Reisverhaal Italië | Aosta deel 2: La Thuile en omgeving
Reisverhaal Italië | Aosta deel 2: La Thuile en omgeving
Door Aimee en RP
Wij zijn Aosta aan het verkennen als zomerbestemming. In deel 1 schreven wij al een reisverhaal over de valleien van Cervinia en het Monte Rosa Massief (Gressoney). Nu rijden we richting de westkant van Aosta, het deel dat grenst aan Frankrijk. Daar vind je dorpen met namen als Morgex, Courmayeur en La Thuile. Deze klinken erg Frans maar zijn echt gewoon Italiaans.
Uitvalsbasis Pré-St-Didier
Courmayeur en La Thuile kennen we als winterbestemming. Nog specifieker: als poederbestemming wanneer de stroming vanuit het westen komt. De dorpen liggen aan de andere kant van de Mont-Blanc tunnel, gezien vanuit Chamonix. La Thuile was zelfs onze laatste poederbestemming voordat de Lockdown in ging in maart. Daar hebben we op Snowrepublic nog een reisverhaal over geschreven: de-lekkerste-italiaanse-poeder-vonden-wij-in-la-thuile
Onze uitvalsbasis voor de komende dagen is hotel Edelweiss in Pré-St-Didier. Een prima hotel met stevige Corona maatregelen. Kamers worden schoongemaakt met Ozon en de schoonmaakdames komen alleen de kamer in als je de deuren en ramen open hebt staan. Wel verstandig want de clientèle is gemiddeld aardig op leeftijd. Begrijpelijk want een fijn hotel met de mogelijkheid tot vol pension en een ruime tuin waar de hele dag door bergbeken langs ruisen. Voor ons is de centrale ligging vooral perfect, gezien alle plannen die we hebben voor de komende dagen.
Raften in Morgex
Vanaf de bergtoppen en gletsjers rond de Mont Blanc komt een hoop smeltwater. Dat komt beneden allemaal uit in de snelstromende rivier Dora, die o.a. door de dorpen Pré-St-Didier en Morgex stroomt. Dat gebeurt met een aardig geweld en lawaai. Het grote voordeel bij ons hotel is ook dat je door het ruisen van deze groot uitgevallen bergbeek het langsrijdende autoverkeer nauwelijks hoort. Het tweede voordeel is dat het er geweldig raften is en er liggen een aantal raft bedrijfjes langs de snelstromende rivier.
Wij rijden naar Rafting.it van Manuele Bernasconi in Morgex. Wij zijn de enige niet-Italiaanse toeristen. Manuele heet ons welkom in rap Italiaans. Hij heeft zoals zoveel Italianen wat moeite met Engels, maar met een paar woorden Italiaans, handen en voeten kom je erg ver. En als nodig dan haalt hij zijn zoon er gewoon bij. En de guide die ons later instructie geeft, spreekt ook prima Engels.
Rafting.it heeft het goed voor elkaar en alles wordt keurig en Coronaproof schoongehouden. Je krijgt een kwalitatief goede wetsuit, wegwerpsokken, surfschoenen en een helm. En natuurlijk een zwemvest. Je wordt gevraagd je mondmasker in een plastic zakje te doen en dit zakje gaat in een krat. Voor in de bus. Over de kwaliteit van de wetsuit zijn we zeer te spreken, want dat hebben we in Italië ook wel anders meegemaakt!
We lopen met de groep mee richting opstappunt en terwijl de grote groep in het Italiaans instructie krijgt, neemt gids Lorenzo ons apart en legt alles in het Engels uit. Inclusief de Italiaanse bevelen die geroepen gaan worden, zoals destra, sinistra en AVANTI!! Dat laatste betekent peddelen! En Avanti FORTE!!!: peddelen alsof je leven er vanaf hangt.
De boot in…
Eindelijk gaan we Lorenzo’s boot in met nog vijf Italianen. Eenmaal los hebben we meteen een flinke snelheid: dit is een serieus riviertje. Lorenzo stuurt ons langs rotsen en stroomversnellingen. Soms gaat het zelfs via een ramp naar beneden. Wij moeten dan van de rand af in de boot gaan zitten.
Het gaat hard maar het wordt nergens echt spannend. We krijgen af en toe een flinke koude douche want we raften in smeltwater. Brrrr. Nu zijn we extra blij met de goede wetsuits. Op een gegeven moment wordt de rivier breder en stroomt minder snel. Hier moeten we eruit en wie wil mag het laatste stuk zwemmen. Wij bedenken ons geen moment en springen het ijskoude water in. Die eerste paar seconden dat het water je suit binnenkomt en nog niet is opgewarmd is even fris. Poeh dit is serieus koud water!
Nadat we op de kant klimmen moeten we ons mondmasker uit de krat halen en opdoen en wordt de hele groep, samen met de rafts, met een paar busjes stroomopwaarts naar Pré-St-Didier gebracht.
