwam het kleine plaatsje Cascade Locks binnenlopen één dag voor de PCT Trail Days zouden beginnen. ‘Trail Days’ is een meerdaags evenement speciaal voor PCT hikers, waar fabrikanten van materiaal en andere benodigdheden voor hikers hun waren kunnen komen aanprijzen en allerlei evenementen organiseren.
Omdat elke hiker die in de buurt van Cascade Locks is hierheen komt, is het een groot feest van herkenning. Al lopend kun je voortdurend maar een paar mijl van iemand verwijderd zijn en diegene toch nooit (meer) zien, maar hier kwamen veel gezichten die ik al weken of maanden had moeten missen, weer voorbij.
Het was een feest van herkenning, maar ook een viering van het feit dat we Oregon hadden afgesloten en nu alleen Washington nog maar tussen ons en Canada lag. Kwestie van een week of vier, hooguit, en we zouden klaar zijn.
En toen was daar Washington…
De grens tussen Californië en Oregon was een houten bordje langs het pad, meer niet. De grens tussen Oregon en Washington was heel wat indrukwekkender. De ‘Bridge of the Gods’ overspant de Columbia-rivier op grote hoogte. De brug zelf is een open constructie en er stond een harde wind toen ik hem overstak. De auto’s rijden op centimeters van je vandaan, de rivier stroomt onder je voeten en de wind rukt aan je haren. Aan de overkant is het echt: ‘Welcome to Washington’.
Hoe verder ik Washington inliep, hoe meer ik een tweedeling zag ontstaan tussen hikers die ik tegenkwam. Sommigen gingen steeds sneller lopen. Verlangend naar het einde, hopend zo snel mogelijk aan de grens te staan en te kunnen zeggen dat ze de PCT hadden overleefd.
Ik merkte juist dat ik me aan het begin van Washington aansloot bij de tweede groep. De mensen die langzamer gingen lopen, het einde zo lang mogelijk nog even wilden uitstellen en elke dag meer wilden genieten van de tijd die ons nog restte in de wildernis.
IJs en vuur
De rij vulkanen die in Oregon was begonnen met Mount Hood, strekte zich verder uit langs het pad. Vlak voor Cascade Locks was er een punt waar je drie vulkanen op een rij kon zien liggen, als een aankondiging van wat er nog zou komen. Mount St. Helens, Mount Rainier en Mount Adams. Drie poortwachters van Washington.
De Pacific Crest Trail heet zo omdat de route de ‘crest’ oftewel de rug volgt van de gebergtes die opgeworpen zijn toen de Pacifische tectonische plaat op de Noord-Amerikaanse plaat botste. Het gevolg is vulkanen. Een hele rij. Mount St. Helens is herkenbaar aan de platte bovenkant, het gevolg van de uitbarsting in 1980, waarbij de vulkaan 400 meter lager werd. Op de PCT zie je deze vulkaan wel meerdere malen, maar de route loopt er niet vlak langs. Anders is dat met Mount Adams en Mount Rainier.
De nacht dat ik aan de voet van Mount Adams kampeerde, hoorde ik de gletsjers die langzaam de berg kwamen afkruipen kraken en splijten. De ondergaande zon die reflecteerde op het ijs zette alles in een adembenemend licht voor me, terwijl verderop Mount Rainier al zichtbaar was en me vooruit lokte. Deze drie grootheden zijn bij lange na niet de enige vulkanen in het gebied, maar ze domineren het gezicht van de trail wel wekenlang in dit gedeelte.
Een paar weken later hoorde ik van een trail angel die in het gebied woonde, dat geologen Mount Rainier als uiterst instabiel beschouwen. Eén hele zijkant van de berg kan ieder moment weg glijden en alles aan die kant van de berg zou dan tot in de wijde omtrek bedolven worden onder tonnen gesteente. De mensen die in het potentiële rampgebied wonen hebben wel een vluchtplan klaarliggen, maar blijven er laconiek onder.
‘Ieder moment’ kan, in geologische termen, per slot van rekening ook pas over 50 of 100 jaar zijn. Ik heb toch voor de zekerheid nog maar een extra foto van de vulkaan gemaakt, nu hij er nog helemaal staat.
Ik voel (eindelijk) nattigheid
Het gedeelte van de PCT dat door Washington loopt wordt steeds spaarzamer bewoond naarmate je verder komt. De enige stops die je tegenkomt worden steeds kleiner. Van een klein dorpje tot niet meer dan een benzinestation langs een B-weg. Het is dus zaak om jezelf voorraaddozen te sturen met eten en andere benodigdheden, wil je niet wekenlang alleen maar repen, snoep en instant noedels moeten eten onderweg.
Het beeld dat ik had van Washington, gevoed door verhalen van andere hikers, was van een terugkeer naar hoge bergen, met veel zware beklimmingen en nog meer regen. De beklimmingen vielen me erg mee, maar na een paar duizend kilometer zijn je benen dan ook wel gewend aan wat inspanning.
In de 170 dagen dat ik op de PCT liep heb ik in totaal drie keer in de regen gelopen, waarvan twee keer maar ongeveer een uurtje. De derde keer was in Washington en was inderdaad een flinke bui met onweer, die de hele nacht doorging. Alles was nat en modderig en de dagen daarna werd niks meer droog. Er hing een dichte mist die ervoor zorgde dat ik de Glacier Peak Wilderness alleen maar in theorie heb gezien. In de praktijk zag ik nauwelijks een paar meter voor me uit. Glacier Peak zelf heb ik dan ook compleet gemist.
