Reisverhalen Azië | Caroline reist naar Luang Prabang in Laos
Als Nana en ik afscheid nemen is het ditmaal geen ’tot ziens’. Soms zijn plekken zo fraai dat we voornemen nog eens terug te komen. Thakhek is dat voor mij niet. Ja, ik heb mooie dingen gezien, maar het enthousiasme van de meeste reizigers kan ik niet delen. Andere stukken van Laos staan zeker nog op mijn lijstje. Het zuiden met Pakse, de 4000 eilanden en het autovrije eilandje Don Det. Het veld met de kruiken, waar men in het duister tast over de herkomst en zelfs een tempel wil ik nog afvinken.
Als ik die andere plekken ga zien, zal het waarschijnlijk in combinatie zijn met verder zuidwaarts trekken naar Cambodja. Nu ga ik naar het noorden.
Voor ik met de nachtbus richting Vientiane en het vliegveld ga, gebruik ik deze dag om het stadje Thakhek te bezichtigen. Het ademt nostalgie met gebouwen die herinneren aan de tijd dat de Fransen hier de scepter zwaaiden. Op het pleintje, omringd door massagesalons (waar ik nog even naar binnenga voor een voetmassage) en cafeetjes, met goede cappuccino en croissants, is een groepje jongeren een traditionele dans aan het oefenen. Langs de Mekong zijn terrasjes gemaakt waar op hout gestookte barbecues het vlees gaart.
Een gemoedelijk geheel
Het is een gemoedelijk geheel. Een rustige manier om dit avontuur af te ronden. De mevrouw bij wie ik hiervoor mijn scooter had ingeleverd, paste op mijn rugzak. Bij terugkomst kan ik nog even van haar badkamer gebruikmaken zodat ik lekker fris en in schone kleren de bus in kan. Haar zoon zet me af bij het station. Ik kon ditmaal niet op voorhand een kaartje kopen. Bij het loket hoor ik dat de slaapbus niet gaat, of geen plek heeft, dat werd me niet helemaal duidelijk. Het resulteert in ieder geval dat ik de rit zittend ga doen. Het maakt me niet uit. Het is in de avond en mijn aanname is dat dit een stuk stiller zal zijn dan overdag, waar vaak de muziek, niet al te zacht, door de ruimte schalt.
Het zit me wel mee, want de bus staat al klaar en zal over tien minuten vertrekken. Ik vind een plekje redelijk voorin naast een jongeman die al gauw een praatje aanknoopt. Althans de poging ertoe. Het blijkt een chinees die vrienden gaat bezoeken. Hij vertaalt op zijn telefoon. In plaats van typen gaat zijn vinger razendsnel karakters schrijvend, over het scherm. Ik vind het er prachtig uitzien. Op mijn eigen vertaal-app, download ik Chinees. We wisselen nummers uit en converseren vervolgens via onze eigen mobieltjes. De tijd vliegt, we maken grapjes en soms doen we onze ogen dicht.
Voor ik het weet ben ik terug in de hoofdstad. Zhang moet wachten op een vriend en ik besluit een uurtje bij hem te blijven. Nadat we afscheid hebben genomen stap ik in een afgeladen tuk tuk waarbij geanimeerde gesprekken ontstaan en ik meer leer over de geschiedenis van Laos. De perfect Engelssprekende man is van origine Hmong. Zijn familie is destijds met vele andere gevlucht, want ja, zij prefereerden Amerikanen boven Russen en waren hun leven niet meer zeker. Hij is derhalve nu toerist.
Vlucht naar Luang Prabang
Omdat het steeds zoveel kilometer is over doorgaans niet al te goed wegdek en ik bovendien een tussenliggende plaats, Vang Vien, wil overslaan, heb ik besloten een binnenlandse vlucht naar Luang Prabang te nemen. Deze stad ligt noordelijk en werd aangeraden door een vriendin. Bovendien wil ik vanaf daar de slowboat naar de Thaise grens nemen. De domestic hal is bijna uitgestorven. Bij de gate zijn rond de 25 mensen die dezelfde bestemming hebben. Zo’n klein vliegtuig dat met de turbulentie soms fiks schudt, vind ik prachtig.
