Ligfietsavontuur in Zuid-Zweden | Verslag van de Eurovelo 10.
Bike-Packing de Baltic Sea Cycle Route. Deel 2. Het eerste deel van dit verslag lees je hier.
Wat het zo typische geluid van een baltsend eidereendmannetje met je kan doen. Dat geluid… Ik ben weer helemaal thuis. Dit is het noorden, mijn wereld. Lian had gelijk, dit is veel relaxter zo. Het is nu, zo vroeg in de ochtend, bijna windstil. Het riet langs de kant wuift langzaam heen en weer en op het water van de lagune wemelt het van de kleine insecten. Af en toe zie je een snelle rimpeling van een vis, die er eentje als ontbijt neemt.
Door het langzamer aan te doen is er ook weer tijd om gewoon eens af en toe met je ogen dicht op een steen zitten, en luisteren wat er allemaal om je heen afspeelt. Het ruizen van de bomen, waarin allerlei kleine vogeltjes driftig aan het kletsen zijn, en dat doordringende geroep van de eidereend. Heerlijk dit. Wat is het noorden toch mooi.
Rustig fietsen we vanaf Ahus noordwaarts. De hoop is dat we ergens bij het lange eiland Oland eindigen, en daar een trein terug naar Malmö nemen. Gelukkig is dat in Zweden eenvoudig. Je kan in de lokale treinen gewoon gratis je fiets meenemen.
Een verrassing in Ronneby
Met nog een kleine week te gaan, komen we bijna aan in het plaatsje Ronneby. “Ik heb een verrassing voor je!” zegt Lian ineens grijnzend op de fiets. Verbaasd kijk ik haar aan. “Oh? Wat dan?” Ze begint te lachen. “Zou je wel willen weten hè! Maar zodra we Ronneby binnen fietsen moet je me maar gewoon blijven volgen. Komt helemaal goed!” Nu moet ik ook lachen. “Oké, geen idee wat je bekookstoofd hebt, maar het zal vast leuk zijn.”
En dat was het ook!! Ik dacht dat we gewoon ergens een simpel hotelletje zouden nemen om ons weer eens een goede schrobbeurt te geven, en de volgende dag een pauze in te lassen om onze benen wat rust te geven. Maaaaar, het blijkt dat ze iets anders in gedachten heeft!
We fietsen dwars door het prachtige Ronneby Brunnspark en ineens staat ze stil bij een gebouw. Ze wijst op een bordje dat ervoor staat. “Villa FloraViola, 1873” staat erop. Ik haal mijn schouders op. “Eeuh, ja? En nu? Kun je hier eten ofzo?” Er gaat nog steeds geen belletje rinkelen. “Nee sufferd, ik heb hier een kamer gehuurd! We gaan hier twee nachten verblijven!” Nog half liggend op haar ligfiets kijkt ze me stralend aan. “Dat is echt een superleuk idee van je. Nee, dit had ik zeker niet verwacht! Dankjewel, echt heel leuk!”
Niet veel later zijn we binnen en de grote kamer is nog net zoals vroeger ingericht. Oude tafeltjes, een oude radiator, gordijnen die half voor het houten raam hangen. Je kan zien dat ze hun best hebben gedaan om het zo authentiek mogelijk te maken. Ik plof neer op het brede tweepersoonsbed. “Gelukkig is die niet antiek,” denk ik bij mezelf.
Het prachtige park is wereld beroemd en heeft allerlei historische gebouwen, prachtige tuinen, en ontzettend veel bloemen. Nog nooit heb ik, op de Keukenhof na dan, zoveel bloeiende tulpen bij elkaar gezien. En, er is een Japanse tuin! Die moet nu vast heel mooi zijn met al die kersenbloesem hier. Maar dat is voor morgen, dan nemen we een rustdag. We zijn weer helemaal schoon en gaan even lekker uit eten om te vieren dat we al zover gekomen zijn.
