Wandelen van Chamonix naar Zermatt op de Haute Route!
Op zoek naar een prachtige bergwandeling deze zomer? La Haute Route, ook wel bekend als The Walker’s Haute Route, brengt je langs de mooiste bergtoppen in de Alpen. De tocht is (ongeveer) 225 km lang, telt 11 bergpassen en klimt maar liefst 14.000 hoogtemeters. Niet mis, hè? Je wordt beloond met zicht op het Mont-Blanc-massief, de Penninische Alpen en de Grand Combin. Van Frankrijk naar Zwitserland, van de Mont Blanc naar de Matterhorn: Deze wandeltocht brengt je van het ene hoogtepunt naar het andere.
Chamonix: Het startpunt van de Haute Route (Km: 0 – 9)
Op de trein naar Genève zagen wij het panorama stilaan veranderen. Na een korte pitstop in Parijs werd het landschap steeds heuveliger, de meren groter en de lucht blauwer. Ja, wij zijn op weg richting Zwitserland! In Genève namen mijn vriendin Loes en ik de bus naar het Franse Chamonix, een mekka voor klimmers, skieërs en wandelaars.
Het begin van deze 225 km-lange wandeling leidt ons door Chamonix naar Argentière, 9 kilometer verderop. In Chamonix draait alles om het adembenemende Mont-Blanc-massief, die roze en rood kleurt in de avondzon. De fascinatie voor deze fameuze bergketen is makkelijk te begrijpen, met de Mont Blanc (4.807 m) als hoogste reus in de Alpen.
Dag 2: Van Argentière naar Refuge les Grands (Km: 9 – 28)
De tweede dag van de Haute Route leidt ons het hooggebergte in. Vanuit Argentière wandelen we door bos en weide omhoog. In het lieflijke bergdorpje Le Tour drinken we een warme chocolademelk alvorens we de eerste 750 hoogtemeters aangaan.
Le Col de Balme (2204m) ligt precies op de grens Frankrijk-Zwitserland. Joepie! We zijn officieel in het Zwitserse kanton Valais, oftewel Wallis, aangekomen. Onze eerste stapjes in de sneeuw zijn een feit: Hier en daar liggen nog wat smeltende sneeuwplekken.
We zetten mijn tentje op in de buurt van de authentieke Réfuge Les Grands en genieten van het wolkenschouwspel.
Dag 3: Van Refuge les Grands naar Champex (Km: 28 – 44)
De derde dag dalen we af naar de Chalet du Glacier, waar we onszelf trakteren op welverdiende appeltaart! De Chalet ligt, zoals de naam doet vermoeden, aan de voet van de Glacier du Trient.
Deze gletsjer is helaas in sneltempo aan het smelten, dus je moet rap wezen als je deze nog wil bewonderen. Het appeltaartje was een goede opsteker, want hierna wacht ons liefst 1000m stijging naar de Fenêtre d’Arpette, een machtig mooie bergpas met twee vergezichten: Achter ons ligt het Mont-Blanc-massief en voor ons zien we Grand Combin, een blik op de komende dagen.
Dag 4: Van Champex naar Le Châble (Km: 44 – 59)
De vierde dag worden we wakker in Champex en wandelen we een rustige, platte 14 km naar Le Châble. Vandaag krijgen we een kijkje in het alledaagse leven van de Alpen. Boeren, herders en ambachtslui die wonen in prachtige houten huizen, bidden in rustieke kapelletjes en leven op een natuurlijk ritme. Daar kunnen wij nog iets van leren!
Als het ware vanzelf wandelen we trager en nemen we alle details in ons op. We overnachten op de rustige Camping de Champsec en maken wilde plannen om op latere leeftijd samen een camping langs de Haute Route uit te baten. Iedereen welgekomen!
Dag 5: Le Châble – Verbier (Km: 59 – 72)
Op de vijfde dag van de Haute Route gaan we weer richting hooggebergte. We starten in het dorp Le Châble (821m) en eindigen de dag in Cabane du Mont Fort (2457m). Een ferme stijging, dus we smeren onze kieten in en beginnen aan de trek! We wandelen onder de kabelbaan van de skilift, want dit is een populair skigebied. De lupines zijn in bloei en tonen trots hun kleurenpracht. In het kapelletje van Les Verneys brand ik een kaarsje voor een veilige wandeling.