Maar uiteindelijk trok de mist op en kon ik mijn tent en alle andere spullen weer drogen, een welkome afwisseling. Toch mag ik niet klagen. Drie keer regen in 5,5 maand, probeer dat maar eens in Nederland!
Het slechtste nieuws
De nadelen van zo weinig regen zijn echter duidelijk, en de problemen die in Oregon begonnen waren in Washington niet verdwenen. Er brandden meerdere bosbranden in de omgeving en ook in de buurt van de grens met Canada woedden meerdere bosbranden, hoorden we tijdens onze stops.
In Snoqualmie Pass kwam uiteindelijk het slechtst mogelijke bericht; het laatste deel van de PCT was zojuist afgesloten. Op slechts enkele mijlen van de grens verwijderd waren hikers geëvacueerd en was de trail afgesloten. Ik was op dat moment nog zo’n anderhalve week van de grens vandaan, en bleef dus hopen op veel regen en een heropening van het laatste gedeelte, maar veel lopers raakten door dit nieuws zo gedesillusioneerd dat ze ermee ophielden en terugkeerden naar huis. Soms gelijk al in Snoqualmie, sommigen liepen nog door tot het laatste dorpje of de laatste grote weg.
Stehekin was de laatste stop, een heel kleine nederzetting waar geen weg naartoe loopt. De enige manier om in Stehekin te komen is te voet, per boot of per watervliegtuig. Toen ik met mijn trail family daar aankwam hadden we nog een beetje hoop op een heropening. Dit was de laatste plek waar we informatie zouden kunnen inwinnen over eventuele omleidingen of alternatieve routes, maar er bleek maar heel weinig informatie beschikbaar te zijn.
Internet was alleen beschikbaar door een dagkaart te kopen in het kleine winkeltje. Er waren maximaal 30 kaarten beschikbaar per dag (dus laatkomers hadden geen internet) en de ontvangst was slecht en tergend langzaam. Veel hikers namen de boot en verlieten de trail hier. Er heerste een verslagen maar berustende sfeer onder de meesten, de uitbundigheid van Cascade Locks was nu ver te zoeken.
Het einde tegemoet
Wij besloten tot de strategie van het eeuwige optimisme: doorlopen tot we niet verder konden en hopen dat de trail nog open zou gaan. Vanuit Stehekin zou het nog vijf dagen lopen zijn geweest; vier dagen naar de grens en dan nog een dag terug naar de dichtstbijzijnde weg om vandaar terug naar Seattle te liften.
In drie dagen lopen waren we bij Hart’s Pass aangekomen, de laatste weg en laatste uitweg. Als je Canada niet in wilt lopen (wat vanwege corona nog niet mocht dit jaar) moet je vanaf Hart’s Pass 30 mijl lopen naar de grens en dan weer 30 mijl terug en vanuit Hart’s Pass de trail verlaten. Nu was de trail gesloten vanaf Windy Pass, 25 mijl voor de grens.
Vastbesloten om elke beschikbare stap te lopen liepen we vanaf Hart’s Pass naar Windy Pass. Namen daar ons afscheid van de PCT, en liepen weer terug naar Hart’s Pass. Over het pad was een klein plastic lintje gespannen, met een bordje ernaast: trail closed.
Een dansje en een traantje
Van alle moeilijke momenten onderweg, was dit veruit de moeilijkste. Hier omdraaien, op een kleine dag lopen van het eindpunt vandaan. De bergtoppen in de verte waren al Canadees, maar wij mochten ze niet aanraken. Van het vuur geen spoor te zien. Geen rookwolken, geen brandlucht, alleen een strakblauwe lucht en een stralend zonnetje. We deden een dansje, lieten een traantje en draaiden om.
Terwijl de zon langzaam onder ging op onze laatste dag op de PCT, werden overal om ons heen de bergen door een prachtige gloed verlicht. Zonnestralen gleden liefkozend over de bergflanken naar beneden, op weg naar een volgende dag.
De PCT haalde nog één maal alles uit de kast om ons omver te blazen, en deed dat overtuigend. Die laatste mijlen waren de langzaamste die we de hele weg hebben gelopen. Om de paar stappen draaiden we ons weer om, nog één keer het uitzicht in ons geheugen prenten, nog één keer een herinnering maken waar we voorlopig op zouden moeten gaan teren, straks in de echte wereld.
Dag PCT, hopelijk zie ik je ooit weer terug. Bewaar je laatste mijlen voor me tot dan.
Lees hier alle verhalen en tips over de Pacific Crest Trail
Ooit zou ik voor een jaartje naar Australië gaan, om avonturen te beleven en zelfstandig te worden. Maar na twee weken Down Under wist ik het al: ik ging nooit meer terug naar Nederland. Acht jaar lang heb ik het toch maar mooi volgehouden, en toen kwam die studie er toch nog van.
Acht jaar lang de wereld overgezworven, onderweg werkend in de leukste baantjes op de mooiste plekken om mijn geld te verdienen. Een van mijn persoonlijke hoogtepunten was de Pacific Crest Trail in 2022. Hier schreef ik het boek ‘Zes miljoen stappen‘ over. Op Mountainreporters en op mijn eigen blog sixmillionsteps kun je mijn verhalen lezen.