Later, wanneer we terug zijn op de kamer, kijken we door het raam naar buiten. Kinderen spelen vrolijk op het gras in de verte, terwijl de bloemen langzaam dichtgaan voor de nacht. Opeens draait Lian zich naar me toe. “André, ik wil iets zeggen dat me al een paar dagen bezighoudt.” Een beetje verbaast kijk ik haar aan. “Nou, euh, ik heb eigenlijk geen zin meer om in die keiharde wind te fietsen.” Stil kijk ik haar aan. Afwachtend.
Gaan we door?
“Ik bedoel, de afgelopen dagen waren leuk, zo rustig aan en genieten. Maar ik weet niet of ik zo wel verder wil.” Ik knik. “Ja, daar zat ik gisteren ook aan te denken. Ik ben het met je eens. Ik wil wel verder fietsen, maar die wind blijft maar aanhouden. Het moet wel leuk blijven.” Ik pauzeer. “Weet je, laten we morgen eens bij het natuurmuseum wat vragen stellen. Ik zag toen we er net langs liepen dat ze veel wandel- en fietskaarten hebben.”
In de ochtend gaan we er gelijk langs. Het is een mooi natuurmuseum, maar helaas heeft hij geen kaarten voor een andere route. Hij wijst ons naar de Naturkartan website en app. “Dat is eigenlijk wat iedereen in Zweden gebruikt,” zegt hij. “Je vindt daar alle hiking- en fietspaden in van Zweden, en, het is gratis. En inderdaad, het blijkt een reuze handige app te zijn. Maar een goed alternatief vinden we nog niet zo snel.
De rest van de dag wandelen we op ons gemak door het grote park. Bij een cafétje komt er een man vlakbij ons zitten. Hij is geïnteresseerd in de ligfietsen, want dat heef t hij nog nooit gezien. Tijdens een cappuccino raken we verder aan de praat en hij vertelt ons dat hij een prachtig alternatief voor ons heeft. Het gaat dwars door het binnenland en heet de Banvallsleden; de langste, tot fietspad omgetoverde spoorlijn ter wereld (225 km). Het gaat helemaal door het merenrijke binnenland naar Halmstad. En, zo vertelt hij, je komt niemand tegen. Het is puur natuur. Niets anders dan wouden, meren, en als je geluk hebt elanden en herten.
André en ik kijken elkaar aan. Dit hoeft hij ons geen twee keer te zeggen want het is MET DE WIND MEE! Hij vertelt ons ook dat er aansluitend twee fietsroutes terug naar Malmö gaan. Mochten we tijd hebben dan kunnen we een volledige cirkel fietsen!
Omhoog fietsen
De Bansvallsleden begint in het plaatsje Karlshamn. Om daar naartoe terug te fietsen, daar hebben we geen zin in. Dus de volgende ochtend nemen we de vroege trein en twee uur later staan we weer in de haven, waar we al snel de bordjes van de route vinden. Langzaam gaat het treintraject omhoog. De kust is laag en het binnenland is hoog. Dus gestaag klimmen we langs eindeloze berken en naaldbomen. Rechts van ons loopt een snelstromende rivier, waar een brilduiker al heftig zwemmend een maaltijd bij elkaar vist.
Na een dag omhoog fietsen, naderen we het hoogtepunt op 250 m boven zeeniveau: het grote meren gebied. De man had niet gelogen. Het is er doodstil. Geen fiets op het pad en geen autoweg te bekennen. Ineens staan we stil. Voor ons, op nog geen 100 meter, staat een kraanvogel ons aan te staren. Na een halve minuut ons af te tasten, besluit het dat we misschien toch te dichtbij gekomen zijn. Het slaat zijn imposante vleugels uit, die tezamen toch al bijna 2,5 meter spanwijdte hebben, en vliegt weg. Weer zo’n mooi momentje tijdens de tocht.
De volgende twee dagen blijven we op hoogte. Het pad doorkruist meerdere meren en we hebben vergezichten beide kanten op. Het gebied zit vol met roodkeelduikers. We zien de ene na de andere, en hoewel zijn roep heel anders is dan dat van de eidereenden aan de kust, geeft het geschal ons ook nu een heerlijk gevoel van in het noorden zijn.
