Orkney Mainland: kliffen en lopende stenen in Schotland

Skatepacking LeJog
Een reisverhaal van Erwin Zantinga
In Augustus 2016 was het dan zo ver, mijn grootste avontuur ooit; 1600 kilometer op inline skates van zuid Engeland naar noord Schotland rollen, de befaamde LeJog route. Dit bleek niet zo makkelijk te zijn als ik verwacht had en na een week door de Engelse heuvels ploeteren kreeg ik een fiets in de schoot geworpen. Voor de reis had ik zes weken uitgetrokken en nu had ik nog vijf weken om het hele stuk te fietsen. Mijn tempo lag hoog en toen ik in oktober in John ‘O Groats aankwam had ik een paar dagen om Orkney Mainland te ontdekken vanaf mijn oranje stalen ros.

Skatepacking door de Engelse heuvels. Foto: Erwin Zantinga
Whistlin’ Wheely, mijn oranje tweewieler. Foto: Erwin Zantinga
Geuren zonder kleuren
Vanaf de ferry zie ik de zon onder gaan in het water. Er is iets magisch aan arriveren op een onbekende plek terwijl het donker is. Het zicht is minimaal, daarom staan de zintuigen op scherp; de geur van het zoute water, de geluiden van de vogels en klotsende golven. De ferryterminal is nog verlicht maar tien minuten later fiets ik de stad uit en volg donkere weg naar Deerness aan de oostkant van het eiland. Na 45 kilometer duisternis wacht daar hopelijk een camping op mij.
Ik weet zeker dat er trollen zijn
Vanaf de fiets is mijn wereld nu even groot als het schijnsel van een fietslamp en af en toe zie ik lichtpuntjes van een boerderij. Waarschijnlijk zijn er heuvels. Een zilte lucht komt op me af, er moet zee in de buurt zijn. Dan verdwijnt de zilte lucht weer. Ga ik nu verder het eiland op? Ik heb eigenlijk geen idee wat er zich om mij heen bevind. Bergen? Heuvels? Kliffen? Trollen? Ik ruik veel zeewater, en zie af en toe een klein dorpje. Het is spannend om in het pikkedonker een nieuwe plek te ontdekken, mijn fantasie schijnt licht op het donkere land en vult alles voor me in. Ik weet zeker dat er trollen zijn.
Lange wegen zonder verlichting over het eiland. Foto: Erwin Zantinga
Pas in de ochtend zie ik de weg! Foto: Erwin Zantinga
Groen gras en diepe kliffen
De volgende ochtend zie ik geen trollen, wel goed aangelegde wegen; eindeloze zwarte strepen snijden door de frisgroene heuvels over het eiland. Het doet me denken aan een mespuntje Nederland, veel weiland en vergezichten. Op zoek naar de befaamde ruige kliffen fiets ik richting de rauwe randen van het eiland. De plekken waar het altijd waait, waar geen wegen zijn en waar de rotsen en kliffen 10 meter de woeste zee uitsteken. Vanaf de camping besluit ik naar het uiterste westen van het eiland te gaan, naar The Gloup. Een diepe inham in het land waar het water doorheen klotst en zeehonden aan het spelen zijn. Er staat een straffe wind en als voorbereiding op de trail die ik straks op mijn fiets ga doen neem ik daarom een late lunch bij een van de prachtige en diepe kliffen.
Als ik hier val is er niemand die mij komt helpen
De trail is eigenlijk niet gemaakt voor fietsers, maar toch besluit ik bepakt en bezakt als ik ben met mijn trouwe tweewieler te gaan. Al trap ik me de pleuris, de uitzichten zijn spectaculair! Het stromende water slaat hard op de kliffen diep beneden mij en ik geniet van de de zon en straffe wind die over de vlaktes giert. Ik geniet zo hard dat ik niet op de trail let, over een kei heen fiets en met fiets en al om donder! Ik lig nauwelijks een halve meter naast de rand van de klif en kijk met stomheid geslagen naar beneden. Minimaal tien meter diep, scherpe rotsen en een woeste zee. Als ik hier val is er niemand die mij komt helpen op deze uithoek van het eiland. Daarom besluit ik toch maar wat beter op te letten de volgende uren.