Daar gaat alles weer het water in voor deel twee van de tocht, terug richting Morgex. Hier is de rivier wat smaller en stroomt nog sneller dan net. En nu snappen we dus ook waarom er gekozen is voor deze volgorde. Eerst wennen en nu krijgen we echt snelle stroomversnellingen. Nog steeds wordt het nergens shocking maar het is zeker spectaculair. Er kan je eigenlijk niets gebeuren zolang je de bevelen van Lorenzo maar opvolgt.
Uiteindelijk komen we weer terug bij het terrein van rafting.it waar we de pakken en schoenen in schoon water uitspoelen, snel iets aantrekken over onze zwemkleding (dat droogt toch snel met deze temperaturen) en even bij Evi gaan kijken. Evi is freelance fotograaf en maakt foto’s op de verschillende locaties langs de route. Handig aangezien wij natuurlijk niets mee konden nemen met al dat water. Wij besluiten de set te nemen en de actiefoto’s zijn dus ook van haar hand.
E-biken in La Thuile
De volgende ochtend rijden we een weg vol haarspeldbochten omhoog richting La Thuile. Daar ontmoeten we Dan, onze bike gids die ons vandaag ongeveer elk hoekje en gaatje van de bergwereld rond La Thuile gaat laten zien. In tegenstelling tot ons bike avontuur in Cervinia (uit deel 1) is dit niet gericht op downhill, maar een mooie route. Met heel veel klimmen.
Als head start nemen we wel vanuit het dorp stoeltjes lift de Bosco Express. Onze gehuurde bikes hangen aan de zijkant en we kunnen dus op ongeveer 2100 meter hoogte starten. Bij het bergstation zien we het ons (vanwege de winter) zeer bekende tentje La Clotze van Guiseppe, ofwel Beppe. Tot onze grote verrassing blijkt er dus onder het terras (in de winter) een zwembad verstopt te zitten! Dat moeten we van dichtbij zien. De cappuccino en de muziek (classic rockmuziek) is wel gewoon hetzelfde. Gelukkig maar.
Na de cappuccino is het echt tijd om te starten. Als we hadden gewild hadden we ook nog de stoeltjeslift “Chalet Express” kunnen pakken maar we hebben niet voor niets E-bikes dus we gaan vanaf hier klimmen. Langs de berg waar we in de winter vanaf knallen op ski’s klimmen we langzaam omhoog totdat we op de Chaz Dura staan op bijna 2600 meter hoogte. Vanaf hier hebben we uitzicht op zowel het dorp La Thuile als de Piccolo St Bernardo pas. Waar de grote St Bernard pas (of tunnel) Zwitserland met Aosta verbindt, kun je via de Piccolo St Bernardo pas naar Frankrijk rijden. Overigens zijn beide passen naar dezelfde monnik genoemd: Bernard van Menton.
Vanaf Chaz Dura dalen we af richting deze Petit St Bernard Pass die op 2188 meter hoogte ligt. Het is daar een drukte van belang met dagjesmensen uit Frankrijk en Italië die elkaars landen kortstondig bezoeken. Vele motoren en racefietsers zien we ook voorbij komen.
Het is ook echt prachtig weer en de terrassen zitten vol. Omdat het kan rijden we natuurlijk ook Frankrijk even in en bewonderen het Hospice, een toevluchtsoord voor reizigers dat sinds 1100 door Benedictijnse Monniken werd gerund (aldus Dan). Onze Bernard heeft het kennelijk druk gehad want ook op de grote St Bernard pas staat zo’n Hospice. Medereporter Judith is daar in de winter geweest (link). Ook rijden we langs de hoogstgelegen publieke tuin, Jardin Chanousia, met duizend variëteiten bergplanten en bergbloemen.
Vanaf de drukke pas duiken we een single track in en dalen we af richting restaurant Rifugio Lo Riondet waar we van een heerlijke lunch genieten met Valdostaanse specialiteiten. En een klein biertje. Hadden we geweten wat Dan in de middag nog in petto had voor ons, dan hadden we dan beter niet kunnen doen…
Van zwart goud naar wit goud
Na de lunch dalen we verder af richting dorp om nieuwe accu’s te halen voor RP en Dan, want Dan wil ons ook de andere kant van La Thuile laten zien en daar is geen lift. Mijn fiets heeft nog ruim meer dan helft acculading over dus ik ben ok. Waar we eerst min of meer in het skigebied bezig waren waar ook de bike trails en bike park liggen, gaan we nu een oude mijn bezoeken en belooft hij ons als toetje het mooiste uitzicht.
Dit wisten we niet! Het blijkt dus dat La Thuile een oud mijnstadje was waar kolen en zilver werden gewonnen. Vanaf de jaren ’20 tot na de Tweede Wereldoorlog was dat economisch gezien de belangrijkste activiteit, totdat in 1948 een start gemaakt is met het wintertoerisme met de bouw van een eerste stoeltjeslift. De mijn is lastig te bereiken. Wij proberen het pad op te fietsen in de laagste versnelling en de hoogste E-power mode. Maar het pad is 20-25% steil en vol met losse stenen. Slippend komen we tot stilstand en we lopen met de fiets aan de hand door. Dat is nog best zwaar.