We fietsen niet alleen over door de mens opgeworpen spoordijken, we rijden ook regelmatig over oude spoorbruggetjes en komen langs oude stationnetjes die nu bewoond zijn, of omgetoverd werden tot leuke cafeetjes.
Morgen is de laatste dag in dit gebied en we willen er nog het mooiste van maken. We kamperen aan het meer en zetten alleen de binnentent op, dat eigenlijk bijna alleen uit muskietengaas bestaat. Samen nog één mooie dag onder de sterren, want we hebben gezien dat het weer morgen slechter wordt.
De volgende dag is het al zwaarbewolkt en het begint behoorlijk te plenzen. Gelukkig is dit traject bijna helemaal naar beneden, want Halmstad ligt aan de kust. En door de lage hoek van de afdaling, rollen we bijna de hele dag uit. De weer app laat zien dat ook de aankomende dagen erg beroerd gaan worden. Hoewel we nog genoeg dagen hebben om te fietsen, besluiten we om niet de kustroutes van Halmstad naar Malmö te fietsen. Vier dagen in de regen, nee, zo heilig is ons doel, alles helemaal als een cirkel rond fietsen, nou ook weer niet.
Lian weet de ferry-ticket om te boeken. Een treinrit uit Halmstad later, en we staan weer in Malmö. Klaar om de ferry te nemen. Maar eerst neemt ze me mee uit eten. “Goh, wat ben ik daar nu even aan toe,” zegt ze tegen me. “Gewoon wat kwaliteit tijd met z’n tweeën, in de warmte 😊, en niet in die plensbuien buiten.”
Onze kajuit is op het bovendek, aan de voorkant van het schip. We liggen op bed en kijken via het grote raam naar buiten. We zijn doodmoe maar willen het laatste schouwspel van de reis niet missen: de 16 km lange Sontbrug (Øresundsbron) die Denemarken met Zweden verbindt.
Als enorme kaarsen steken de felgekleurde pilaren af tegen een pikzwarte nacht. Langzaam komen ze dichterbij. We voelen ons fijn, en bijna romantisch klinken we met onze drinkflessen op deze prachtige reis, terwijl de immense paarse pilaren van de brug langs ons heen gaan.
De reis ernaartoe. We reden met de auto vanaf huis (nabij Breda), in 7 uur naar Travemunde in Noord-Duitsland. Daar lieten we de auto achter en fietsen naar de nachtboot. Finnlines heeft een directe verbinding naar Malmö. Vertrek ferry: 22:00 , aankomst volgende ochtend, 08:00. Het heeft erg goede slaapaccommodaties.
Beste tijd: Maand mei (droogste periode en relatief weinig muggen).
Wil je deze tocht of een deel daarvan zelf doen? Hier volgen een aantal directe links:
- Baltic Sea Cycle Route (Rood)
- Banvallsleden (Geel)
- Kattegatleden (Groen)
- Sydkustleden (Blauw)
- Finnlines Travemünde-Malmö
- North Sea Cycle Route
TIP: Download de Zweedse Naturkartan app. Dit is de meest gebruikte en gratis app voor alle outdoor activiteiten in Zweden. Zoek bijvoorbeeld maar eens op Banvallsleden en zoom in op de kaart, je kan in detail de hele route door de meren zien. Maar ook waar alle wilkampeer-bivaks zijn, waar je eten kan kopen enz. Ook zeer handig voor hiken en kajakken.
Lian en André zijn echte avonturiers. Attenborough, Cousteau en Amundsen waren hun helden, maar ondertussen nemen ze nu zelf als gids al 30 jaar mensen mee naar verafgelegen wildernissen. Het avontuur van verplaatsen door de natuur in een kajak, op de fiets of in een raft, is waar hun passie ligt. Maar het is vooral de ultralange afstand wandeling waar hun hart het meest naar uit gaat.