De dag eindigt in schoonheid in de stenen berghut, waar we klinken op de toffe reis en de prachtige panoramas.
Dag 6: Cabane du Mont Fort – Cabane de Prafleuri (Km: 72 – 89)
De volgende morgen vertrekken we in alle vroegte. Het wordt een zware dag: 1110m stijgen, 940m dalen en 3 cols beklimmen. De eerste, Col Termin (2648m) brengt ons middenin het wolkendek en de lucht wordt steeds grijzer. Tegen de middag overwinnen we de Col de Louvie op 2921m hoogte en ondertussen zijn we door wolken ingesloten.
In de Grand Désert staat ons een grote verrassing te wachten: Sneeuw! Tussen de ijsmeren en sneeuwvlaktes banen we ons een weg die hopelijk de juiste is.
Het wordt steeds moeilijker om markeringen in de verte te spotten. Crampons komen heel goed van pas in dit gebied!
Na de lastige Col de Prafleuri (2987 m) zien we de Cabane de Prafleuri, waar de vaste roedel ibexen ons verwelkomen. ‘s Avonds doen we ons te goed aan een heerlijk driegangenmenu en een verkwikkende pint.
Dag 7: Van Cabane de Prafleuri naar Arolla (Km: 89 – 107)
Vandaag staat in het teken van de Val des Dix en de gevreesde Pas de Chèvres. Het eerste deel van de dag worden we getrakteerd op de mooiste panorama’s van de Walkers Haute Route: Het fameuze stuwmeer Barrage de la Grande Dixence!
Dit meer heeft de grootste stuwdam ter wereld en verzamelt gletsjerwater van liefst 35 gletsjers. La Haute Route volgt dit 5km-lange stuwmeer en elke stap is even adembenemend. Maar plots draait het pad af, en we nemen afscheid van deze groene vallei. Het wordt bewolkt en we bevinden ons in een grijze, steenachtig dal met weinig afleiding. In de verte zien we loodsteile laddertjes: Pas de Chèvres. Met kleine hartjes klauteren we een weg naar boven.
De avond voert ons naar Arolla, een lieflijk dorpje dichtbij de grens Zwitserland-Italië. Loes en ik slapen in een leuk logement en genieten van onze laatste avond samen met Aperol Spritzen en Irish Coffees. Santé!
Dag 8: Alleen op la Haute Route van Arolla naar Zinal (Km: 107 – 137)
De volgende morgen sta ik vroeg op en neem afscheid van Loes. Het ochtendgloren is magnifiek en ik word overspoeld door dankbaarheid en geluk. Ik neem een korte pauze bij Lac Bleu – je kan het al raden, een héél blauw meer. Ik maak kennis met een trailrunner en neem enkele foto’s voor hem. De wandeling voert me door een 11km-lange vallei, voorbij Les Haudères en tot in La Sage.
Tijdens mijn middagpauze daar eet ik een bordje charcuterie in café L’Ecureuil en babbel ik met enkele locals. Zo’n gezellig dorpje, hier kom ik graag ooit terug! Ik heb nog tonnen energie en besluit om door te zetten. Het pad voert me langs Mayens de Moteau, een houten gehucht waar ik mijn waterzakken met bronwater vul. Vanuit dit alpendorpje gaat het 1000m omhoog naar de Col Du Tsaté (2868 m), waar je wordt getrakteerd op een schitterend uitzicht.
Na de Col gaat het steil bergaf op kiezelstenen – hier komen wandelstokken goed van pas. De afdaling eindigt bij het stuwmeer Lac de Moiry en de fameuze Moiry gletsjer. Na een lange dag van 30 km besluit ik mijn tentje op te zetten in een weide dichtbij Zinal.
Dag 9: Van Zinal naar Cabane de Bella Tolla (Km: 137 – 153)
Op de ochtend van dag 9 wandel ik Zinal binnen en bestel ik een grote koffie. Zinal is een populair bergdorp en skiresort en wordt in de zomer overspoeld door wandelaars, mountainbikers en parachutisten. Het pad verlaat de drukte en gaat door enkele tunnels die de wandelaar beschermt tegen steenlawines. Het grootste deel van de dag langs bergwanden, over riviertjes en grote stenen.