Maar uiteindelijk bereiken we een soort spoorlijntje en vinden we een mijnbakkie en een mijngang. Vanwege de veiligheid is de mijngang na een meter of 50 dichtgemaakt, maar we lopen er toch even in. Opvallend is de koelte als je nog maar een paar meter binnen bent.
We laten de mijn voor wat het is, en we fietsen nu het steile pad weer af. We worden nog handig met die bikes! Bij de weg aangekomen gaan we weer klimmen en na een half uur ploeteren en 600 hoogtemeters- ja ook met E ondersteuning krijg je het warm – komen we boven bij Belvedere. Daar, aan het einde van een onverhard pad staat een leeg pand te koop, ooit een hotel geweest. Met het mooiste uitzicht zoals beloofd door Dan? Oordeel zelf…
We zouden het pand bijna ter plekke kopen, maar Dan vertelt ons wel dat we dan meteen ook een sneeuwscooter en sneeuwschuiver kunnen gaan aanschaffen, omdat de weg ernaar toe in de winter niet wordt schoongemaakt en de kans groot is dat je de ingang dan op de eerste etage moet maken. Dat is wel erg extreem…
Een paar honderd meter lager, aan de doorgaande weg ligt gelukkig een open horeca gelegenheid waar we een klein biertje pakken. Die hebben we wel verdiend na al die klim arbeid. Maar we houden het er bij eentje. We moeten tenslotte nog terug naar beneden, en dan tik je makkelijk de 60 km/u aan. Bij de les blijven dus. Vlak voordat we in het dorp aankomen laat Dan ons nog even zien waar de meeste ansichtkaartfoto’s schijnen te worden gemaakt.
Beneden in het dorp aangekomen leveren we de fietsen in, nemen we afscheid van Dan, en beloven we hem te bellen als we in de winter terugkomen om te freeriden. We gaan snel naar ons hotel voor een ontspannende douche. Die kunnen we allebei wel gebruiken.
Skyway to Heaven
In Courmayeur staat een bijzondere lift. Het is de zogenaamde Skyway en je komt hem tegen vlak voordat je de Montblanc tunnel in rijdt. Na al het geploeter op fietsen, aan klimtouwen etc, maken we het ons vandaag gemakkelijk op zoek naar weer een mooi uitzicht. We nemen de Skyway omhoog naar Punta Helbronner. Aangezien je met meerdere mensen in een afgesloten cabine gaat, zijn de anti-Covid maatregelen streng. Overal en altijd mondmaskers en van iedereen wordt de temperatuur gemeten met een voorhoofdsthermometer. Wij worden gecleared en mogen naar boven.
De rit gaat in twee delen en twee keer sta je in een cabine die geheel ronddraait om zijn as op weg naar boven. Net zoiets als we in Engelberg richting de Titlis wel hebben gezien. Mooie daarvan is dat alle kanten van het uitzicht vanzelf voorbijkomen.
Boven op 3466 meter is het aardig fris. We zien groepen alpinisten in full gear richting Montblanc vertrekken en die staan naast toeristen zoals wij die in enkele hemdjes in de wind staan te bibberen. Wederom een prachtige hoog alpiene wereld. Vanaf hier zou je ook nog de kleine cabines van Panoramic Mont Blanc kunnen nemen richting Aiguille du Midi. En vanaf daar kun je per cabine naar Chamonix. Wel een mijl op zeven, maar voor degenen met tunnel fobie: het kan!
Wij blijven echter in Aosta. Aosta is wat dat betreft echt speciaal. De hoogste bergen van de Alpen liggen er op de grens en kun je relatief makkelijk bereiken. Daar is de wereld hard, koud, stenig met ijs. En in de dalen is het 30 graden en is het een bloemenzee en een oorverdovend geluid van ruisende bergbeken, watervallen en krekels. De uitzichten zijn overal fantastisch, er is van alles te doen, het eten Italiaans goed en de Vino d’Aosta kun je veilig overal bestellen als huiswijn. Altijd lekker.
We wisten al dat Aosta een top winterbestemming is. Maar ook een fantastische keuze voor in de zomer. We gaan bijna twijfelen of we er niet gewoon heen moeten verhuizen of zo! Eerst maar eens wat beter Italiaans leren spreken!
Recap
Wij overnachtten in hotel Edelweiss in Pré-St-Didier. Meer informatie over La Thuile en Morgex vind je bij het Tourist Office.
Voor een goed georganiseerde rafting experience op de Dora kun je terecht bij rafting.it. Dan, onze bike gids uit La Thuile kun je bereiken via de MTB school en fietsen kun je huren bij Only ski&bike, handig gelegen tegenover de Bosco chairlift.
Informatie over de skyway vind je op Montebianco.com.
Algemene informatie over Aosta vind je op lovevda.it
RP is sinds 2011 PAWGI Gecertificeerd Wildernisgids met een Off-Roading en Survival specialisatie. Aimee is gek op de bergen, en dan vooral freeriden. Samen trekken ze er regelmatig op uit met hun zelf ingebouwde 4×4 camper. In wintermaanden op weg naar de beste poeder om in te freeriden en in de zomer zo ver mogelijk weg van de drukte.