Na een uur staan we aan de grond. De chauffeur, geregeld door het hotelletje dat ik voor de eerste twee nachten boekte, wacht me op. Centraal gelegen, kan ik van daaruit zelfs deze eerste avond al de omgeving ontdekken. Een gezellige drukte met kraampjes en mensen op de been. Het Boeddhisme is hier meer onderdeel van het straatbeeld dan waar ik voorheen was. Op de stoep zittend, worden er bloemen en offertjes verkocht. De beloofde relaxte sfeer, is niet gelogen.
Een fietswinkel is deze ochtend snel gevonden. Na het op de juiste hoogte zetten van het zadel heb ik een exemplaar waarmee ik de boel verkennen kan, een scooter komt morgen wel. Er wordt me gevraagd een papier te ondertekenen waarop onder andere staat dat ik de verkeersregels moet respecteren en niet tegen de richting een straat in mag. Het leek me wat overdreven, totdat ik in de wijk met de leukste eettentjes, lekkerste koffie en gave architectuur die me deed denken aan zuid Frankrijk, de borden zie.
Koffie en taartjes
Het is een aaneenschakeling van eenrichtingverkeer en bijna ga ik toch gewoon mijn gang. Ik stop mezelf, omdat ik nu niet in Nederland ben. Er is niets mis met me te gedragen als gast. Diverse terrassen, die met uitzicht op de rivier zowel de lokale als westerse dis aanbieden, zijn snel gevonden. Koffie en taartjes zijn heerlijk, een van de weinige routines die ik vanuit Nederland in ere wil houden. Voor de rest laaf ik me het liefst aan hun eigen keuken.
De Franse invloed is niet alleen in het straatbeeld herkenbaar, hartige en zoete croissants staan hier ook op het menu. Zeer smakelijk, kom ik achter als ik uit nieuwsgierigheid even van mijn gewoonte afstap.
Natuurlijk ontbreken ook hier de rijkversierde tempels niet. Overal kan, soms tegen een kleine betaling, naar binnen gegaan worden. Nu ik toch door de stad cross, stop ik bij een paar. De overdaad aan beelden en goud blijft me verbazen. Zo’n contrast met hoe de monniken leven, in hun gewaad en vaak op blote voeten. Iedere dag zie ik ze hun pleintjes vegen. Op straat lopen ze doorgaans in groepjes.
Als ik langs een winkel met gouden sierraden rijd zie ik twee jonge novicen bij de toonbank staan. Dit beeld had ik graag vastgelegd. Door mijn verlegenheid om zomaar mensen te fotograferen sla ik over. Zeker de monniken, aangezien ze al voor zoveel toeristen onderwerp zijn. Bij een binnenplaats waar jongens met houtsnijwerk bezig zijn kan ik, na toestemming gevraagd te hebben, plaatjes schieten van behendige handen.
Iedere ochtend gaan de monniken in alle vroegte door de straten. Langs de kant zitten buurtbewoners en toeristen klaar om eten of geld te geven. Daar leer ik dat je lager dan hen moet zijn, ook is het niet de bedoeling dat je oogcontact maakt. Later die dag hoor ik dat vooral Chinese toeristen lol maken en het niet zo nauw nemen. Hoe pakken de in oranje gehulde mannen dit op, vraag ik me af. Wat bezielt hen, sowieso, om in zulke grote getale dit leven te kiezen? Weer een vraag die voorlopig onbeantwoord blijft.
LEES OOK:
Voor mij kan reizen alle kanten op. Als coach en therapeut ben ik geïnteresseerd in de binnenwereld en loop graag een stukje mee op het pad van mijn cliënten. De aardbol verkennen doe ik het liefst alleen. Waar ik ook ben, mijn cliënten blijf ik begeleiden. Zo hoef ik mijn reislust niet op te geven. Ik heb twee kinderen en ben oma. Mijn motto `schaamteloos vrijuit` gaat over trouw zijn aan jezelf, ongeacht wat een ander ervan vindt. Schrijvend hoop ik je een stukje mee te kunnen nemen op avontuur!