Tegen 16u passeer ik Hôtel Weisshorn, een beroemd hotel gelegen op 2337 m hoogte. Aangezien dit nogal een prijzig verblijf is, trek ik verder naar Cabane de Bella Tolla. Na 16 km vandaag hou ik het voor gezien en boek ik een stapelbed in deze leuke Cabane. Diezelfde nacht beland ik nog op een raveparty, een vrijgezellenfeest én zie ik de komeet Neowise in volle glorie aan de sterrenhemel voorbijflitsen. When in Rome … 🙂
Dag 10: Cabane de Bella Tolla – Grüben (Km: 153 – 165)
Vandaag begint met – oeps – een zwaar hoofd. Gelukkig is de berglucht dé perfecte remedie tegen een kater. Met volle overtuiging daal ik vandaag richting Gruben. Het is een trage dag met veel luilekkeren. Héerlijk. Ik geniet van lange pauzes in het gras, de bijen op de bloemen te bestuderen en vlinders te tellen. De Meidpass-route, een leuk verlengde van de Haute Route, gaat via Lac de la Bella Tolla en Lac de L’Armina, twee prachtige bergmeren die zeker een middagpauze waard zijn.
Niet lang daarna kom je weer op de officiële route en stijg je al zigzaggend naar de Meidpass. Complete stilte. Geen zuchtje wind, geen vogels, geen enkele afleiding. Recht voor je begroet de majestueuze Weisshorn (4506 m) je in het Turtmanntal. Je hoort het, we zijn in Duitstalig Zwitserland beland. Ik breng de nacht door in de slaapzaal van Hotel Schwarzhorn.
Dag 11: Van Grüben naar St.-Niklaus (Km: 165 – 183)
Lekker uitgerust vertrek ik uit het lieflijke Gruben, klaar voor de voorlaatste dag én de laatste bergpas. Na 3 uur wandelen langs grasgebieden en bouldervelden sta ik op de Augstbordpass (2894 m).
Ik ben omringd door toppen zoals de Schwarzhorn (3202 m.), Steitalhorn (3164 m.) en de Rothorn (3278 m). Ik neem afscheid van de allerlaatste bergpas van de Haute Route en daal af in stenig gebied. Grote rotsblokken en bouldervelden vormen hier het landschap. Na het oversteken van de Emdbach rivier gaat het pad richting Jungen, een charmant bergdorpje met vele houten huizen, boerderijen en lekker bier.
Door de weilanden passeer je vele kapellen en schrijnen. Na een kleine boswandeling kom je uit aan het station van St. Niklaus. Nu bevind ik me in het hart van het Mattertal! Dat betekent ook dat het einde van de Walker’s Haute Route in zicht is…
De laatste dag: Van St. Niklaus naar Zermatt (Km: 183 – 206 km)
Op de laatste dag van La Haute Route kies ik voor de makkelijkste optie. Dit is de vallei-wandeling van St. Niklaus recht naar Zermatt. Lekker straightforward, je volgt de treinsporen bijna op de voet. Het is een wandeling zonder klimmen of dalen en je passeert huizen, voetbalvelden, boerderijen, … kortom het dagelijkse leven in het Mattertal.
De moeilijkere optie, de fameuze Europa-weg, spaar ik voor de Tour de Monte Rosa. Na 23 km wandelen word ik éindelijk beloond met een zicht op de Matterhorn. Het is het wachten waard – wat een mastodont! Zermatt blijkt een leuk, luxueus bergoord waar ik met plezier het einde van de Haute Route vier.
Hoofdfoto: Ilse Praet
Lees hier alle verhalen en reistips over Zwitserland
Sinds mijn eerste huttentocht in Zweden 10 jaar geleden ben ik aan het wandelen verknocht. Het liefst van al zwem ik daarbij in ijskoude meren, proef ik van puur bergwater en kampeer ik onder de sterrenhemel. Ik hou enorm van lange wandelingen in de bergen, doorheen wouden of net naast de zee. Sinds kort reis ik full-time door Amerika met mijn vriend, die al 10 jaar als fietsende en wandelende nomade leeft. Daarbij willen we graag ons verhaal opschrijven en verfilmen, maar vooral ontdekken en genieten van deze prachtige wereld.
Hoi Ilse,
Wat een mooi verhaal!
Ik ga de route de eerste 2 weken van sept wandelen. In welke periode liep jij ‘m?
Dit gezien je aangeeft dat crampons van pas kwamen. Die was ik niet van plan mee te nemen. Of raad je het echt aan?
Bvd en mooie wandelingen toegewenst!
Jan