Klotsende zee tegen de rauwe kliffen van Mull Head. Foto: Erwin Zantinga
De Mull Head trail fietsen. Inclusief 20 kilo backpack achterop. Foto: Erwin Zantinga
Nieuwe dag
Moe en voldaan na de trail zet ik op een uithoek van het eiland, niet ver van de kliffen, mijn tentje neer en geniet van de laatste stralen van de zon die aan de andere kant van het eiland onder gaat. Het woeste water blijft tegen de kliffen aan klotsen en met dit geluid val ik in een diepe slaap. Tot er wat piept. De wekker. Met een slaperig hoofd rol ik de tent uit, zo de vroegpaarse duisternis in. Grijze wolken trekken langzaam langs een geler wordende horizon als mijn neus de geur van de vers gezette koffie opsnuift.
Met een kop stomende koffie in mijn hand zie ik langzaam de zon boven de zee uitsteken waardoor het geel in de lucht steeds feller wordt. Een kop koffie en een heerlijke stilte die alleen gebroken wordt door het geluid van golven op de kliffen later is het helemaal licht. Na een eenvoudig ontbijt van water met havermout en honing stap ik weer de fiets op om naar de andere kant van het eiland te fietsen; ik heb net de zon vanuit de zee op zien komen, nu nog onder zien gaan in de zee. Op Orkney kan het.
Met een zonsopgang smaakt koffie het beste. Foto: Erwin Zantinga
Ruige stenen aan de kust. Foto: Erwin Zantinga
Lopende stenen
Op mijn oranje fiets rijd ik richting het oosten door glooiende landerijen. Over dezelfde weg waar ik twee dagen eerder in complete duisternis over heen fietste. Zee, kleine dorpjes en heel veel groen gras. Dat is Orkney. Ik heb geluk heb met het weer. Het eiland ligt vrij noordelijk en is daarom het eerste land dat een storm zou moeten temmen. Aan de verweerde maar gezonde gezichten van de bewoners te zien kan het hier goed spoken en dat dragen de eilanders met zich mee. Orkney is een eiland met een lange geschiedenis van verschillende volkeren. De vroege noormannen zijn hier aan wal gekomen en hebben nederzettingen gemaakt zoals bij “The Gloup” waar er nog steeds resten van te zien zijn. Ook de enorme steencirkels die over het eiland verspreid liggen getuigen hiervan.
Deze enorme stenen vragen om mysterieuze verhalen natuurlijk
Sommige stenen zijn wel zes meter hoog en daarom ik vraag me af hoe de mensen deze duizenden jaren geleden hier gekregen hebben en in de grond hebben gestopt. Deze enorme stenen vragen om mysterieuze verhalen natuurlijk. Het werd gezegd dat tijdens Yule en Hogmanay de stenen naar het dichtstbijzijnde water toe lopen, vooroverbuigen en van het water drinken. Als je de stenen zou zien, zou dat een jaar ongeluk brengen. Daarom vermeden de locals deze steencirkels na de zonsondergang tijdens deze perioden dan ook. In sommige verhalen zijn de stenen mensen, die door ongeluk of een kwaadaardige tovenaar voor altijd veranderd zijn. Het feit is dat ze er al duizenden jaren staan en ons waarschijnlijk zullen overleven.
De “Standing Stones of Stenness” Foto: Erwin Zantinga
De “Ring of Brodgar” Foto: Erwin Zantinga
Het wilde eiland
In oktober gaat de zon vroeg onder zo ver op het noordelijk halfrond en om 18:00 sta ik dan ook aan het noordwesten van het eiland. Daar is een klein getijdeneiland dat alleen bereikbaar is als het eb is. Tijdens die uren komt een houten pad bloot te liggen dat anders onder het zilte zeewater ligt. Op het getijdeneiland is een eeuwenoude ruïne te vinden van de eerste bewoners van Orkney. Omdat ik de volgende ochtend vroeg de boot moet halen besluit ik niet op het eiland te kamperen maar zet daarom mijn kleine tentje naast een klif zodat het ondertussen bekende ruisen van de zee mij weer in slaap kan wiegen.
Een eiland waar stenen misschien lopen
De zon gaat langzaam onder in het water en met de oranje gele zonnestralen vaart een man uit in een klein bootje om zijn netten voor een laatste keer te checken. Ik volg hem de zee op en bedenk mij dat het prachtig moet zijn om op zo’n wild eiland te wonen. Een eiland met een mysterieuze geschiedenis, waar de zee je buurman is en de natuur de dienst uit maakt. Een eiland waar het weer zich in de gezichten van de mensen heeft gekerfd. Een eiland waar stenen misschien lopen en waar je de zon in de zee kunt zien glijden, of, als je vroeg bent de zee uit ziet ploppen. En als je heel goed in het donker zoekt, je misschien een trol ziet.
Getijdeneiland Birsay met vuurtoren en eeuwenoude nederzetting. Foto: Erwin Zantinga
Zonsopkomst over de heuvels van Orkney. Foto: Erwin Zantinga
Ik ben Erwin Zantinga, 32 jaar en een uit de klei getrokken Groninger van het platteland. Door creatieve concepten aan mijn avontuurlijke reizen te verbinden kon ik deze reizen combineren met mijn opleiding aan de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden en zo is de term Creatief Avonturier geboren.